Uiteindelijk het einde van de zijderoute !

11 april 2016 - Beijing, China

Zaterdag 26 maart 2016

Een dag naar Qingkou, de derde highlight uit deze streek. Het wordt het meest traditiegetrouwe dorp. Het is een waar "werkdorp". Nu zie je veel meer mannen werken. De stenen paadjes, de watermolen en de ingenieuze waterhamer - om rijst te vermorzelen - vragen allemaal veel onderhoud. Volgens mij worden de paden zeer regelmatig weggewassen want er zijn, noodgedwongen, overal snelstromende waterloopjes. Er zijn ook meer bomen. De zon is van de partij. En er is een marathon aan de gang waaraan onze hosteleigenaar deelneemt. Op de terugweg zet de minibus mij af in Quanfuzhuang. Dat is het belangrijkste dorp uit deze streek. In een internetcafe, dat ik gisteren heb gevonden, koop ik mij een E-ticket voor een vlucht van Kunming naar Xi`an. Het verloopt vlot maar je moet wel vermijden dat de computer via Googletoepassingen zoekt want dan blokkeert alles. Daardoor is het alweer donker wanneer ik terug wandel naar Duoyishu. S`avonds nog een aangename babbel met Lewis. Nog naar de reflectie van de maan gaan kijken op de rijstveldjes. Lewis gaf mij gisteren nog les in fotografie. Dat wil ik nu uitproberen.

Zondag 27 maart 2016

De ochtend is ronduit slecht. De wolken hangen in de smalle steegjes van ons dorp. De hosteleigenaar raadt mij zelfs af om buiten te komen. In de eetplaats zijn 2 Franse toeristen hun blog aan het lezen. Ze lezen ook gewoon in hun per provincie uitgesneden Lonely Planet gids (een goed idee trouwens). Na wat gebabbel beslis ik om toch buiten te gaan. Binnen zitten vind ik geen optie. Met twee minibussen (en nog meer afraders) gaat het naar Laohuzui. Het is waar, aangekomen boven het dorp is het mistig. Maar al afdalend zie ik het wolkenplafond snel optrekken. Dalen is dus de boodschap. Ik vind een wondermooi, steil, wandelpad. Hier zijn alleen boeren die mij telkens weer naar boven wijzen. Toeristen komen hier volgens mij niet.  Maar elke stap op dit bergpad is wonderlijk. Waterbuffels die naar boven klimmen, boerinnen die jonge rijsplanten verplanten in grotere waterbedden tussen de bananenbomen, bosjes met tropische planten die ik nog nooit heb gezien. Enorm veel zwaluwen die snel fladderen boven gekeekte waterplanten die ik niet ken. Hier boven is meer bos omwille van het feit : hoe hoger hoe steiler ! Op een gegeven moment kan je geen waterveldjes meer plaatsen door de rotsen en vooral de hellingsgraad. Dus groeien er hoge bomen. Veel lager eindig ik bij een boer die zijn Chinese waterpijp rookt. Die heeft hij zelf gemaakt uit PVC-buis. Nu mag ik meeroken en dat voor zijn klein werkhuisje met een onbeschrijflijk uitzicht. Ik ben echter nog meer aangetrokken door zijn waterbuffel die even verder graast op de richels van de waterveldjes. Maar om hier te geraken moest ik wel lang via de vele richels lopen tussen telkens water aan beide kanten. Vermits een natte broek mijn specialiteit is zie ik het al gebeuren.

Ik vermoed dat de reden dat de boeren niet zo graag haddden dat ik hier kom ligt in het feit dat lopen op de richels de dijkjes verzwakken, met een dijkbreuk als gevolg die ik liever niet meemaak. Elke dag zie ik ze aan hun dijkjes werken om ze te verstevigen of om ze te openen. Ongelooflijk die leem. Haal het uit het water en het verhard zodat het geen water meer doorlaat. Laat het in het water en de smurrie kweekt rijst.

Het zorgt er allemaal voor dat ik pas bij het invallen van de schemer boven op de asfaltweg geraak. Natuurlijk zijn er geen minibusjes meer waardoor ik genoodzaakt ben om te liften. De tweede neemt mij mee in zijn oranjerode driewieler. Een DVD speelt op een scherm, dat volgens mij buiten proportie groot is voor dit wagentje. Er speelt folkloritische Hani-muziek met bijpassende video. Ik vind dat dit te veel licht geeft en de bestuurder afleidt maar je ziet het hier vaak. Het deert hem blijkbaar amper. Nochtans zal hij zich deze rit meer dan beklagen. Om van Laohuzui naar Duoyishu te rijden moeten we over de 2900 meter hoge berg in het donker (dit is korter dan de heenweg). Bovendien zien we door de zeer dichte mist geen 2 meter voor ons. Regelmatig moeten we uitstappen en kijken waar de stenen weg ligt (anders rijdens we op een oprit van een huis dat we niet eens kunnen zien). Tegenliggers zijn er gelukkig amper. Stapvoets gaat het oneindig lang omhoog en maar zelden dalen we. Uiteindelijk komen we aan de vork van Duoyishu, waar ik de neonverlichte Chinese lettergrepen herken van de hotels. Ik geef hem ongevraagd een fooi bovenop de 20 yuan die we hadden afgesproken maar nu wil hij 100. Hij heeft gewoon in mijn portefeuille gekeken wat er in zat toen ik hem boven haalde. Nee, dat gaat gewoon niet. Ik geef hem 30 en we gaan uiteen zonder gemopper. Temeer ik dan zie dat hij in de richting van Baida rijdt. Hij moest dus sowieso in deze richting rijden. Beneden in `Timeless hostel` zijn ze op mij aan het wachten. Ik krijg een prachtig geschenkje. Net gerookte thee. Dat neem ik gaarne aan want Yunnan is bekend omwille van zijn thee. Je moet de theebladeren bevochtigen en dan te roken leggen boven een kolenvuurtje. Pas daarna leg je ze te drogen bijv. op het dak. Dan krullen ze en worden ze zwart. Zo leg je ze in het water. In theezakjes zijn ze vermalen maar die zie ik hier nooit. Mijn thee is dus groen want nog niet gedroogd. Lewis is vanmorgen vroeg vertrokken naar Beijing waar hij zijn laatste dagen doorbrengt vooraleer naar Engeland te gaan. Nu heb ik twee Chinese kamergenoten maar een gesprek komt er niet van.

Maandag 28 maart 2016

Een reisdag die begint in zeer slecht weer. Nochtans ben ik weer naar de zonsopgang gaan kijken maar vandaag was dit een echte flop. De rest van de dag zal ik op de bus zitten naar Kunming met ontgoochelde toeristen. Ze zijn te kort in Yuangyang gebleven, of gisteren niet naar de meer afgelegen plekken gegaan waar het zicht beter was. Het is alweer donker wanneer 2 Franse toeristen en ikzelf in het hostel aankomen. Voor hen is de tent blijkbaar volzet maar mijn cadeautje van enkele dagen geleden heeft blijkbaar zijn effect niet gemist want mijn reservatie is geboekt, hoewel ik nog niet betaald had. Ik kom de toeristen van vorige week weer tegen. Blij dat ik intussen Yuangyang heb bezocht.

Dinsdag 29 maart 2016​

Vandaag de verlenging van het visum opgepikt bij het Public Security Bureau. Daarna naar de vogelenmarkt, waar ik geen vogels heb gekocht maar wel oliën. (witte pruim, kamille, gele narcis en nog een bloemenolie). Ook nog een beetje wierook op basis van kokos en ook een mix van bloemenwierook. Met de bus naar de bambootempel even buiten de stad. Daar in het bos kan je tot rust komen. Het weer is prachtig. Maar ik zag niet zo veel bamboo ! Ik dacht dat de tempel gebouwd was in bamboo maar dat bleek niet zo te zijn.

Tijdens de avond gedanst in het park. Het waren thaise en zuidchinese liedjes maar het gold voor mij als dagelijkse oefening dus heb ik goed mee gedanst. In het hostel zijn er veel mannen die graag praten. Zo gaat de avond snel voorbij. Te snel want ik probeer tevergeefs een luisterboek via Audible te downloaden. Ik zal moeten wachten tot in het volgende land want hier werkt Google niet en dus Google Play ook niet. Gedurende de nacht de indische informatici van Amazon en Audible bezig gehouden die mij snel antwoordden maar het ging uiteindelijk allemaal mijn petje wel te boven.

We zien wel. Ik heb vandaag ook oortjes gevonden dus dat komt wel goed. Intussen lees ik mijn huidig boek uit. Daardoor ga ik pas om 3 uur s`nachts slapen.

Woensdag 30 maart 2016 

Ontbeten met M. Varsani die een installatiebedrijf voor zonnepanelen probeert op te zetten in Thailand. Een heel werk zo een bedrijf opzetten en het kost veel. Ervaring en centen heeft hij verzameld in London waar hij zij hele leven in de bouw heeft gewerkt. Echt het sappig Londens accent. Hij heeft een goed hart en is en `doorzettertje` (hij is veel groter en veel sterker gebouwd dan ik). Het zal hem wel lukken. Hij vergezelt mij tot aan de bus naar de luchthaven waar we afscheid nemen. In de luchthaven verlopen de klassieke controles soepel. Zo kan ik nog iets eten in een lokale keten. Maar deze keer is het wel lekker en vooral onbekend. De vlucht met de Airbus A321 naar Xi`an verloopt goed. Voor een keer hebben ze mij aan het raampje geplaatst maar wel aan de oostelijke kant (ik vergeet het telkens weer te vragen). We krijgen zelfs te eten op deze goedkope vlucht. Ik begin het te kennen want deze keer heb ik zelfs mijn ticket niet meer afgedrukt. Gewoon het paspoort tonen aan de correcte check-in balie (China Southern) en de rest volgt.

Zo kom ik onder de laatste zonnestralen aan in de grote stad. Boven de stad hangt smog. Ik merk al vanuit het vliegtuig hoe groot deze stad is. Dat zal een lange bustocht worden. Zo lang dat ik pas om 21u00 uur in de oude, ommuurde, stad Xi`an aankom. Dit is het oude Changan. De hoofdstad van China zo`n 1000 jaar geleden. Voor mij een `verplichting` om hier te komen omdat dit het startpunt van de Zijderoute was.  Ik ben al benieuwd wat er hier allemaal te zien is. Een jonge Chinese kok helpt mij aan een hostel. Morgen ga ik in zijn tent eten.

Donderdag 31 maart 2016

Vroeg opgestaan want hier is zo veel te zien. Na een ontbijt op het mooie terras van dit hostel gaat het naar het nabijgelegen museum. Het is vandaag 25 graden warm en zonnig. Ik reisde nochtans naar het noorden ? Het paviljoenachtige museum is de grootste stenen bibliotheek ter wereld. Op grote vlakke stenen werd de volledige leer van Confucius uit de doeken gedaan. Die moest je in het eerste millennium, onder andere, kennen om te succesvol te kunnen deelnemen aan de ambtenarijexamens.

Maar er zijn ook gedichten. Het leukste was een gedicht gehakt uit de stenen bladeren van bamboo boven de stammetjes. Er zijn ook veel boedhistische geschriften, eigendomsaktes, ...  Opvallend is ook de nestoriaanse leer. Dat is een aftakking van het Christendom die hier succesvol was tussen 635 en 785. Geschreven in het Syrisch en dat kon allemaal niet bestaan zonder de Zijderoute.

Dan zijn er nog de vele kalligrafieën op perkament en op papier. En de beeldhouwkunst (boeddhisme met door en door Chinese trekjes omwille van politieke redenen in het eerste millenium). Van hieruit wil ik mijn kok bezoeken maar dat lukt niet. Ik vind zijn tent gewoon niet, zelfs niet met hulp. Ze zetten hun eetgelegenheen dan ook op de meest ongelooflijke plaatsen. Dus maar picante eend in saus met spaghetti uit een enorme kom met thee. De slang durfde ik nog niet aan. Van hieruit via het park naar de islamitische wijk. Deze moslims zijn hier al sinds 700 (ook via de Zijderoute). Deze wijken herken ik meteen. Ik heb er onderweg zo veel gezien. Maar de twee moskeeën vind ik wel interessant. Je zou niet eens zeggen dat het moskeeën zijn. Zo chinees zijn ze. De oudste, en de kleinste, vind ik de mooiste. In 1500 werd hij nochtans vergroot als geschenk van Zenghe. Dat is de zeereiziger waar ik al vaker over heb gesproken. Zijn naaste adviseur op zijn reizen naar het westen is hij hier komen halen, een imam uit Xi`an. Na de grote zeereizen volgde deze schenking. De grote moskee is veel bekender maar ze spreekt mij eigelijk minder aan. Nu nog naar de trommeltoren en de beltoren. Bellen wezen op de uren tijdens de dag en de trommels dienden als uurwerk tijdens de nacht in het oude Changan. Nu liggen deze twee pagodes in het midden van een modern deel van de stad. Het verandert zo snel, die wijken.

Vrijdag 1 april 2016

Een dag besteed aan het wereldbekende terra cottaleger in het gezelschap van de 24 jarige Yuging Yan. Een onderwijzers op uren huiswerkbegeleiding. Want eigenlijk is ze leerkracht Engels. Blijkbaar is een job vinden in het onderwijs hier afhankelijk van `ons kent ons`. Hoewel ze van het stadje hiernaast komt was ze nog nooit naar het terra cottaleger gaan kijken. Waar heb ik zo`n feiten nog gehoord ?  Ik ontmoette haar op een busstation waar ik moest overstappen - maar dit bleek niet zo eenvoudig. Ze ging dus maar mee. Hier in het land hebben ze vanaf vandaag 3 dagen verlof, zodoende. Ik vond het terra cotta leger wel interessant. De beelden zijn op mensenmaat gemaakt en elk gezicht is anders. Je moet je inbeelden dat elk beeld beschilderd was en bewapend maar dat is nu weg gerot. Best indrukwekkend, vooral put 1. De Keizer Qin shi Huang wilde 2000 Jaren geleden gewoon zijn macht verder zetten na zijn overlijden. Vandaar deze pracht en praal. Op de terugweg trakteert yuging mij op een etentje dicht bij haar vorig werk bij de zuidelijke poort. Dan scheiden onze wegen. Spijtig dat ze morgen niet mee kan. Ze wilde eigenlijk vanavond al naar Chengdu, op weekendtrip, maar er bleek vanavond geen trein te zijn.

Zaterdag 2 april 2016

Een hele dag nodig gehad om de grafheuvel van Keizer Jingdi te bezoeken. Omdat het transport er naartoe moeilijk was. Omdat er een hele verzameling van die grafheuvels zijn en 2 interessante musea. Omdat er mooie tuinen aanwezig zijn. In tegenstelling tot de terra cottalegers was Jingdi 150 jaar eerder in leven en was hij zeer vreedzaam en wijs. Hij nam dus ook vooral vreedzame voorwerpen mee die hem nuttig konden zijn in zijn leven na de dood. Ook zijn keizerin deed dat. Niettemin was ik verbaasd hoeveel hier nog te openen valt. Elke keer je een put opent heb je voor jaren werk. Ik denk dat ze dat ook stap voor stap willen doen en met de financiële middelen die ze hebben in Shaanxi. Er zijn grafheuvels uit zeer verschillende periodes zowel 200 v.C. als 700 n.C. Dat komt omdat Changan (Xi`an) al die tijd hoofdstad van het rijk van het midden is geweest. De Qin (o.a. Jingdi) worden als de stichters van China aanzien en dus werden ze altijd hoog in het vaandel gedragen, ook in latere tijden. Er zijn hier zelfs niet geopende heuvels waar rivieren van kwik in lopen (want dat kan je van buitenaf meten). Toch vond ik de dieren het best gemodelleerd (dat vinden de specialisten blijkbaar ook). Er werden ook veel dagdagelijkse objecten en etenswaren mee begraven). Vanavond nog naar de klank-en lichtshow voor de stadsmuren gekeken. Dat hebben ze hier volgens mij hier graag want dat heb ik al vaker gezien. Nu ging het over de `Tangrituelen` bij ontvangst van hoge gasten in de hoofdstad. Met veel lampions, fijn versierde bordjes en fraai gekleurde brede toga`s met veel te lange mouwen. Maar ik moest dan wel door om de was nog te kunnen doen in het hostel.

Zondag 3 april 2016

De dag begon er mee dat ik dreigde uit het hostel te worden gezet omdat er nu, tijdens het verlof, een toeloop van toeristen is. De receptionist raadt mij aan eerst een treinticket te gaan kopen voor de hogesnelheidstrein naar Pingyao morgen. Want dat is nu ook ook op voorhand nodig. Dat had wat voeten in de aarde maar het lukte wel. Intussen heeft hij mijn zelfde bed kunnen vasthouden. Dat is dus ook gelukt. Nu gaan fietsen op de stadwallen. Daar verlang ik al enkele dagen naar want beweging is hoognodig. Omdat ik niet weet hoeveel tijd ik nodig heb om de 14 km. af te leggen rijd ik door. Niettemin pauzeer ik geregeld om foto`s te maken of van het zicht te genieten. Inderdaad, zoals de reisgids vertelde, een unieke leuke ervaring. De stadmuren zijn hier best breed. Je hebt plaats. Overal rond de muren de nieuwe stad met zijn oneindig aantal wolkenkrabbers. Af en toe stijgt het wanneer je een hoektoren bereikt of één van de 4 dubbele stadpoorten over moet. Alleen in het zuiden is er meer volk. In het noorden en in het oosten niet veel. Wanneer ik aankom staat er een file van jewelste. Ja, de namiddag is begonnen en de etenstijd is nu net voorbij. De waarborg terugvragen kan blijkbaar snel en dan met de bus naar de pagode van de grote eend. Een toren die eigenlijk een boeddhistische tempel is. Maar voor mij is het niet onbelangrijk. In 628 reisde Xuan Zang 4 jaar lang als één van de beroemdste reizigers van Xi`an naar India. Daar verdiepte hij zich gedurende, ik meen 9 Jaren, in het indisch Boeddhisme en bezocht hij het onbekende land. Daarna opnieuw een jarenlange reis terug. Maar deze keer geladen met heilige geschriften uit noord-oost India. Onder andere belangrijke sutra`s geschreven op patrabladeren (papier was te duur en kwam weinig voor). Deze kleine rechthoekige blaadjes vormen de basis van het boeddhisme in China. Vanuit deze pagode, waar de monnik na zijn terugkeer 19 jaar leefde en die voor hem gebouwd werd, verspreide hij de leer in het toenmalige China. Dit is volgens mij, zoals ik al geschreven heb, één van de grote  `verwezenlijkingen` van de Zijderoute. Er was in de pagode een Chinees-Engelse documentaire over zijn leven. Die zou ik echt graag hebben maar ze wilden sluiten en ik was eerder buiten dan ik wilde. Ik denk dat ik eens zal mailen naar de bevoegde dienst (ik had al tevergeefs geklaagd over de dubbele entreeprijs dus ze kennen mij al bij de klachtendienst). Ik heb hun website gevonden. In de toren kon ik maar de helft van de film zien maar dat was verrijkend voor mij. Ik vervolgde de avond in het winkelcentrum ernaast waar een enorm plafondscherm computeranimaties afspeelt. Je moet weten dat ik al langer met zulke ideeën speel. Nu zie ik ze verwezenlijkt. Het kan volgens mij nog beter want het enorme scherm van ruim 100 meter op 20 vertoont hier en daar haperingen en de detaillering van de animatie kan nog beter. Niettemin een puike prestatie die ze ook hier niet gewoon zijn. Want veel mensen komen kijken en klappen zelfs in de handen bij de mooiste animaties. Dan nog even met een elektrisch karretje gereden dat eerder op de foor thuishoort. Evenwichtsoefening is eigenlijk de juiste terminologie. Tevreden stap ik op de verkeerde bus. Dus maar terug in de juiste richting naar het hostel.

Maandag 4 april 2016

Met de HST naar Pingyao duurt 2 uren. Het station ligt in het noorden van Xi`an. Met de metro er naartoe in de vroege ochtend. Het is de laatste halte dus missen kan niet. Het station ziet er precies uit zoals dat van Guangzhou. Het zal misschien wel de zelfde aannemer geweest zijn. In ieder geval een mooi contract. Ik was vroeg dus had ik tijd om dat allemaal te observeren.

De trein vertrekt tijdig en de reis verloopt vlot. Buiten is het mistig maar hier en daar reizen we aan meer dan 200 km. per uur door iets hogere bergen. De rest is vlakke zandgrond met een noordelijke indruk. Zeker geen bananen hier !

Opnieuw verloopt de reis op een verhoogd spoor. Pingyao blijkt klein te zijn en het station dus ook. Dat vergemakkelijkt de zaak. De stadsbus wacht voor de poort. In het centrum iets eten in een islamitisch restaurantje, net voor de poorten van de oude stad. Ik had toch al langer zin in boontjes. Nu een hostel zoeken. Niet zo eenvoudig maar met lokale hulp lukt dat ook.

De rest van de namiddag wandel ik op de muren van de stad en verschillende keren door de stad. Met intussen een massage, met deze keer de acupunctuurpunten en een voetbad. Maar ze willen wel niet zeggen wat ze in het bad hebben gegoten. Pingyao is een kleine parel. Een chinees Brugge maar dan zonder water. Boukhara was de centraal-aziatische variant.

Hier ziet het er helemaal anders en zo oerchinees uit. Met zwarthouden gevels, lage gebouwen, overal lampions, en mooie opschriften en veel donkere Chinese meubels. Trouwens zo veel dat ik de volgende avond een spaanse opkoper van antiek ontmoet in het hostel. Hier zoekt hij elk jaar maar je vind het blijkbaar gemakkelijker in Europa en in Amerika. Dat is het gevolg van de 19e eeuwse mode : het oriëntalisme. Hij zoekt hier naar ongerestaureerde stukken want die zie je nauwelijks in Europa.

Blijkbaar wel veel onderhandelen en heel goed zoeken tussen de vele `moderne` antiek of eerder de`brokantiek` van de TV-serie `de kampioenen`.

Kortom, ik heb het voor dit stadje. Ik zal niet eens alles kunnen zien binnen de oude muren. Ik klim zelfs twee keren op de muren, al is de tweede keer iets problematischer geweest.

Vroeg gaan slapen.

Dinsdag 5 april 2016

Bezoekdag in de oude stad. Elke chinese stad heeft een taoïstische tempel ter bescherming van de stad. Deze god is telkens anders en beschermt het steedje. Deze van Pingyao is uitzonderlijk mooi en vooral kleurrijk. Het is eerder een tempelcomplex met altaren voor verschillende goden. De meest opvallende vond ik de tempel van de keukengod. Maar hoe je dat in het chinees zegt ben ik niet meer te weten gekomen.

Elke taoïstisch tempel heeft 2, achter elkaar liggende, tempelgebouwen en voor de eerste heb je altijd twee opeenvolgende poorten.

De tempelgebouwen van deze stad hebben zelfs twee verdiepingen, wat ook een mooi uitzicht over de gekrulde daken (met draken) van de stad geeft.

Voor de eerste poort ga ik zitten om te roken maar ik krijg er sneller één aangeboden door een bewaker. Wanneer ik de mijne toon zegt hij `wisselen`. Geen eerlijk ruil. Die van hem kosten 60 yuan en die van mij 8 yuan. Maar hij wist het wel. Je proeft het verschil wel maar ook niet zo veel vind ik. Ze zien er wel `veel` mooier uit. Hij wenst mij vervolgens een aangenaam bezoek.

Dan volgt de confuciustempel. Die blijkt omgebouwd tot een keizerlijk examencentrum in de 17e eeuw. Een soort SELOR dus voor boekhouders, klerken, rechters en alle andere staatsambten.

Blijkbaar was, naast de leer van Confucius, vooral de kalligrafie belangrijk. Ze hebben zelfs een gedicht bestaande, uit een chinees symbool, op een grijze bakstenen muur geprojecteerd en dan ingevuld in deze zelfde eeuw. Best groot ! Het complex ziet er veel officiëler uit dan het vorige gebouw. En echte hogeschool.

Langs achter naar buiten en dan de eveneens oude katholieke kerk van Pingyao bezocht waar gelovigen aan het bidden zijn.

De laatste tempel die ik wil bezoeken ligt in het noorden. Het is de Qingxu Guan. Blijkbaar ligt hij onder het stofzand zoals zo veel gebouwen hier. Opnieuw de zelfde layout. Maar in de achterste tempel word ik waarlijk naar binnen gesleurd. Ik moet knielen voor een 4 meter groot beeld van een wijze man met een aartsmoeilijke naam die ik telkens weer moet opzoeken. Ik kende de naam wel want hij klinkt als een naam uit een tekenfilm voor jonge kinderen. Hij ziet er wel niet zo uit.

Ik krijg wierookstokken in de handen gedrukt die ik moet aansteken en dan gaan poten in de bak voor brandende wierookstokjes voor de open ingang. Dan neemt de taoïst mij mee naar zijn bureautje vlak naast de beelden. Daar reciteert hij gebeden voor geluk en intussen wrijft hij voortdurend op de kale plek op mijn hoofd. Eenmaal gedaan moet ik een offer brengen, zegt hij. Hij toont mij een map met wat andere buitenlanders geven. 100 yuan. Hij ziet dat ik verschiet en zegt dus dat 50 ook okay is. Zodus geef ik 50 en noteer ik mijn naam en land en schenking en datum in het register tussen alle honderdtallen. Als dat geen sociale controle is ?

Toch heb ik er helemaal geen slecht gevoel bij. Nadien bekijk ik nog uitgebreid de sporen van het onbekende dier op de stofferige balk die daar lag tijdens de wederopbouw. Deze sporen hebben de stad in 1996 in rep en roer gebracht want ze zijn niet te herleiden. Dus opteren ze voor een draak. En zo zien de twee lange sporen er ook wel uit. De sporen in het mulle zand werden uitgebreid gefotografeerd en dan nagemaakt in cement op de juiste plaats . Dat is wat ik nu zie. Vreemd hoor.

De achterste tempel is een gewoon bakstenen gebouw want het werd vernield tijdens WO II door de Japanners. Binnen wel meer houtsnijwerk. Het offer zal wel voor deze heropbouw dienen.

Moe observeer ik de zonsondergang in de straat. Terug naar het hostel waar ik rust en lees. Er bovenop heb ik zin in een avondwandeling na het slecht avondeten.

Nu ga ik eens naar het noordoosten, tussen de door toeristen verlaten woonwijken van het oude Pingyao. Na enkele straten en pauzes hoor ik een geluid vanop een zandvlakte van 20 meter op 4 tussen de huisjes langs de straat. Ik vermoed dat het een kat is maar waar is hij dan ? Dan zie een lijkje van witte puppy liggen en een blauwe plastic zakje. En nu opnieuw dat geluidje. Ik stap geïntrigeerd op het zand en achter een 50 cm hoge zandberg zie ik hem bewegen. Het is een bruingrijze puppy die beweegt en schreeuwt. Iets verder nog een lijkje van een zwarte puppy. Blijkbaar werden de drie hier weg gegooid en zijn ze duidelijk nog maar zeer recent geboren. Wat nu? Ik neem hem mee en zal aan het hostel raad vragen ?

In het hostel zegt de ober mij dat er in Pingyao geen hondenopvangcentrum is en dat ik er ook niet mee naar de politie kan. De andere ober komt kijken en zegt 3 dagen. Ik vraag hem wat ik moet dan moet doen. Hij haalt de schouders op. De eerst zegt dat ik een zogende moederhond moet vinden. Nu s`avonds laat ? Een register van zogende honden zal er wel niet zijn.

Ik neem hem dus maar mee naar mijn kamer. Hij is intussen rustig geworden. Ik was hem.

Dan komt een nieuwe kamergenoot binnen, begeleid door de eerste ober die voor de rest snel weg is. Thomas is een duitse informaticus die in Singapore werkt en hier werkt en reist. We hebben veel te vertellen want hij heeft al veel gereisd maar nog niet in China. Als wij buiten op het terras aan het babbelen zijn huilt de pup.

Wanneer we gaan slapen denk ik een "babypark" te maken met de ijzeren bak van de vuilnisbak. De puppy vindt dat duidelijk maar niets want nu huilt hij voortdurend. Ik had er nochtans mijn kussenloop ingelegd !

Dus moet ik hem naast mij nemen. En dan stopt hij onmiddellijk te huilen. Ik moet hem voederen want anders haalt hij volgens Thomas de nacht niet . Dus maak ik een papfles met een plasticwaterflesje een een doorboorde plastic. Niet echt handig maar het lukt. Eten heb ik sowieso niet. Dat is voor morgen. Als hij het haalt !

Woensdag 6 april 2016

De hond heeft de nacht meer dan goed doorstaan. Opstaan en dan een papfles gaan zoeken in de nieuwe stad Pingyao. Die vind ik gemakkelijk, met wat lokale hulp. Dan citroen, koeienmelk, slagroom en een ei gaan zoeken. Ik krijg geitenmelk of schapenmelk in het mandarijns nooit gezegd, ik zie het ook niet. Dus maar koeienmelk, al moet ik het beestje ook daarvoor tonen. Het is toch de citroen die de lactose moet afbreken. Dat heb ik allemaal deze nacht geleerd in de omvangrijke en klare mail van Francine (met hulp van Joyce). Slagroom heb ik China nog nooit zien verkopen. Ik denk dat ik gewoon niet weet waar ik naar moet zoeken. Uiteindelijk doe ik het maar met de coffeecreamer in poedervorm van bij de koffie in `harmony hostel`. Het goedje bereid ik voor in hun prachtige patio in oude chinese stijl. En het lukt wel, al drinkt hij op deze eerste dag nog niet veel.

Hondenopvangcentra : geen positief nieuws gekregen van Li Yuan per mail !

Het is tijd om te vertrekken naar het treinstation voor de HST. Met een klein hartje want iedereen zegt mij dat dat nooit zal lukken. Ik moet inderdaad door de metaaldetector, maar daar merken ze hem niet. Ik zal hem maar geen spinazie geven ! Dan de fouille met de handmetaaltector. Oei, Daarmee raakt de agent de in de kledij verstopte pup wel aan maar het draagbaar toestel geeft natuurlijk geen kik. Dus mag ik door.

Nu hopen dat het beest niet begint te schreeuwen. De 4 uren blijft hij zonder een kik te geven in mijn binnenzak van mijn jas zitten. Zelfs mijn buurvrouw, op deze drukke trein, merkt er niets van. Ik kan dus lezen. Nu hebben ze mij aan het raam gezet.

Ik weet niet waar ik in de hoofdstad zal aankomen. Maar ik weet wel dat dit opnieuw een helse rit zal worden met de metro. Ik wil namelijk naar het centrum.

Na het diertje te hebben gevoederd, net buiten het station - natuurlijk net voor het quarantainebureau van, zo blijkt, treinstation West. En natuurlijk met onvermijdelijk bekijks - terug onder de grond op zoek naar de juiste metro.

In de hoofdstad zijn er wel heel veel lijnen. Met opnieuw metaaldetectoren maar geen fouillering.  Zo komen we aan op de juiste bestemming in Hutong. Nu nog hopen dat ik binnen mag met dat schepsel. Opzettelijk kies ik een iets duurder hostel omdat ik vermoed dat er dan weinig volk zal zijn in een gemeenschappelijk slaapplaats. Dat blijk zo te zijn want ik ben alleen. Perfect  ! Zo stoor ik niemand. Ik was toch al van plan om naar `Peking Youth hostel` te komen omdat het goede commentaren kreeg in de reisgids.

Te moe om nog buiten te gaan blijf ik ter plekke eten, iets japans met wasabi en terriyaki maar het is niet lekker (maar wel veel te duur). Het wordt mij al snel duidelijk. De hoofdstad is veel duurder dan de rest van het land. Al is dat natuurlijk altijd relatief t.o.v. andere landen.

Ik weet zeer goed dat ik me nogal wat moeilijkheden op de hals haal. Maar wat kan ik doen ? Er is hier geen dierenopvang. Dat heb ik nagevraagd bij Li Yuang en in `harmony hostel`. Ik kan hem toch niet bij de achterpoten grijpen en met de kop tegen de stenen kloppen ?

Maar er is meer. Ik heb tijdens deze reis al te vaak tegen mij horen zeggen dat het onmogelijk is. In de zin van : er is geen bus (dat zeggen taxichauffeurs vaak), er is geen manier om te gaan, je kan daar niet naartoe, het is te koud, het sneeuwt, dat lukt je niet,... En telkens heb ik wel een manier gevonden (behalve geld vinden in Iran). Ze zullen wel nog eens gelijk krijgen maar ondertussen is het al zeer vaak wel gelukt. Ik probeer dat nu maar ook weer uit.

Donderdag 7 april 2016

Een zeer warme dag. Niettemin sta ik laat op. Ik heb toch amper een raam. Maar ik ben ook zeer moe. En de pup moet slapen en regelmatig eten. Nu slurpt hij vlot aan de fles (50 milliliter deze morgen, een record). Tijdens het ontbijt bestaande uit brusselse wafels (ja!!! en met slagroom, aardbei en ook met chocolade) op het bebloemde dakterras van Peking Youth Hostel trapt een jobstudent, die mij een koffie brengt, nog per ongeluk op het beestje dat zijn stekje had gevonden in de schaduw. Gelukkig kon hij tijdig hillen en dat luid genoeg. De jongen had hem niet zien liggen op het hout. De lichtintensiteit is vandaag zeer sterk, ook ik heb er moeite mee. En het schepseltje zag hem al helemaal niet. Zijn ogen zijn nog niet ontwikkeld. Dat komt eigenlijk goed uit. Zo wil hij graag in de zijzak van mijn broek blijven. Tijdens de hele wandeling steekt hij maar enkele keren zijn kop uit de zak om te snuiven wat er te ruiken valt. Verder kruipt hij weer in de veilige en warme tas. Hij moet wel op zijn gemak zijn want verschillende keren plast hij er in. Tja,!! Gelukkig droogt dat vandaag zeer snel en veel vocht  kan hij nog niet opslaan. Ik bezoek de beltoren en de drumtoren en luister naar één van die bekende chinese trommelsessies.

Ook hier weer telkens metaaldetectoren en scanners voor de rugzak. De rest van de namiddag breng ik door in de beide hutongwijken. De Lamatempel en het imperiale college zijn dicht. Dat zal voor morgen zijn. Tegen de avond keren we moe terug. Na het wassen en zijn papfles valt hij direct in slaap. Zo ga ik alleen Peking eend eten buiten het hostel. Bij terugkeer slaapt hij nog steeds.

Vrijdag 8 april 2016

Een bezoekdag in de Hutongwijk. De fraaie en grote boeddhistische tempel en de confuciuschool. Ze zeggen dat confuciaanse gebouwen er uit zien als mausolea. Maar ik heb eerder de indruk dat ze meer weg hebben van vrijmetselaarsloges. Zeer interessant vond ik de tentoonstelling over de leer van Confucius en zijn verspreiding. Zij beweert dat de idee van imperiale examens in de 17e eeuw is overgewaaid naar Europa in de ideeën van Voltaire en de andere verlichte filosofen. De imperiale examens, die tot doel hadden talent te vinden zonder rekening te houden met rang of stand, vonden zo ingang in het europees en later amerikaans bestuurssyteem. Dat had ik nog nooit gelezen maar het zou wel eens kunnen. Opmerkelijk vond ik de volgende zin. `Om te overleven in de 21e eeuw moeten we 2500 jaar terug naar de leer van Confucius`. Leiders moeten zorgen voor de bestuurden en vooral voorzien en elk op zijn kunde aanspreken. In tijdens van `Panama papers` klinkt dat inderdaad goed. Ik heb echt zin om meer te leren over deze Confucius en zijn leerling Mencius. Confucius leefde in zeer troebele tijden, de periode van de `warring states` tussen 700 V.C. en 200 V.C. In die zin is hij een kind van zijn tijd.

Ik bleef er veel te lang waardoor ik mij moet haasten om CITS te vinden in een andere wijk. Ik kom net te laat aan ! Morgen terug ! Je moet hier maar eens een reisagent vinden. Ze zitten vaak verstopt in een kantoortje in een groot hotel.

Omdat ik niet weet als ik morgen nog in Beijing ben beslis ik om nu toch eens Beijings` meest bekende gerecht te gaan proeven bij een specialist : de gelakte eend. Het blijkt een sjiek restaurant en niet zo duur. Je eet de -halve- eend met suiker, sojaolie, in een broodje of op lapjes deeg met wortelen, selder en een rode groenten. Er is wel minder vlees aan zo een eend dan ik dacht. De korst is echter uitzonderlijk lekker en vooral mooi en krokant.

Daarvoor werd ik nog meegesleurd door drie vrouwen op bezoek - om een koffie te gaan drinken. Het werd gevolgd door chinese wijn en jujubesap en groene thee. We hadden dan een discussie over wie de prijs zou betalen maar delen hoor want ik ken ze niet. Dat vonden ze minder. Over deze praktijk in grote steden had ik al iets gelezen maar ik was het totaal vergeten.

Zaterdag 9 april 2016

Vanmorgen was ik tijdig in CITS, het meest bekende reisagentschap in het land. De bediende was behulpzaam en zeer rustig belde naar de scheepsmaatschappij om te weten als er nog plaats was maar die antwoordde niet op zijn herhaalde pogingen. Aldus wil hij mij geen ferryticket verkopen van Tanggu naar Incheon in Zuid-Korea.  Wat moet ik nu doen ? Ik beslis samen met hem om naar de haven te gaan. Ik kan toch niet slapen in het hostel want volgeboekt op zaterdagavond.

De zeereis is mij het risico op toeristisch verlies in Beijing waard. Het zou ook gemakkelijker zijn.

Een hele rit, dat wel ! Metro, hogenselheidstrein naar Tianjin, bus naar Tanggu en uiteindelijk een taxirit. De kleine knaap is het duidelijk beu na de busrit. Hij weent en valt daardoor nog uit de zak van mijn jas op de stoep. Gelukkig niets ! Maar in de taxi weent hij bij elke oneffenheid in de weg (rails, hobbels, putten). Hij heeft het blijkbaar ook niet voor taxi`s al zijn zijn redenen anders. De `Tiajin international passengers terminal' blijkt potdicht te zijn. Het is in het havengebied. De vriendelijke taxichauffeur beseft dat hij mij niet zo kan achterlaten. Hij belt naar de scheepsmaatschappij en, wonder boven wonder, nu krijgen we antwoord van thuis uit. Maar wel negatief ! De veerboot van zondag is volzet en het ticketkantoor is op weekend. En de bootlijn naar Japan bestaat blijkbaar niet meer.

Dus maar naar een goedkoop hotel om deze dag vol tegenslagen te beëindigen. COSCO-hotel vind ik okay en helemaal niet duur. Net wat ik nodig heb. Het ligt tussen de loodsen op een soort lokale `Noorderlaan`. Tussen de woontorens nog iets eten in een havenstad die helemaal geen toeristen ziet maar wel buitenlandse werknemers.

Armzalig ziet het er niet uit. De supermarkt is net zoals die in mijn wijk. Ik kocht er gerief om zijn kunstmatige moedermelk te maken. Dat bereiden lukt dus niet met -binnen zwarte en vooral stinkende- ganzeneieren, vooral niet als ze al hard gekookt zijn. Ah, daardoor waren die zo veel goedkoper !

Een laag loongebied lijkt dit niet hoor! De hond was zo moe dat hij direct is ingeslapen en dat blijft grotendeels zo.

Zondag 10 april 2016

Na een echt chinees ontbijt met allerlei in zuur gemarineerde groenten en een soepje van rijst (zeldzaam hoor) merk in het COSCO-hotel een reisagentschap op dat vliegtuigtickets verkoopt. Perfect, precies wat ik nodig heb. Dit is dan ook een hotel voor zeelui. Zo een agentschap is dus logisch.

Het probleem is dat ik skyscanner niet kan gebruiken in het hostel in Beijing omdat het alleen beschikbaar is in het Mandarijns. Dit lukt mij dit niet alleen. Daarom komt dit agentschap nu goed van pas. Al spreken ze helemaal geen Engels. Maar het lukt het wel. Ik vlieg op dinsdag 12 april tijdens de namiddag van Beijing naar Incheon in Zuid-Korea. Een vlucht van 2 uren met de luchtvaartmaatschappij ASIANA. Nog een illustere onbekende. Nu nog de terminal vinden want er zijn er twee in Beijing. Dat vind ik later wel uit.

Vandaag heb ik geluk. De moeilijke dag met tegenslagen op rij lijkt voorbij. De zon schijnt krachtig in Tanggu. Er waait een stevige zeebries, aangenaam, lang niet meer gemerkt.

Met de stadsbus naar een andere halte waar ik voor een lang dok wacht op de bus naar Tiajin. Tanggu is de haven van Tianjin en het is de grootste haven van noord-China. Hier hebben ze de diepste diepwaterhaven gebouwd te wereld, althans door mensenhanden gemaakt. Maar die heb ik niet gezien want deze goederenhavens bevinden zich in het zuiden van de stad. Ik heb wel scheepswerven gezien waar ze precies wel veel schepen bouwen, al leken dat nogal veel loodschepen te zijn.

Je hoort ook tot s`avonds laat het geklop van de industrie. Ja, het heeft veel weg van Antwerpen, zonder het oude centrum.

Nu begrijp ik ook waarom ze zeggen dat de economie van Tianjin 16,7 procent per jaar groeit. Het is ook al een oud verhaal. Het was in het verleden eeuwenlang de graanhaven van Beiing.

Op de bus naar Tianjin houd ik mij bezig met de puppy. Als ik hem mijn pink als tutter geef weent hij helemaal niet. En dat heb ik nodig op deze overvolle bus. Maar ik moet zo wel meer dan een uur blijven zitten.

Dat leidt ertoe dat ik mijn kleine rugzak laat liggen op de bus. Net zoals aan de Bulgaarse-Turkse grens is dat een drama. 300 Meter na het uitstappen aan het treinstation van Tianjin merk ik het op. Lopen naar de halte en hopen dat de bus er nog staat. De puppy moet nu echt wel uit de broekzak gehaald worden en in de hand gehouden waardoor iedereen mij opmerkt. Oef, de busschauffeur slaapt in zijn bus en heeft mijn blauw rugzakje opzij gehouden. Zijn rit vertrekt nog niet !

Hartkloppend dank ik hem en stap ik uit. Onmiddellijk vraagt iemand mij om de puppy te kopen gevolgd door nog een `voorstellende` vrouw.

Omdat ik nog moet bekomen en de vraag niet verwachtte moet ik eerst gaan nadenken. Wat is beter om na te denken dan te wandelen. Ik wandel door de oude concessie. Dat is de door de Europeanen gebouwde wijk in het centrum. Tianjin was een buit na de tweede opiumoorlog. Het werd een vrijhaven waar de Europeanen hun gang konden gaan. De Chinezen koesteren deze wijk. Wederom merk ik op, en hoor ik, dat kolonialisme twee zijden had : goed en slecht.

Dat is volledig heropgebouwd en nagemaakt in britse, franse en noord-europese stijl en ziet er nogal trendy uit.

Ik geraak er niet uit. Er zijn voordelen en nadelen. Hun argumenten hebben zwaktes en sterktes. Ik keer terug en ga de `kopers` opzoeken om dit dieper te bespreken want ik wil duidelijk weten wat hun bedoelingen zijn. Maar ze zijn weg. Probleem stelt zich niet meer.

Met de hogesnelheidstrein naar Beijing aan 304 km. per uur. De puppy wil ook hier pinkzuigen. Het is niet dat hij niet genoeg papfles krijgt. Hij wil dit gewoon. Mijn buurvrouw merkt hem nu wel op , al denk ik dat door de geur is. Hij moet ook naar de W.C. Maar ze zwijgt als ze mijn vinger voor de mond ziet. Zo komen we aan in Beijing South trainstation. Na hem te hebben gewassen, met koud water, beslis ik nu toch naar de de `Temple of good harvest` te gaan. Dat is dichtbij. Ik weet wel wel dat hij dicht is maar het enorme puur chinese park er rond blijft langer open. En dat is ook de moeite. De tempel is het postkaarticoon van de stad. Je kent hem wel. Hij is volledig rond en heeft drie verdiepingen. Het is eigenlijk geen tempel. Het was een private offerplaats van de keizer waar deze goede oogsten kwamen vragen. Het is niet echt religieus (eerder `confuciaans`) maar hoe, en vooral aan wie ze dat dan vroegen, blijft mij onduidelijk. In ieder geval een mooi complex uit de 15e eeuw, al is hij heropgebouwd na een blikseminslag in de 19e eeuw.

Leuk vond ik de meteorieten die er geen bleken te zijn. Het zijn gebeeldhouwde miniatuurbergen die de `Tai`bergen voorstellen met 7 toppen die samen China voorstellen. Toen de Manchoeriërs aan de macht kwamen hebben ze er een, kleinere, 8e bij toegevoegd in het noordoosten om de eenheid van China met Manchoerije te verduidelijken.

Met de metro naar het `Peking youth hostel` waar ze mij hartelijk ontvangen en het spijtig vinden dat de boot niet gelukt is. Ze vinden mij de juiste vlieghaventerminal voor binnen 2 dagen. En ze merken terecht op dat het beestje gegroeid is. Ik had ook al die indruk (en vooral verdikt). Dat versterkt  zijn overlevingskansen. Wederom een vraag om hem te houden door een jong koppeltje hotelgasten, al denk ik dat het het puppygehalte nu te veel mee speelt.

Hij moet hoognodig slapen en ik eet dan rustig iets vietnamees met mijn `roommate` uit Langzhou, terwijl de was draait. Er is nu meer, door mijn reisgenoot die ook vuile was veroorzaakt.

Maandag 11 april 2016

Een bezoek aan de de verboden stad dringt zich op. Ik ga er naartoe langs het Tienanmenplein. Dat plein ligt mij niet. De grootste delen zijn heel erg gecontroleerd omdat er rond zo veel regeringsgebouwen staan waar maar weinig mensen lopen.

Op naar de verboden stad. Ik geraak wel twee poorten ver maar dan blijkt de rest dicht op maandag. Weeral pech !!!

Ik kom dan een lerares Engels tegen uit de eerste graad die twee dagen in Beijing is vooraleer door te reizen naar haar thuisstad naar Shanxi, net onder Pingyao. Daar is haar zoontje bij haar schoonmoeder.

Ze is enkele weken naar Europa gegaan : Italië, Zwitserland en Frankrijk. Ze vond het er blijkbaar saai omdat de mensen er vroeg gaan slapen en vooral omdat het er leeg uitziet. Tja, hier wonen drie keer zo veel mensen en veel handelszaken zijn later open, al is dit goed binnen de perken vind ik.

Ze werd ook bijna `gepickpocket` in Italië en ze was bang in het 13e arrondissement in Parijs. Op het einde van het gesprek vraagt ze wat ik vind van de eeuwige controles in China. Ik ben er aan gewoon geraakt na meer dan 400 controles in bijna drie maanden tijd (zonder overdrijven hoor). Ze zegt dat ze in Europa wat chinese controleurs zouden moeten overnemen. Dat lijkt mij inderdaad het beste van beide werelden. Ze moet een vriendin gaan bezoeken in de stad en raadt mij aan om naar het Zomerpaleis te gaan, want dat is wel open op maandag.

Goed, ik had toch al niet veel zin om zo een enorm een museum te bezichtigen. Dat is ook de reden waarom ik het British Museum nog niet bezocht heb.

Het park rondom het zomerpaleis en het grote kunstmatig `Kunmingmeer` is echt mooi en verfrissend op deze warme dag. Er zijn enorm veel sites te bezoeken. Ze dateren bijna allemaal uit de 18e en de 19e eeuw. Cixi Dowager, de voorlaatste keizerin gaf een andere bestemming aan het geld dat bedoeld was voor de imperiale marine. Zij bouwde er een mooi paleis mee :`paleis der rimpels` genaamd (het ligt net aan het meer, vandaar). Puyi, de laatste "kindkeizer" vertoefde hier ook meestal.

Eerst naar de marmerboot gaan kijken. Daar blijkt dat ik hem beter op de foto`s vond dan in het echt. Hij is fijner dan ik dacht en het onderhoud kan beter. Maar de rest van het park sprak mij wel wel erg aan met immer mooie uitzichten op het meer en de 17 bogenbrug in het midden van het meer.

Het zomerpaleis ligt wel ver met de metro aan de rand van de stad. Nu is het toch stillaan tijd om te gaan denk ik. Na 2 olieverfschilderijen in Hong Kong kocht ik hier nog 3 ingekleurde pentekeningen van verschillende chinese bloemen en planten. Tel daarbij de 12 oliën, de 3 wierookdoosjes, een parfum dat er uit ziet als witte boter in een potje, postkaarten, een CD met boeddhistische muziek, oortjes, `the happyness project`, brochures en tickets allerhande, een nieuwe zakdoek, weeral een nieuwe handdoek en tenslotte een opgroeiende chinese platneus.

Dan weet je dat ik weer volgeladen ben. Tijd om naar Zuid-Korea te reizen en er de post op te zoeken. Vingers kruisen dat dat morgen allemaal lukt want ik krijg hierover alleen maar negatieve berichten.

Foto’s

3 Reacties

  1. Steven de bel:
    4 april 2016
    Hallo Axel.
    Blij te lezen dat je veilig en wel het eindpunt van de zijderoute hebt bereikt.
    Wat zijn de plannen nu eigenlijk ? Via een andere weg al de terugreis aanvatten of nog even rondtrekken in Oost-Azië ?
  2. Danielle:
    6 april 2016
    Ongelooflijk mooie reis!!! Hoe speel je het toch klaar om al dat openbaar vervoer te regelen en telkens weer een slaapplaats te vinden?! Ik ben net terug van Malta, iets dichterbij en vooral veeeel minder ingewikkeld Nog veel plezier, D.
  3. Chantal:
    9 april 2016
    Hé Axel, spannend met je puppy, heb je al een naam voor hem, haar? Voorbereiding op het vaderschap? Wat zegt jouw chinese horoscoop?
    De beste groetjes van Chantal