Afvallige provincie

3 augustus 2016 - Blankenberge, België

Zaterdag 23 juli 2016

En zo kom ik vroeger aan dan vertrokken, na een internationale vlucht van 175 km. over de oceaan, voorbij het laatste Japanse eilandje aan mijn linkerkant.

Taipei, dat blijkt niet meer de Japanse wereld te zijn maar door en door China. Daarmee bedoel ik : hoge gebouwen met daartussen lage gebouwen. Ze hebben allemaal een andere, meestal vuile, kleur. Ruimtelijke ordening : nog niet van gehoord ! Overal staat wel een gebouwtje in de weg van het uitzicht.

Het verschil tussen Japanners en Chinezen kan niet duidelijker. Chinezen zijn individualistisch en trekken zich niets aan van wat de buren denken en doen. Japanners zijn groepsmensen. Ze vertrekken vanuit de groep, eerder dan vanuit het individu en besteden wel aandacht aan hoe iets er uit ziet.

Je ziet het ook aan de bedrijvigheid. Hier enorm veel kleine handelszaken, met elk hun neonlicht.

De mensen zien er ook anders uit. Bruinere tint, iets dikker, een beetje groter, andere kleren in meer variatie. De mensen op Taiwan spreken mandarijns en geen Japans.

De munt is de New Taiwan Dollar. 40 NT$ voor een euro. Maar de biljetten zijn wel de mooiste die ik al mocht zien want de kleuren zijn zo scherp. Op die van 500 NT$ staat zelfs een baseball team. Verder veel bloemen en kleurrijke paleisjes.

Vanuit de luchthaven met de bus naar "Taipei main station". "Flip flop hostel" ligt hier niet ver van. Eerst een beetje slapen want het is voor mij al meer dan goed geweest zo tussen de hoge torens in de hitte. Pas wanneer het donker is geworden, iets eten in zo een typisch chinese fastfood. Noedels met vleessaus dus. Niet moeilijk dat Chinezen dikker zijn dan Japanners. Die eten vooral vis, algen en rijst.

Zondag 24 juli 2016

Als er iets is dat je moet bezoeken op Taiwan dan is dat het "national palace museum" in Taipei. Toen de nationalisten het pleit verloren van de communisten op het chinese vasteland in 1948 vluchtten ze - met 2 miljoen mensen - naar hier. Ze namen al het goud van de chinese overheid mee. En ze haalden ook de verboden stad in Beijing letterlijk leeg en namen dit allemaal mee. En dat kan je nu hier bekijken. Ik denk dat dit wel goed was - want anders zou het vernietigd zijn geworden tijdens de culturele revolutie eind de jaren `60. Ik kon de verboden stad allleen van buiten zien want het was dicht, op die maandag. Maar nu zie ik, ironisch genoeg, wel het interieur. Prachtig moet ik zeggen. En zo veel chinese bezoekers ! Nog geen zo'n druk bezocht museum gezien. Zo veel chinese geschiedenis is in deze vele stukken te zien. Bronzen ketels en voorwerpen tot 6.000 jaar oud met opschriften, een zeer grote verzameling unieke jadestukken, prachtige chinese schilderijen, kalligrafie, fijne oosterse meubels, een zeer grote collectie juwelen met o.a. enorme parels, de hele ceramiekgeschiedenis van China, boeddhistische en tibetaanse voorwerpen, en ik laat vleugels van het museum liggen.

Je kent mischien wel de chinese kool met het insect er op in groen-witte jade. Dat is zeer bekend. Maar dit is maar een van de meer dan 70.000 stukken die er hier zijn. In rollende bewegingen worden zij getoond. Het mag er zijn ! Wat een ongeziene verfijning !

De hele dag ben ik zoet geweest. Buiten is het weer broeierig heet geweest met sterk stralend zonlicht. In de stad is dat nog erger door de weerkaatsing van de stenen. Ik moet echt acclimatiseren aan het stadsleven na weken, op de immer meer verlaten eilanden, te hebben door gebracht.

S`avonds ging ik naar `Shilin nightmarket`. ik vind die niet zo goed want hij is te toeristisch geworden.

Maandag 25 juli 2016

Zogezegd ging ik de hete bronnen bezoeken. Net als Japan is Taiwan erg vulkanisch. In de heuvels rond Taipei zie je fumarollen en ik zag minstens een sterke geiser uit de grond ontsnappen.

Daar ik ondertussen een ervaren bader ben ga ik altijd in de late namdidag naar de badhuizen. De rest van de late voormiddag en namiddag gebruik ik dan om een en ander te bezoeken. Vanmorgen was het de geschiedenis lezen van dit eiland, op het terras van van de koffiebar naast het `flip flop hostel`. Een opvallende naam die ik kan waarderen, want zo vergeet ik hem niet. Dit is al van pas gekomen. Dan met de MTR naar Beitou. MTR, net de zelfde naam als in Hong Kong, dat is de metro in de lucht.

Van Beitou naar Yangminshan nationaal park met het busje. Daar ben ik wat in teleurgesteld omdat alles ofwel dicht is ofwel in restauratie ofwel slecht aangeduid. Ik kan dus maar de randen van het grote woudpark op de bergflanken bezoeken.

De ouderen rusten onder de bomen en kaarten naast het tempeltje met het beeld van Sun-yat Sen in plaats van een heilig beeld.  Het is wel ferm klimmen en eigenlijk is het nog veel meer klimmen. Ja, Taiwan is bergachtig. Het grootste deel van het eiland is zo, met veel pieken tot 3920 meter. Niet moeilijk dat ik gisterenavond een auto zag met een skibox. En dat op de kreeftskeerkring. Maar ja, hoger zal je inderdaad wel kunnen skiën in de winter.

Dus maar wat rondwandelen op de paden van de subtropische bossen. Onderweg ontmoet ik een oudere reizigerfotograaf, die veel gereisd heeft en mij zijn fotofolder geeft. Hij vindt blijkbaar ook dat in China altijd het onverwachte je overkomt - zo lees ik in zijn brochure.

Wat hoger ontmoet ik een muzikant die op zo een typisch Chinese fluitje speelt - wanneer ik weer weg ben. Ik blijf luisteren want dit kon ik niet horen in China.

Dan verder de ouderen die naar Chinese statige muziek luisteren op hun zeer kleine radio (klassiek zoals op de communistische defilé`s) .

Terug aan de bushalte heb ik zeer aangenaam lang gesprek met een Maleisische `businessman`. De man van Chinese -ik vermoed christelijke - origine toont mij zijn huis op foto`s op de smartphone (met net als de mijne, te weinig geheugenruimte) en nodigt mij uit in Maleisië. In de bus krijg ik dan zijn kaartje. Lim Theam Siew en zijn business blijkt te zijn : handelaar in vogelnesten ! En ik maar denken dat dit alleen maar in de oude films bestond. Morgen heeft hij een handelsafspraak. Daar zou ik nu eens graag bij zijn ! Niettemin denk ik dat hij goede zaken maakt.  Hij blijkt zelfs president van de `malaysia birds nest merchants association` te zijn.

Terug in Beitou blijkt het eerder klein openbaar bad stampvol te zijn, en vooral, ik ben de zwembroek en handdoek vergeten.

Ik ben al zo verwend geweest op dat vlak dat ik het maar links laat liggen en misschien op een andere dag terug kom.

Na iets te hebben gegeten ga ik naar een andere stadswijk om de `Ningxia nightmarket` te bekijken. En die vind ik echt goed ! De rijkdom aan verwerking van voedingswaren op onbekende wijzen : onuitputtelijk ! Ja, dit is het China van de vlakkere gebieden in het oosten. En hier zijn geen toeristenwinkels. Vanavond probeerde ik een schelp uit, iets groter dan een vuist, met een soort vermalen sint-jacobsvrucht met opgeklopt, gebakken ei, kaas en veel peper voor 80 cent. En daarna twee ijsbollen (waterachtig melkijs met vruchten) op een bed van gemalen pinda`s in een rijstlap met peterselie. Dat maakt dan 3 ijsbollen per dag. De tropische temperaturen zitten er voor iets tussen.

Door de hitte en zonnestraling stootte ik vanmiddag weeral mijn hoofd. Vandaag was dat tegen de loop van een antitankkanon van Chiang Kai-Chek dat in het bos opgesteld stond als versleten museumstuk met veelkleurige beschilderde bunkers in een bamboobos. Niet erg, alleen bleek er een halve barst in een arm van mijn bril te zijn. Een week voor mijn terugkeer ! Hoe is het mogelijk ? Ik plak hem vanavond wel met plakband om hem te verstevigen, zodat die het ook uithoudt.

De geschiedenis van Taiwan vind ik pas kleurrijk ! Het leest als een roman.

Zo speelde de Hollandse VOC, in de 17e eeuw hier een grote, doch niet zo propere, rol.

Zij werden in 1662 buiten gekegeld door een kleurrijke figuur, Cheng Cheng Kung. In het westen kent men hem als Koxinga. Hij was de zoon van een Chinese piraat en zijn Japanse bijzit.

Koxinga vocht voor de Ming dynastie, als admiraal, maar werd zelf baas van dit eiland. Zoals gewoonlijk in de geschiedenis in deze streken was hij daarna van plan het vasteland in te nemen maar hij stierf te vroeg. Zijn zoon zette het onafhankelijk Tungning wel verder maar na zijn dood werd het weer Chinees door lokale onenigheid.

In de 19e eeuw werd Taiwan dan weer Japans. Dat is ook een grappig verhaal. in 1874 werden 54 Japanse vissers vermoord door de aboriginals in het zuiden van Taiwan.  De japanse autoriteiten vroegen hulp en raad aan de Qing-administratie in China maar die beweerde dat de aboriginals in het zuiden van het eiland buiten hun controle waren. Japan organiseerde dan maar zelf een strafexpeditie met 3600 man.

Na nog een Franse inval werd Taiwan Japans in 1895 tijdens de al veel aan bod gekomen chinees-Japanse oorlog. Dit is in Azië nog altijd gevoelig, heb ik de indruk, gelet op de vele keren dat dit wordt aangehaald.

Pas na de Tweede Wereldoorlog werd het eiland, eerst chinees om dan onafhankelijk te worden na de overwinning door de communistische partij in 1948. Wist je trouwens dat 30.000 Taiwanezen zijn gestorven tijdens WOII, aan de zijde van de Japanse strijdkrachten ! Niet moeilijk dat de "vastelanders" dit eiland Chinees willen maken.

Vorig jaar werd ik opgeschrikt door het nieuwsbericht dat Taiwan had gekozen voor een president die onafhankelijkheid wilde van China. Ik dacht toen : dit wordt hommeles ! Maar nu heb ik geleerd dat dit een constante is in de politiek tussen het eiland en het vasteland. Regelmatig duiken figuren op die onafhankelijkheid willen en die worden dan opgevolgd door figuren die dan weer toenadering willen. De laatste, uit 2008, werd trouwens geboren in Hong Kong en vond zich zelfs de enige rechtmatige autoriteit over het Chinese vasteland (dat vind ik pas overmoedig).

Over een ding zijn ze het hier allemaal eens : Taiwanezen aanvaarden op het eiland de autoriteit van de Chinese communistische partij niet. Toch blijken er 1600 kruisraketten klaar te staan op het vasteland, gericht naar ons eiland ! De politiek in de Chinese wereld blijkt voor mij al even mysterieus te zijn als het boeddhisme.

Ja, ik begrijp de overheid op het vasteland steeds meer wanneer ze zeggen dat ze dit eiland beschouwen als een afvallige provincie. Dat lijkt mij echt zo te zijn. Het is door en door chinees in al zijn aspecten, maar dan zonder de overheid van het vasteland. Niet dat ze het veel beter doen hoor. Nog zo een kleurrijk feit ! Het eiland blijkt, ter wereld, de meest politici te hebben die openlijk uit de onderwereld komen en dat op elk echelon. In Italië probeerde of probeert de maffia steeds van achter de schermen invloed op de politiek uit te oefenen. Maar hier doen ze dit openlijk ! 3 procent van de verkozenen in het nationale parlement blijkt of bleek uit deze wereld te komen. Lokaal steeg dit zelfs tot 27 procent.

Dinsdag 26 juli 2016

Een reisdag van Taipei naar Hualien. Verder geraakte ik niet want de bus was al weg. Hualien is een aangenaam stadje langs de kust van de grote oceaan. Ik ben verbaasd van de hoogte van de bergen direct langs de kust. Het binnenland ziet er inderdaad ruig uit. En zeer groen door de overweldigende subtropische plantengroei. Veel brede doch ondiepe rivierbeddingen stromen uit deze bergen zo goed als direct in de oceaan. De oostkust blijkt minder bewoond te zijn dan de westkust. Hier en daar is de oude cementindustrie opvallend en natuurlijk marmergroeven. Dat is voor morgen.

Vanavond genoot ik van de nightmarket hier in deze stad waar meer wind is en die er luchtig uit ziet. En ik kocht een paar lichte klompen, made in Taiwan.

Woensdag 27 juli 2016

De klompen van 5 euro bleken brol die mijn tenen bezeren, al zijn de zolen een waar plezier. Maar weer die door en door versleten sandalen aantrekken. Ik heb nog iets meer dan een millimeter zool aan beide sandalen. Dat zou voldoende moeten zijn voor de laatste dagen.

Met de bus naar Taroko. Dat is een stelsel van valleien die allen zeer diep ingekerfd zijn in het marmer. Ze worden overkoepeld met subtropische vegetatie en steile bergen tot 2200 meter hoog. Ik stap uit aan Cimu-brug met zijn witmarmeren chinees paviljoen en rood dak.

Het oude Japanse wandelpad dat opstijgt is mij spijtig genoeg verboden op straffe van boete. Daarvoor moet ik een toestemming vragen, wat minstens 3 dagen duurt.

Dan maar starten langs de weg. Die verlaat ik zeer snel om de oude weg te vinden door de prachtige 9 tunneltjes.

Wanneer je boven je kijkt zie je vaak maar een spleet licht. Zo hoog en verticaal zijn de bergen hier. Onder jou stroomt de grijze Liwu als een mes door het marmer in vele kleuren.

Toch indrukwekkend hoor, die verticale plantenmuren honderden meters hoog. In Taroko is het koeler door de steile wanden die minder zonlicht doorlaten en vooral door de wind die zich een doorgang moet wringen door de zeer smalle valleien. Hierdoor neemt hij toe in kracht.

Je voelt soms ook de "spray" van de Liwu. Verkoelend ! De oude weg blijkt wel een werf waar ik eigenlijk niet op mag maar dat leer ik pas onderweg. Er zijn weeral instortingen geweest. Men wil de weg verstevigen die, van oost naar west, dwars door Taiwan loopt. Een eeuwig werk dat nooit af is, lijkt het wel.

Na vele mooie uitzichtspunten geraak ik aan de zwaluwgrotten. Deze zeer kleine zwart-witte-oranje vogels met elegante vormen eten in de vlucht de vliegende insecten op, die hoger komen door de veroorzaakte wind. Zij zijn het symbool van Taroko. Mooi die "pacific zwaluw". Ze nesten in en onder de wanden.

Daar er maar weinig bussen zijn, en ze allen telkens te laat zijn, ga ik uiteindelijk maar terug naar Hualien.

Onderweg stap ik af in het visitor center, lager bijna aan de oceaan. Daar leer ik meer over de wandelpassen en vraag ik advies aan de parkwachters. Het is hier mooi. Met de laatste bus terug naar Hualien.

Donderdag 28 juli 2016

Daar de tijd vliegt heb ik beslist om alleen maar in het noorden van Taiwan te blijven. Morgen ga ik noordwaarts langs de oostkust naar Jiufen. De spoorweg loopt langs de oceaan, wat mij aangenaam lijkt.

Vandaag was een luie dag, omdat ik uitsliep, maar ook omdat ik babbelde met de mensen van het hostel amigos. Het is een plek die aanzet tot rust. Heel Hualien zet eigenlijk aan tot rust.

Met de bus naar de hoger gelegen gedeeltes van Taroko. Dat duurt wel twee uren, al was het maar omdat de erosie hier zo sterk is dat ze steeds de tunnels moeten versterken. Vaak storten de bruggen gewoon in door Typhoons. Ze bouwen er dan een nieuwe naast of op de zelfde plek.

Dag in dag uit snijdt het water als een mes de rotsen van buiten en van binnen. Nu begrijp ik waarom je hier eigenlijk een helm moet dragen, en ook waarom ze een zaklamp aanraden. Sommige van deze tunnels zijn werkelijk pikdonker. De lamp van de goede oude smartphone helpt mij in de meest donkere situatie. Die kan toch wat hoor !

Van Tianxiang gaat het dan te voet van de paar gebouwen naar de Baiyang watervallen. Dat is een wandeling langs min of meer ingerichte richels en vele kleine tunnels en brugjes. Overal zijn wel tekenen van recente grondverschuivingen.

Het blijken vele watervalen boven elkaar te zijn in allerlei kronkels. Vandaag valt er soms een beetje regen, maar altijd kort. De wandeling eindigt bij een grondverschuiving, net na de watergordijngrot.

Een tientallen jaren geleden door de mens gemaakt tunneltje - voor hydro-elektrische werken - waarbij men, ongewild, een onderaardse samengevloeide rivier doorbrak. Nu veroorzaakt dit een reusachtige douche in de tunnel en het water stroomt er dan uit via een zeer heldere koele rivier.

Vreemd en het is de eerste keer dat ik de kracht - en de grootte - van onderaardse stromen besef. Die hollen de rotsen gewoon van binnen uit tot meer afgesleten vormen. Rotsen vallen hierdoor af en toe van het dak.

Dan moet ik mij haasten om terug de laatste bus naar Hualien te kunnen nemen. Misschien was ik beter in Tianxiang blijven slapen. Maar ja, Hualien is gezellig.

S`avonds vraagt de eigenares mij nog advies want ze wil haar guesthouse volgend jaar van de hand doen en een jaar op reis gaan. Maar naar de "koude" want het is haar hier te warm. En niet naar China want daar zijn haar ouders gevlucht bij de val van de nationalisten rond 1946 - ze hebben er een trauma aan over gehouden en zij ook. Japan is ook haar ding niet. Ze heeft in het hoofd : paarden en honden gaan verzorgen in Yukon en daarna in het echte noorden blijven.

Don King, die hier werkt maar eigenlijk uit uit Hong Kong komt, nodigt mij nog uit om naar de film van 23u35 te gaan, waar alle betrokkenen van dit guesthouse naartoe gaan. Maar ik heb niet zo veel interesse in een Amerikaanse 5e vervolgfilm (iets met Jason...). Ik kijk zo weinig naar TV dat ik het nu helemaal verleerd ben.

Vrijdag 29 juli 2016

Tot 11uur verderzetting van de grote uitleg over de Zijderoute aan Don King.          

Een reisdag van Hualien naar Jiufen. Met de overvolle oudere trein waardoor ik in de gang moet gaan zitten gedurende bijna 2 uren. De bergen worden geleidelijk lager en we rijden uiteindelijk langs de oceaan. Niemand zwemt hier. Ik heb gehoord dat de stroming hier gevaarlijk is en het is onmiddellijk zeer diep. Nu is de oceaan uitzonderlijk rustig. Ze zwemmen hier liever in de rivieren.

Gevolgd door de bus vanuit Fulong beach naar Jiufen via de kustweg. Onderweg zie ik de gouden waterval. Dat is eigenlijk koperafzetting waarover de waterval vooortdurend stroomt. Voorbij de infrastructuur van de goudmijn tot in het dorp. Dat blijkt zeer toeritisch te zijn tot 20 uur. Daarna is het dorp zo goed als leeg. Eenmaal voorbij de massa vind ik een B&B in een oud houten huisje op de zeer steile heuvel langs de kleine straat.

Die eigenares is van weinig zeg maar elk woord dat ze zegt is `to the point` en nuttig. Zo leert ze mij dat ik naar de zonsondergang moet gaan kijken, via een wandelpad verder op, voorbij de kleine tunnel. Dat blijkt een zeer mooie plek te zijn met oceaanwind waar ik rustig en lang blijf liggen op een metalen zitbank - waardoor de verkoelende wind waait. Hier is gewoon niemand. Je moet het maar weten.

En dan is hij daar ! De zonsondergang in het westen, op de steeds lager wordende bergen, voorbij Keelung. In het noorden onmiddellijk de Oost-Chinese Zee. In het oosten enkele groene heuvels met daarachter de Grote Oceaan. Ten zuiden, achter mij, de ondoordringbare groene bergen van Taiwan met zwevende roofvogels en enorm veel, zeer, lawaaierige grote krekels.

Terug via het wandelpad, voorbij de vele persoonlijke tempeltjes ter ere van de voorvaderen. Sommigen goed onderhouden, anderen vervallen.

Een bord rijst met eierstruif, groenten en een beetje varkensvlees (met de nadruk op een beetje) in een klein theehuisje waar ik Wu uit Taipei leer kennen. Hij nodigt mij zondag uit voor en bezoek aan Taipei.

Zij neef houdt de tent open (want dit is het familiaal huis waar ook Wu is opgegroeid) en schenkt mij bij het afscheid een pakketje 3D-postkaarten met een diepe buiging. Ik zou mijn handen niet op de schenking moeten houden bij het krijgen. Ik ben de chinese gewoonten al vergeten merk ik. Goed dat ik terug in de chinese wereld ben vooraleer ik het helemaal vergeet.

In het B&B nog de laatste wasbeurt doen - maar nu wel met de hand, wat zelden is gebeurd. Drogen doet dit in minder dan een nacht op de wasdraad. Ongelooflijk dat klimaat hier !

Zaterdag 30 juli 2016

Ik dacht een kort bezoek te brengen aan Jiufen. Maar dat bleek wat langer te duren dan gedacht. Er is daar op wandelafstand een grote goudmijn die begin de jaren `80 gesloten werd. Hij is sinds kort toegankelijk gemaakt voor toeristen. En dat bleek interessanter te zijn dan ik verwachtte.

Een korte tocht door mijnschacht nummer 5. De geschiedenis van de mijn (met inbegrip de vruchteloze pogingen van Spanjaarden en de Nederlanders, al zaten ze er maar enkele honderen meters naast). Tenslotte de vondst van stofgoud in de Keelung rivier in 1890, tijdens de aanleg van de eerste chinese spoorweg.

Er ligt een klomp goud van 1kg.370 gram (in de vorm van een doos toblerone). Iedereen wil zich hierbij laten fotograferen waardoor er steeds een file staat. Je kan er aan voelen. Het is waar : goud voelt zacht en warm aan, in vergelijking met andere metalen.

De britse krijgsgevangen die moesten werken in erbarmelijk omstandigheden voor de japanse bezetters. De heropstart van de mijn na de onafhankelijkheid. De sociale ontwikkelingen die erg gelijken op die van deze industrie in onze streken.

In deze mijn vind je niet alleen goud maar ook koper en in de buurt zelfs steenkool. En dat allemaal met oceaanzicht. Het is wel de eerste maritieme mijn die ik zie. Eigenlijk zijn deze twee dorpen onstaan rond de mijnactiviteit. En die is ontstaan omdat er hier voor ons een grote, uitgedoofde, vulkaakrater staat., Je ziet nog wel zijn vorm, al hebben ze intussen een klein deel van zijn wand verbruikt door de mijnbouw. Daar zie je niet veel van als je het niet weet want het groen heeft alles weer ingepalmd.

Op het einde van de namiddag deed ik mee aan goud zeven. Ik dacht eerst dit flauwekul zou zijn om toeristen te lokken en ik schreef mij maar in om actief te zijn.

Maar in elke schep donkerbruin zand uit de keelung rivier, die wij allen kregen, zit wel degelijk goudstof.

Eerst het zeven in een ovalen metale schaaltje aanleren.

1.Het is de bedoeling om de grotere keitjes er uit te halen door draaibewegingen in het het bassin uit te voeren. Dan de zwarte keitjes afschrapen.

2.Door draaiende bewegingen te maken met het schaaltje in een bassin zakt het zwaardere goud naar de bodem van de schaal, onder het zand weg. Het lichter zand verdwijnt in het bassin door de draaibewegingen. Niet vergeten af en toe te schudden om het geheel weer te laten inzakken en dan opnieuw beginnen.

3.Uiteindelijk zie je een beetje, wit-zilverachig, goudstof bij elkaar glinsteren op de bodem van de schaal. Het was meer dan ik verwachtte.

4. Het geheel overgieten in een glazen potje met kurk en een beetje water aflaten.

5. Dat mag je dan mee nemen in de flacon, waarbij je maandelijks het water moet vervangen op een welbepaalde manier om het goud niet weg te gieten.

Het goud glinstert bij het licht van een smartphonelamp. Een van mijn `medezevers` had een nugget. Volgens ons was dit `fools gold`. Het heeft een iets meer donkere kleur dan ons goud. Nu maar hopen dat ik niet met en kluitje in het riet ben gestuurd. Goudstof voor bijna 3 euro ! Niettemin blijft goud vinden zeldzaam. Indien je al het goud dat in de menselijke geschiedenis ter wereld is gevonden in goudaders en door het zeven van zand in rivieren bijeen zou nemen dan zou  je nog maar een kubus hebben van 20 op 20 op 20 meter. Dat is inclusief alle klompen in banken en munten, beelden, juwelen, bladgoud, gouden tanden, sommige CD`s, contacten van elektronicatoepassingen, medicamenten, alcohol en chocolade met wat goud op,...

Van hieruit weer te voet naar Jiufen. En nu is het tijd voor wat ik hier eigenlijk kom doen. Dat is thee drinken in één van de verschillende oude mijntheehuizen met zicht op de oceaan. Denk maar aan een soort saloon uit het wilde westen.

Thee is belangrijk op Formosa. De meest bekende thee is Oolong thee. Hij smaakt zuurder dan de thee`s die ik dronk uit de provincie Fujian (bloemig) en dat ligt maar aan de andere kant van de zee.

Vandaag leerde ik via een mooie theeceremonie, met een prachtig zonnig en breed uitzicht, dat niet elke oolongthee zuur is. Het hangt af van het soort blad. Het rode blad (honche Oolong) is minder zuur en sterker qua karakter dan het groen blad - maar daar ben ik de chinese naam al van vergeten.

Ik bleef er vrij lang omdat het er zo aangenaam was. En dan bleek dat dit sjieker theehuis geen vergoeding wilde, ook niet na aandringen.

Nu de rugzak ophalen en een bus proberen te vinden naar Taipei. Dat blijkt snel te lukken, al zijn er ook vandaag veel dagjesmensen in Jiufen.

In Taipei vind ik weer plaats bij `Flip Flop`. Ik verlang naar de Ningxia nightmarket te gaan want het zal weldra gedaan zijn met culinaire ontdekkingstochten.

Na de soort sint-jacobschelp van enkele dagen geleden wordt het oesteromelet, gevolgd door 8 gegrilde verse oesters met een beetje limoen, gevolgd door een dessert van guava met palmpoeder en zout (al is deze vrucht hier minder vers en het palmpoeder minder lekker dan in Hualien).

Afronden met een Taro milkshake. Taro is een soort, wittere, aardappel met spikkels. De vrucht is ook groter - en heeft schilfers aan de buitenkant.

Zondag 31 juli 2016

Voor mijn allerlaatste dag van deze reis heb ik afgesproken met Wu om 10u00 aan uitgang 2 van metrostation Shuanglian. Hij haalt mij daar netjes af want we willen tempels bezoeken. Hij neemt mij na een koffie eerst mee naar de tempel van Confucius. Een van zijn favoriete rustige plekken in de stad waar hij komt studeren. En het is hier zeer rustig.

Wu is een gepensioneerde architect die zijn werkdagen spendeerde in Taipei, Hong Kong, Shanghai en Singapore aan het bouwen van grote gebouwen zoals scholen, casino`s, kantoortorens,... Daar zijn echtgenote ernstig ziek werd heeft hij zich hier definitief teruggetrokken. Nu studeert hij Engels en kunsten.

Hij zet mij eerst in een kleine bisocoop om een film in 3D zien - met trilbewegingen in de zetel en met luchtdrukverschillen om de ervaring te versterken. En dat alleen maar om de geschiedenis van deze 100 jaar oude private tempel uit te leggen. Er bevindt zich hier, net zoals in Beijing, een hele uitleg in de kamers rondom de tempel over de wijze leermeester en zijn 72 leerlingen. Op 28 september is het zijn verjaardag en dat wordt ook hier zeer uitgebreid gevierd met een drie uur durende ceremonie waarin de burgemeester een grote rol speelt.

Van hieruit gaat het 100 meter verder naar de Taoïstische tempel. Bao`an wilde ik echt zien want het is het typevoorbeeld van Taiwanese tempel. En hier zijn er zeer veel. Het verschil met China is dat ze hier de fleurige, opgewekte zuid-chinese stijl hebben bewaard. Dat is vaak niet meer zo in China, om politieke redenen.

En deze tempel is inderdaad mijn lieveling geworden. Ook hier zeer weinig volk. Ja, 2 meisjes die bidden voor de goede afloop van hun examens voor de god van de literatuur, met wierookstokjes in de hand.

De grote papieren lantaarns vallen echt op. Dat is een specialisatie van Taiwan, heb ik eerder gelezen. Ook de mooie, veelkleurige, draken op de afgeronde daken zijn een plezier om te zien.

Hier zijn veel aangeplante planten die nu in bloei staan. Dat veroorzaakt mooie foto`s en schept een zeer aangename sfeer.

Matsu (de zeegod) wordt hier vereerd, naast nog tientallen ander godheden zoals Baosheng Dadi (de gezondheidsgod).

En ook Confucius heeft hier zijn schrijn. Maar nooit met een beeld, altijd met een geschrift. Dit schrijn is ook veel soberder.

Na de Bao`an tempel gaan we eten in een populaire wijk. Zijn lievelingsrestaurant blijkt een japans-Taiwanese keuken te zijn sinds 1946. Het wordt een meergangen menu. Hij trakteert en duldt geen tegenwoord. Het was nochtans verfijnd. Sushi, curry met varkensvlees en rijst, een dikke witte schel abalone en garnaalkoppen in caramel (geen grap) met aioli, misosoep, diverse gefrituurde groenten met soja. Hij met een zeer grote pint, ik met een kleine. En thee natuurlijk.

Tijdens de snikhete namiddag gaan we naar de Longshan tempels. Het meest populaire tempelcomplex van de stad. Boeddhistisch en hier is heel veel volk. Ook hier weer eer aan Confucius maar nu rondom de Boeddha.

Het is hier mooi, en diepreligieus, maar het is mij nu te warm. Veel mensen komen hier advies vragen aan de goden met de twee maantjes en de stokjes (dat laatste zoals in Tokyo). Daarna laten ze hun orakelbiljetten uitleggen door de tempelbedienen. Er staat een lange rij. Ze vragen als ze een zaak moeten beginnen, geluk in de relatie, een kind,...

Na deze tempel scheiden onze wegen want hij moet gaan eten met zijn familie ???

In ieder geval, ik ga rusten in Flip Flop. Wu is wandelfreak en in zeer goede gezondheid en hij is het klimaat gewoon. Ik ben moe en snak naar een douche.

Twee uren later ga ik alleen met de MRT naar `Taipei 101`. Mijn laatste bezoek heb ik voorbehouden voor deze 508 meter hoge toren die aardbeving- en windbestendig is. En dit volgens de strengste criteria. Alles is hier symbolisch. 101 is een digitale verwijzing naar de economie van Taiwan (een reus in deze wereld) maar ook naar het eewig opnieuw beginnen. De toren lijkt op bamboo want elk hoger deel schuift in het lagere gedeelte wat hem sterker maakt.

Het bezoek is er veel beter dan ik verwachtte, al was er een lange wachtrij waarbij ik nog een discussie had met een andere bezoeker. Want hij vond dat ik voorstak, wat niet zo was. Maar ik treuzel niet, en als mensen wegtrekken voor mij omdat het te lang duurt, zal ik het niet laten liggen. Hij stond naast mij in de rij en kon niet doorschuiven. Enfin, voet bij stuk gehouden ! Zo geraakte ik dan boven met de sneltste lift ter wereld (1 km. per minuut) op het 5e hoogste gebouw ter wereld. Dat moest ik toch eens doen, vond ik. Net na zonsondergang, dat wel. Maar het is een groot gebouw en er is veel te zien op verschillende verdiepingen. Bv. de winddamper. Die dient om de bewegingen en trillingen in het gebouw, veroorzaakt door wind, met 40 procent te verminderen. Effectief, die zware grote bol die loodrecht hangt in het midden van de toren. Hij vormt een tegengewicht. Hier kan je hem zien, wat uitzonderlijk is. De winddamper dient ook voor aardbevingen, wat ze niet echt in de verf zetten om de mensen niet af te schrikken.

Met de metro terug. Ik snak al dagen naar een echte pizza - en er is een pizzazaak recht tegenover Flip Flop. Heimwee ???

Maandag 1 augustus 2016

Rond 10 u00 neem ik de bus naar de luchthaven van Taoyuan van Tapei. Daar blijkt een grote rij te staan voor de balie van Hainan Airlines. En dan blijkt dat het vliegtuig nog meer dan twee uren vertraging heeft. Later leer ik dat dat komt door het slechte weer boven China. Deze keer maak ik mij daar geen zorgen over want ik zal zo moeten lang wachten in Beijing. De luchthaven Taoyuan blijkt een aangename luchthaven en herbergt iets tof.

Er is een blinde masseur. Dat is wat ik al wilde doen in Hong Kong. Maar daar ben ik het adres in Nathan road in Kowloon verloren.  Ik heb nog New Taiwanese $ over die ik kwijt wil. Nu krijg ik deze kans. Niet laten liggen ! Een uur met kleren aan gemasseerd worden door een blinde op de 12 meridianen. Vreemd zo liggen op de buik met op de achtergrond het geluid van lepels tegen tassen en de omroepster die af en toe iets omproept in de zin van "Flight .....departing for Hong Kong at... please proceed at gate C8".

Kortom de tijd vliegt snel. Nog een koffie en daar gaan we dan. We vliegen over de Oost-Chinese zee tot aan het keizerlijk kanaal tussen Hangzhou en Beijing. Dat volgen we dan nauwgezet met zijn vele bochten.

Onder ons zie je de zware overstromingen die nu het centrum-oosten van China teisteren. Rond 18u30 geraken we in terminal 2 van Beijing Capital International Airport.

Direct transit wil zeggen dat ik zonder visum via een omweg door een speciale controle moet. Ze nemen de twee drankjes af - de aansteker was ik al kwijt in Taipei.

Uiteindelijk stempelen ze het ticket af. Via een speciale roltrap geraak in de international transitzone een verdieping lager. Nu wordt het 7 uren wachten zonder Yuan op zak. Om de tijd te doden kijk ik o.a. naar het 'laden' van een Airbus A 380. Dat is ook een hele organisatie, zo'n reuzenvliegtuig vullen dat straks vertrekt naar Amsterdam. Mijn vlucht vertrekt om 1u20 s'nachts. Een gewone A 330 die volzet is.

De vlucht vliegt van de verlichte wereld van Beijing via de donkere wereld van Mongolië, Siberië en de Oeral, tot in Sint-Petersburg. Dan de Baltische zee over naar Zweden. En zo over Antwerpen naar Zaventem. 7968 km. in 10 uren 20 minuten. Toch ongelooflijk : ik heb er 10 maanden over gedaan ! Nu is dat zo maar eventjes 720 keer sneller.

Dinsdag 2 augustus 2016

Vanmorgen om 6u15 aangekomen in Zaventem waar het grijs is en het regent. Toch geraakte ik niet snel buiten omdat mijn rugzak blijkbaar niet is gevolgd in Beijing. Aangifte bij Swissport. Wordt vervolgd in de volgende dagen ! 

Dan een bocht door de laatste aankomstdeur en daar staan papa en mama te wachten. Het is nu bijna 8 uur en het is een blij weerzien. Na een ommetje langs de Brusselse grote markt gaat het met de nieuwe auto naar Blankenberge.

Foto’s

2 Reacties

  1. Chantal:
    1 augustus 2016
    Hallo Axel,
    Die laatste dag zag er perfect uit, en weer eens lekker gegeten.... voor je vertrekt vandaar.... Axel, Ik wens jou een hele fijne vlucht terug en droom nu nog maar een beetje....
    Groetjes, Chantal
  2. Suzy:
    7 augustus 2016
    Bedankt voor al je wonderlijke verhalen ... welkom thuis en tot ziens!