Een tweede reis in Iran

21 oktober 2015 - Teheran, Iran

`Zaterdag 3 oktober 2015

Met de Moto Guzzi van 750 CC snorren Robin en ik voorbij de grote en de kleine Ararat. Het weer is slecht maar op dit moment hebben we een opklaring. Het valt mij op dat er veel meer sneeuw ligt op de Ararat dan enkele weken geleden. Op de motor heb ik mij, op advies van Robin, goed aangekleed. Daar Robin maar een helm heeft rijd ik zonder helm. Ik geniet er ten volle van want dit is mijn allereerste motorrit. En dat in deze uitzonderlijke omgeving ! De rit neemt maar 35 kilometer in beslag. Aan de grens geef ik het doosje met de parfums aan Robin. Hij zal het meenemen naar Macedonië. Daar is zijn echtgenote bij haar familie. Per auto komt het dan wel in Dordrecht terecht of ik zal het gaan halen in Macedonië. In ieder geval vermijd ik zo de vliegtuigen die dat niet willen mee nemen. 

Aan de grens scheiden onze wegen. Ik ga te voet, en zonder problemen, door de grens. Opnieuw wordt ik hartelijk ontvangen door de Iraanse grenswachters. Aan de Iraanse kant wacht ik anderhalf uur op Robin. Hij daagt niet op. Dus vermoed ik dat hij problemen heeft gehad. Intussen heb ik per e-mail geleerd dat hij wel degelijk in Iran is geraakt, maar zonder motor. Uiteindelijk neem ik de bus naar Tabriz. De natuur is al groener dan een maand geleden want het heeft geregend. Het plukseizoen van de vruchten is in volle gang.

In de stad kom ik rond 20 uur aan. Vermits ik hier mijn weg ken weet ik waar ik kan gaan slapen. Ik verander wel van guesthouse want ik vind er een waar de douche inclusief is voor 250.000 Iraanse rial. Dat is 7 euro. Daar ontmoet ik een Turkse man uit Dogubayazit. Hij nodigt mij uit om de avond door te brengen bij zijn Iraanse vrienden. Het blijken vermoeide aannemers te zijn van grotere openbare werken zoals waterleidingen en flatgebouwen. We eten broodjes, chips, augurken en drinken iets sterkers. Het blijkt eenvoudig te krijgen onder de toonbank. S`avonds laat brengt een van de aanmemers mij terug nar het hotel. De man uit Dogubayazit is gay en wilde dat ik daar bleef. Ik niet ! 

Doodmoe ga ik slapen in mijn guesthouse Pars.

De Turkse man heeft wel een kleine uitvinding die hij wil laten produceren in Iran voor deze markt. Hij zoekt een plastiekspuitmachine die hij kan kopen en dan opzetten in Tabriz of nog liever in Dogubayazit. Hij spreekt hier Azeri, wat bijna iedereen in het noorden van Iran spreekt. Soms vermengd met Farsi.

Zondag 4 oktober 2015

Ik plande in de namidag naar Teheran te gaan, maar eerst geld wisselen in het bekende kantoor (de Rial is blijkbaar gezakt tegen de Dollar, wat meegenomen is). Dan zoek ik Alireza en Walid op. Het wordt een zeer aangenaam weerzien en opnieuw laten ze mij mij van alles zien en proeven dat ik niet ken. Vanavond neem ik de nachtbus naar de hoofdstad. Dat bespaart een slaaplaats maar vooral : ik wil naar de Oezbeekse ambassade en omwille van het helse verkeer in deze reuzenstad is het beter s'morgens vroeg te gaan. Vanuit busstation Argentin blijkt dit gemakkelijk te zijn met de taxi. Taxi's zijn s`nachts ook veel duurder.

Na lang wachten in het busstation van Tabriz vertrekken we om 23u00. Het is een bus met extra veel plaats om te kunnen slapen in grote ligstoelen. Ik reis met een Iraanse student die in Grenoble doctoreert in de economie (beheersing van afvalstromen). Hij spreekt niet goed Frans maar wel zeer goed Engels. We babbelen veel tot we allebei in slaap vallen. Ik heb mij laten overtuigen om de rit van 8 uren met de nachtbus te doen omdat het autosnelweg is. De oude zijderoute ligt iets meer naar het zuiden en is mooi - maar daar rijdt geen bus meer. Vermits ik met een doel naar de hoofdstad ga - en er dus morgenochtend vroeg wil zijn - heb ik mij  laten overhalen om bijna niets te zien.

Maandag 5 oktober 2015

Hoewel ik nadrukkelijk heb gevraagd om afgezet te worden in busstation Argentin stopt de bus in busstation Assadi. Bedrog dus ! Ik ben ontstemd en dat laat ik merken. Dus moet ik 2 stadsbussen nemen om naar het andere busstion te gaan. Daar een dure taxi naar de Oezbeekse ambassade. Bovendien kent deze chauffeur de weg niet. Ik kom er aan on 10u45. Dat wil zeggen dat ik bijna 3 uren door de stad heb moeten reizen. Hier wonen tussen de 10.000.000 en 13 miljoen mensen. Het is er altijd druk. Er is veel verkeer.  Het doet mij denken aan Brussel in de zon. Het is duidelijk een administratieve stad. Tabriz was eerder een industriële stad.

Op het consulaat heb ik geluk. Ik krijg mijn visum voor Oezbekistan in 10 minuten. Goed dat ik het heb voorbereid in Baku. De geldigheidsdata luiden 30 oktober 2015 tot 28 november 2015. Samarkand here I come ! Omdat ik zo gelukkig ben beslis ik direct de volgende stap te organiseren. Een transitvisum door Turkmenistan. Dat moet ik nog bestuderen want dat is op dat vlak een van de moeilijkste landen ter wereld.

Nicola, een Italiaan uit Triëst heeft minder geluk. Hij moet eerst langs zijn ambassade om een uitnodiging te krijgen voor Oezbekistan. Omdat hij in `7 hostel` zit en daar tevreden is ga ik de hele namidag met hem mee.  Hij volgt, voor een deel, de zelfde reis als ik. Omdat je hier niet veel te voet kunt doen moeten we met de lange reistijden van de metro rekening houden. Afstanden in de stad zijn bedrieglijk. De stad is zo groot! En werkelijk elke vierkante meter wordt efficiënt gebruikt. Toch zijn er mooie kleine parken die zeer goed onderhouden worden.

S`avonds kom ik moe aan in het hostel. Na een douche ben ik er bovenop en organiseer ik de avondmaaltijd. Want iedereen zit op iedereen te wachten en er gebeurt niet zo veel. Daarna bereid ik de documenten voor voor Turkmenistan, op de laptop van de hosteluitbater. Uiteindelijk kletsen we nog wat over het M-decreet, want dat is niet alleen bij ons een "hot issue". ook in Duitsland en in het Verenigd Koninkrijk.

Dinsdag 6 oktober 2015

Na een vroeg ontbijt -met de poes- ga ik naar de Turkmeense ambassade. Ze willen mij wel een transitvisum voor 5 dagen geven maar ze moeten een afschrift in kleur hebben en ik moet ook een nieuw document invullen. Het mijne is verouderd. En ik moet lijm kopen om de foto`s te plakken op deze papieren. Deze internetfabel is dus ook waar !

Na de middag blijkt het consulaat gesloten. Die werken volgens mij toch niet erg hard (van 9u00 tot 11u00). Het zij zo. De gelegenheid doet zich voor om de bezienswaardigheden te bezoeken.

Er is er alvast een die ik niet wil missen. Het "museum of contemporary art van Teheran". Als ik het goed heb is de collectie gesticht onder de in 1978 afgezette shah. Gedurende de revolutionaire jaren werd die collectie weg gestopt in een kelder omdat het als ontaarde kunst werd bestempeld. Waar hebben we dat nog gehoord ? Maar sinds een dik decennium worden de werken van Mark Rotkho, Wassiliy Kandinsky, Paul Jenkins, Willem De Kooning, Robert Motherwell, Jakson Pollack en andere vertegenwoordigers van de abstracte schilderkunst uit de jaren `40 en `50 van de vorige eeuw weer in ere hersteld. Abstract expressionisme in Amerika, lyrisme abstrait in Frankrijk. Er zijn ook beelden van Henri Moore, Joan Miro en Alberto Giacometti met zijn smalle gietijzeren figuren. En dan zeggen dat ze de tentoongestelde objecten regelmatig wijzigen (zodat ik maar een klein deel van de collectie kan zien). Volgens wat ik lees zou het de belangrijkste collectie moderne kunst buiten Europa en Amerika zijn.

Verfrissend was de Iraanse schilder Manoucherh Yektace, die de anderen goed kende uit New York en Parijs. Hij zocht de grenzen op van abstractie en afbeelding. Is het een weg of is het een mens als je van opzij kijkt ? Of is het totaal abstract en zit er geen afbeelding in ? Het is in ieder geval zijn kenmerk dat hij levenslustigheid laat uitschijnen in zijn beelden.

S`avonds heb ik moeite om het hostel terug te vinden omdat de nacht is gevallen en ik de plaatsen niet herken. Uitendelijk kom ik, na telefonische hulp, wel aan. Na een comfortable douche, nog een gesprek over politiek met de andere reizigers. En ook over onze administratieve zorgen ! Gedeelde smart is halve smart ! Allemaal interessant, maar we gaan pas slapen om 1u00. 

Woensdag 7 oktober 2015

Weeral vroeg opstaan en de metro nemen voor alle handelszaken open zijn. Maar in de Turkmeense ambassade heb ik nu blijkbaar alle goede documenten afgegeven. Ik mag, ten vroegste binnen 10 dagen, terug komen om mijn Turkmeens transitvisum te komen oppikken. Dat betekent dat ik morgenvroeg Teheran zal verlaten om naar het zuiden te reizen. Qom staat als eerste op het programma. Een centrum van het Sjiitisch Islamisme. Ook een van de plekken waar ze hier aan atoomonderzoek doen. Ik reis langs de westkant van een van de vreemdste woestijnen : de "Dasht e Kavir".

Na een koffie (in blik want koffie is hier echt zeldzaam) zoek ik de weg naar het paleis Niavaran. Naar het schijnt een romantische plek. En het ligt in het noorden, dus dichtbij. Met zulke dingen moet je hier echt rekening houden. De afstanden zijn zo lang.

In de metro, en in de bus, moeten mannen en vrouwen in aparte compartimenten gaan. Bijna iedereen doet dit zonder morren. Er zijn er soms een paar die dat niet doen en bij de mannen gaan. Omgekeerd heb ik nog niet gezien (behalve mijn flater enkele dagen geleden). Nicola merkte op, terecht, dat de vrouwen niet moeten klagen want zij hebben allemaal een zitplaats in het openbaar vervoer, terwijl de mannen rechtstaan, opeengepakt als sardienen.

In de metro hangen hier tegenwoordig fototentoonstellingen over de Iraaks-Iraanse oorlog. Het is nu 25 jaren geleden. Dat moet een verschrikking geweest, zeer gelijkaardig aan de loopgravenoorlog in WOI. Maar deze hier duurde 8 jaren. Miljoenen jonge mannen zijn overleden voor enkele meters moerasgebied (ja, de samenvloeiing van Tigris en de Eufraat). Uiteindelijk is de grens niet gewijzigd. Het is allemaal de fout van Sadam Houssein die dacht Iran met zijn technologie snel onder de voet te kunnen lopen omdat het geen noemenswaardig leger meer had na de revolutie. Maar dat was buiten het doorzettingsvermogen van de Iraanse milities gerekend (de basidi) en vooral hun liefde voor hun leider Ayatollah Khomeini. 

In het park Niavaran is er een NGO-markt met allerlei activiteiten voor kinderen. Er zijn NGO`s ter bescherming van de bossen (er zijn hier veel bosbranden). Anderen bekommeren zich om dierenleed,... Ik wordt er aangemaand om mee te spelen in een blikken orkestje. Leuk. Maar dit liedje luistert precies naar de naam shalom ? In ieder geval zingt iedereen uit volle borst mee. Twee nummers speel ik mee. Daarna bezoek ik het paleis en zijn tuin waar ik lang blijf omdat een tafel met koffie onder de bomen tijdens een koelere dag voor mij een genot is.  In de later namiddag ga ik naar het echte centrum van Teheran want ik wil Golestan zien. Ik vind het niet, want ik heb geen kaart. Maar de bazaar is al verbazing genoeg (alleen al de goudhandel in openlucht waar de goudkoers wordt gevolgd op de smartphone is verbazend). Uiteindelijk wil ik te voet naar het volgende metrohalte met de GPS. Dat werkt maar de afstanden zijn, zoals gezegd, lang. S'avonds kom ik moe aan in `7 hostel`. Met Nicola spreek ik af om de volgende ochtend samen te reizen naar Kashan.

S`avonds hebben we nog een diepgaander gesprek met de eigenaar van de hostel. Onverwacht en ongedwongen wil hij ons een gedicht voorlezen. Het gedicht heet "Richard Cory" van de amerikaanse dichter Edwin Arlington Robinson. De eigenaar heeft een tijdje Engelse linguistiek gestudeerd op de prestigieuze universiteit van Teheran. De fabel over het hoog inschatten van poëzie in Iran blijkt meer en meer waarheid te zijn. Het is niet de eerste keer dat ik hier aanwijzingen over krijg. Ook de Iraanse dichter Jalāl ad-Dīn Muhammad Rūmī uit de dertiende eeuw krijgt een ereplaats aan de hand van spreuken en gedichten in het kantoortje van het `7 hostel`. Hafez, uit de 14e eeuw, komt ook aan bod.

Donderdag 8 oktober 2015

Nicola en ik vertrekken samen, maar in het busstation zuid scheiden onze wegen. Omdat ik veel sneller een bus heb, en goedkoper (dank zij hulp van een Iraanse jongeman). Nicola moet ook verder reizen dan ik. Nu rijden we langs de Dasht-e Kevir woestijn en in de verte zie ik het beroemde zoutmeer aan de linkerkant. Het is zo groot dat je het duidelijk op de satellietbeelden ziet.   

Qom biedt meteen een totaal andere sfeer. Dit is een pelgrimstad. Ik ben de enige toerist hier. Er zijn enorm veel hotels maar ze zijn duur. Af en toe wordt ik geweigerd omdat ik westers (hadji) ben of omdat ik een man alleen ben (die brengt niet op). Uiteidelijk vind ik er een. Ik slaap in een kelder met keukentje en vooral veel mieren en ook kakkerlakken. Maar het is er fris en dat vind ik al heel wat.

Omdat het nog niet te laat is ik probeer ik het heiligdom te bezoeken. Omdat ik problemen verwacht vraag ik aan de politie als ik binnen mag. Hij laat met brede bewegingen verstaan dat dat geen probleem is. Ik ga mee met de stroom in dit enorme complex. Zo kom ik aan de manneninkom van het graf van Fatemeh Masumeh. Zij is een van de twee vrouwen die vereerd worden in de sjiitische Islamitische godsdienst op aanwijzen van de profeet Mohammed zelf. Zij was de zuster van Imam Reza die begraven ligt in Mashad. De 12 imams kan je vergelijken met apostels. Fatemeh Masumeh is belangrijk omdat ze het contact tussen mensen en God vormt. Ze brengt geluk. Er wordt mij verteld dat 20 miljoen pelgrims haar graf jaarlijks komen bezoeken. De mannenpoort is bedekt met goud en schittert in de late nammidag. 500 kg. hangt hier aan de ingang, allemaal geschonken door gelovigen. Ik probeer het, doe mijn schoenen af en ga naar het graf. Wat een pracht, het hele plafond is bedekt met tienduizenden kleine spiegels en verlicht in groen, blauw en wit. In het midden het grote praalgraf waar mensen zich aan vastklampen. Op de grond bidden ze. En dan begint het, mijn buurman vraagt als ik Moslim ben. Daar ik niet kan liegen zeg ik nee. Hij roept een oudere man met een stok met pluimen die mij vraagt mee te komen naar een sjiek bureau in de moskee ernaast, Ik stoot nog tegen een van de vele kleine steentjes die gelovigen hier overal neerleggen. Ik leg hem snel terug bij zijn eigenaar. Vanuit het bureau ga het naar een ander kantoor, waar ik moet wachten en snoepgoed krijg. Dan kom Mehremad mij ophalen. Hij zegt dat hij mij zal gidsen. Dus gaan we naar de plaats waar vrouwen bidden voor de ingang op tapijten. Deze ingang is bedekt met spiegels. Daar geeft hij mij wat uitleg en beantwoordt de meeste van mijn vragen. Dan naar de manneningang maar we gaan niet meer binnen in het praalgraf. Dan neemt hij mij mee naar de school. Hier bestuderen 12000 studenten (en zeer veel vrouwen) de Islam gedurende verschillende jaren (ik denk dat drie het beginnersstadium is (voor een ayatollah is dat 25 jaar). Omdat het gebed begint gaan we, op mijn initatief, naar zijn sjiek kantoor waar ik fruitsap en koek krijg. Zijn collega buiten heette mij welkom en zei dat ik van een sterke cultuur kom. In het kantoor probeer ik te weten te komen waar het verschil zit tussen Sunnieten en Sjiieten. Maar de gids ontwijkt deze vraag. De andere beantwoordt hij wel. Wat wel opvalt is hoe hij de wahabieten uit Saoedie-Arabië uit de gratie laat vallen. Ze krijgen zelfs veel minder aanzien dan de Amerikanen. Dat blijkt een politiek-religieuze strekking te zijn waar hier geen achting voor is (en die de basis vormt van de terreur in Syrië vandaag).

Als ik geen vragen meer heb begeleid hij mij tot aan de buitenste poort. Bij mezelf denk ik, ja, je kunt hier de heilige plaatsen bezoeken maar vraag het best. Buiten neem ik nog wat foto`s en dan kom ik Mohammad tegen. Hij was ook in het sjieke kantoor van Mehremad. Maar toen luisterde hij alleen. Nu nodigt hij mij uit om bij hem te komen eten. Dat lijkt mij aangenaam. In hotel wacht niemand op mij. 

Dus ga ik mee met de "shared taxi". Omdat hij weet dat ik ook nog de graftombes in de rand wil bezoeken doen we dat. Hij woont er vlak bij. Daar bega ik een flater uit onwetendheid. Een man komt ons fruit in plastieken doosjes aanbieden. Ik weiger want ik denk dat hij die wil verkopen. Maar dat blijkt fout, Mohammad aanvaardt en neemt die voor mij ook. Dit zijn geschenken die gegeven worden in geval van overlijden. Als je zo een krijgt wordt er verwacht dat je bidt voor de overledene. Dan merk ik dat we staan op oude grafstenen. Goed dat Mohammad hier is.

Na de aankoop van aardappelen gaan we naar zijn huis. Daar wacht zijn echtgenote en haar zuster en hun kinderen. Vooral de dochter van 16 is nieuwsgierig. Ze studeert Humane Wetenschappen en probeert het gesprek te volgen. Na thee en meloen volgt de maaltijd bestaande uit vis, gekruide rijst met kikkererwten, frieten (ja) en sla bestaande uit munt, dille en dragon. Het is aangenaam want de schoonbroer van Mohammad is er ook. Mohammad is leraar Engels voor volwassenen. Als ik er ben kan hij Engels oefenen. In de taxi had hij mij al het verschil tussen Soenieten en Sjiieten uitgelegd. Ik wist het ongeveer wel maar wilde zekerheid. Soenieten geloven dat imams gekozen moeten worden en sjiieten vinden dat deze functies voorbehouden moeten zijn voor afstammelingen van imams. Op straat kan je het zien. Religieuzen met een zwarte tulband zijn religieuze geleerden die afstammen van imams (en van de profeten ?). Diegenen met een witte tulband zijn religieuze geleerden die niet afstammen van imans.Mohammad biedt mij nog aan bij hem te slapen maar ik heb al betaald en dus brengen zij mij een eind terug met de auto. Te voet ga ik verder. Nu nog een beetje lezen in "de blikken trommel".

Vrijdag 9 oktober2015.

Een vermoeiende reisdag omdat ik niet uit Qom geraak. Eerst sturen ze mij naar het treinstation, waar geen trein is naar Kashan. Dan met de bus naar het busstation, waar blijkt dat er alleen maar bussen zijn naar Masshad. Dit is de belangrijkste religieuze plek in Iran. Het is dus een groot busstation voor pelgrims. Ik moet echter naar Kashan. Moe en na weer een fallafel neem ik de taxi. Uiteindelijk geraak ik op de bus naar Kashan. Weer een VIP bus met veel plaats. Dat moet nog goedkoeper kunnen. In Kashan blijkt alles dicht want het is vrijdag. Uiteindelijk vind ik een echt aangenaam hostel. Eerst wat rust en dan een wandeling in dit deel van de stad gevolgd door een maaltijd in een traditioneel restaurant. Het valt mij op dat mensen hier leniger zijn dan bij ons. Ze hebben geen moeite om uren in kleermakerszit te zitten. Mohammad vertelde mij al dat zij dit gewoon zijn. Zij echtgenote wil wel een tafel kopen maar hij niet. Zo is het goed. In het hostel zijn twee Berlijnse jonge vrouwen die hier waren voor een, sterk gecontroleerde, toneeluitvoering. Nu reizen zij enkele dagen. We drinken alcoholvrij Turks bier en genieten van de stilte - en de vrijheid - van dit woestijnstadje.

Zaterdag 10 oktober 2015

Vandaag is alles weer open. De dag begint met een ontbijt met de Franse toeriste. Ze vraagt als ik mee ga met haar maar ik wil eerst schrijven. Er zijn in Iran minder `coffeenet` plaatsen. Bovendien is Internet trager en zijn grote sites afgesloten van overheidswege. Er zijn wel wegen om die te omzeilen (VPN) maar daar wil mijn tijd niet in steken. Met een milkshake gaat dat goed. Dit drankje en verse sappen zijn hier allomtegenwoordig. Ik moet ook de was laten doen en geld wisselen in de bazaar. In de late namiddag zal ik slenteren in dit aangenaam stadje. Dan bezoek ik twee stadpaleizen uit de negentiende eeuw. Ook de niet meer gebruikte, doch prachtige, hammam is uitzonderlijk. Vermits de kassier naar zijn kameraad moet sluit hij mij op, samen met twee japanse toeristen (vermoed ik) in de koele hammam. Dat vinden we niet erg. Een ideale plek voor een dutje. Een keer uitgeslapen is de kassier al lang terug.  S`avond is de bazaar weer open en kan ik geld wisselen bij een goudhandelaar. Hier is het gewoon om gouden munten te laten smelten met de opdruk naar keuze. Het is een - waardebehoudend - geschenk.

Zondag 11 oktober 2015

Na een bezoek aan een laatste huis in Kashan hebben Mai-Britt en ik zich ingeschreven voor een tocht in de woestijn. Hoewel onze chauffeur amper Engels spreekt merken we wel wel dat hij een echte woestijnzoon is. Hij kent het gebied op zijn duimpje en stopt wanneer we maar willen. Dat zorgt er voor dat we traag gaan. Maar wie deert het ? We genieten er van. We bezoeken eerst de 1500 jaar oude onderaardse stad van Noosh-abad in het noorden van Kashan, dan een heilig schrijn. Daarna gaan we de woestijn in de stijl van Parijs-Dakar. Voor mij te snel maar mijn reisgenote vindt dit prachtig en de chauffeur heeft dat begrepen. Het is wel een lange rit. Over de heuvels, zodat we een mooie zicht hebben op de woestijn, en de zoutvlakte van de `Namak lake` in de woestijn Dasht-e-Kevir. Ondertussen moeten we af en toe stoppen voor dromedarissen. Ze zijn donkerbruin als ze jong zijn. En ze eten zout maar dat zijn blijkbaar niet de enigen volgens Mai-Britt die veel van dieren kent. Dan een lange rit op het zout tot op een hogerop gelegen punt. Af en toe stoppen we. En dan traag terug naar de zandduinen. Zij vormen het begin van een 25 kilometer diepe duinenreeks. Daar genieten we lang van de sterrenpracht. Mai-Britt was onder andere speciaal naar hier gekomen om foto`s te maken van de sterrenhemel in de woestijn. Ik geniet gewoon en maak enkele foto`s met mijn toestelletje. Bovendien waren de duinen hoog. Het was dus wel even stappen om boven te geraken. Pas wanneer het helemaal donker is dalen we af. Er is geen maan om ons bij te lichten. Die moet nog opkomen. In de woestijn koelt het snel af wanneer het donker is. Ik ben blij als ik weer in de wagen zit. Later drinken we thee in de caravanserrail die in het midden van deze woestijn ligt. Een mooi gebouw uit de 18 eew. Maar waarvoor dit gebouw diende, dat vraag ik mij af ?

Waarom het zo moeilijk maken ? Okay, als je er in zit ben je blij dat dit gebouw er is.  

De chauffeur toont ons de slang en de drie schorpioenen die de verantwoordelijken van de caravanserail net gevonden hebben rond het gebouw (en met de hand gevangen). Ik probeer te weten te komen wat ze er mee gaan doen nu ze in een `confituurpot` zitten. Ik blijf dit vragen en hij belooft mij later op de avond dat hij ze zal vrij laten. De chauffeur zal wel weten waar want vooral de slang is er een van een gevaarlijke soort. En toch zo fijn. De schorpioenen zijn hier groter dan ik dacht. 

Laat gaan we terug naar Kashan waar we nog iets eten. 

Maandag 12 oktober 2015

Een opzettelijk luie dag want ik wil mee met 2 Duitse toeristen op een volgende tocht in het westen van Kashan. Wanneer zij niet opduiken blijken zij reisziek te zijn. Plannen veranderen ! Na het helpen van een jongen uit Shangai (er zijn nu meer Chinezen want daar is het nu verlof - heb ik geleerd) neem ik de gewone bus naar Isphahan. Ik krijg een lift naar het busstation van 2 broers die samen met hun vader een ijzerwarenhandel open houden. Blijkbaar verkopen zij vooral boormachines en lastoestellen (van Chinese makelij). Ze vinden dat het busstaion te ver is en het is te moeilijk om uit te leggen. Ja okay, het blijkt ook ver te zijn.

Dinsdag 13 oktober 2015

Eerst naar de post. Ik heb beslist mijn tent, een zoutsteen en de uitgelezen roman 'die Blechtrommel' naar België te sturen. 1.270.000 Iraanse Rial kost dit. Iets meer dan 30 euro en het zal 7 weken duren, want ik kies voor de boot. Maar nu kan ik aanzienlijk comfortabeler reizen want ik voel het gewicht te veel in de polsen. Het wordt ook kouder en ik ga naar het noordoosten, de hoogte in. Van kamperen zal minder in huis komen. Mijn manier van reizen eigent zicht er ook niet zo voor. Met de bus wordt je in de stad afgezet. Campings heb ik nog niet gezien. Wel overdekte plaatsjes waar je binnententen kan opzetten om in de namiddag thee te drinken.

Mijn eerste dag in Isphahan. Als bij toeval vind ik het plein Menydan-e-Imam, dicht bij de post. In de Imam moskee uit de 16e eeuw blijf ik wel twee uren. Ik ben zo onder de indruk van de kleurenpracht (blauw, groen en geel) en de ingewikkelde tekeningen. Zelfs de voegen van de bakstenen zijn hier bedekt met blauwe mozaiektegels. Meetkunde kenden ze hier inderdaad. Dat zie je in de patronen en de reliëfs.

In de bazaar vind ik zowaar echte koffie. Het moet gezegd worden dat deze stad de meest toeristische is die ik in dit land al heb gezien. Ze komen vooral uit Duitsland en Frankrijk, in mindere mate uit Italië, Spanje en Polen. Hier en daar Chinezen. Amper Engelsen en zeker geen Amerikanen. Zij worden gewoon geweigerd.

Isphahan noemde men in de 16e eeuw de helft van de wereld. Het was toen een van de grootste steden ter wereld met 600.000 inwoners. Deze stad heeft de mongoolse invallen vrij goed doorstaan. Een reis er naar toe is exotisch en de moeite waard.

Vanuit het kleine paleis Ali-Qapu hadden de heersers een mooi zicht op de activiteiten op het plein waaronder vooral de polowedstrijden populair waren. Boven is er een muziekkamer waar er verfijnd en efficiënt is gewerkt is aan de akoestiek.

S`avonds weiger ik een aanbod om mee te gaan naar een dans- en muziekvoorstelling want het is, naar ik vermoed, een toeristenactiviteit.

Woensdag 14 oktober 2015

Vandaag heb ik afgesproken met Mai-Britt, die intussen ook is aangekomen in Isphahan. Het wordt een trage, vroege, namiddag alleen maar rond het plein Meydan-e Imam. Dat kan ook want het is het tweede grootste plein ter wereld, na Tien-an-men in Beijing.

Maar de moskee Loftullah is een pracht en dateert uit de 10e eeuw. Het is één van de oudste die ik heb gezien en als je rekening houdt met zijn staat is dit de best bewaarde. De kleurenharmonie is mooi op elkaar afgestemd in beige en blauw. Het was dan ook een koninklijke bidplaats.

Twee jonge meisjes vragen mij op het marmer aan de inkom als ze mijn gids mogen zijn. Daar Mai-Britt laat blijken dat ze daar geen zin in heeft gaan we hier spijtig genoeg niet op in. Maar ik vraag toch waarom één van hen een medisch masker op hebben zoals zo velen hier. Het blijkt omdat het ene meisje net een operatie achter de rug heeft. Het is een neusoperatie als ik het goed begrepen heb. Dat is hier courant. Ze willen een neus zoals Michael Jackson. En als dit geneest doen ze zo een masker op. Mannen doen dit ook. Voor dit soort operaties zijn de Iraanse dokters wereldleiders geworden door de grote vraag.

In de namiddag ga ik alleen de bruggen bezoeken omdat Mai-Britt heeft afgesproken met een lokale vriend en niet wil bezoeken want ze kent de stad al van vroeger.

De bruggen staan over de nu uitgedroogde Zayandeh rivier, wat het resultaat is van aftapping voor de landbouw.

Die vind ik niet zo bijzonder. Terug naar het noorden middels een lange wandeling. In de Jame-moskee vind ik wel authentieke sfeer terug. Deze is gebouwd op de ruines van een zoroastrische tempel. Zoroastrisme was gedurende duizend jaren staatsgodsdienst in Iran. Nu bereid men zich voor op Ashoura. Een treurfeest dat 10 dagen duurt en dat te vergelijken valt met allerzielen en allerheiligen. Het start vrijdag. Blijkbaar - en gelukkig- zal niet alles dicht zijn. De resten van de beroemde bibliotheek van Isphahan zijn amper te zien. Zij werd neergehaald door de mongoolse hordes.

Moe kom ik in de buurt van het hostel aan. Internet werkt niet in deze wijk op dit moment. Iets eten gaat moelijk omdat er weinig restaurants zijn en ik begrijp niet wat ze aanbieden. Dus weeral maïs en vers appelsap. Bij de bakker koop ik voor 33 eurocent wel, voor mijn ogen, vers gebakken brood. Dat smaakt. Dan een gesprek met de andere reizigers waardoor het weer laat wordt. Ik val vandaag onmiddellijk in slaap in de gemeenschappelijk kamer.

Donderdag 15 oktober 2015

Deze ochtend loop ik niet ver. Het Chehel-Sotun paleis staat op het programma. Het blijkt het mooiste te zijn in zijn soort. Paleizen in Iran zien er zo anders uit dan in alle andere landen die ik al heb bezocht. Dat vind ik verfrissend. Het is een paleis dat diende om hoogwaardigheidsbekleders te ontvangen en werd gebouwd in de 17 eeuw. Interessant vind ik het feit dat de hoge genodigden hier uit India komen of uit het huidige Turkmenistan. Helemaal achteraan aan de achterkant in een hoek zie je geschilderde afbeeldingen van Europeanen. Goed om je niet in het centrum van de wereld te voelen. In de late namiddag neem ik de bus naar Shiraz. Dat wordt een lange rit. Nog eens zo ver als van Teheran naar hier. Tel dus maar 600 kilometer en 5 graden Celsius er bij.

Ik ben wel zo nieuwsgierig geweest om aan mijn "theebuurvrouw" te vragen als haar haar geverfd is of niet. Je ziet in Iran zo veel blond en dat vind ik vreemd. Het blijkt gekleurd. Omdat ze mij niet begreep kwam er wel een vertaler aan te pas wat ik genant vond en het leidde tot gegiechel alom. Toch denk ik dat er ook natuurlijk blond is want dat heb gezien bij enkele mannen, die er ook meer `noordelijk` uit zien.

De rit naar Shiraz neemt meer dan 6 uren in beslag. Laat in de avond vind ik een goedkope slaapplaats. Het trekt op niets maar het is er koel, rustig en pal in het centrum. En de kamer is groot, wat goed is voor mijn dagelijkse turnoefeningen.

Vrijdag 16 oktober 2015

Een drukke bezoekdag. Shiraz is altijd al belangrijk geweest in de geschiedenis van dit land. Hier net boven ligt Pasargadae, de hoofdstad van de achameniden (=de Perzen). Dat rijk was het grootste rijk ooit in zijn tijd en strekte zich uit van India tot Griekenland en van Egypte tot het huidige China. En dat tussen de 6 eeuw voor Christus en de 4e eeuw voor onze tijdsrekening. Naast Pasargadae ligt hun praalhoofdstad Persepolis.  Hun staatgsodsdienst was Zoroastrisme (maar dat onstond al vroeger en bleef langer bestaan, in totaal 1600 jaren lang}.

Na de Islamitische invallen werd Shiraz nog twee keer hoofdstad van het perzisch gebied.

Eerst wil ik het beroemde mausoleum van Hafiz zien. Een prachtige tuin waar ik uren vertoef en er nog veel langer zou kunnen blijven. De kleuren, de geuren, de zachte muziek, de gedichten die af en toe op de achtergrond weerklingen, de vogels, het windje zonder koude,... Hafiz was verliefd op zijn stad. Hij heeft hem nooit meer dan 50 kilometer verlaten en heeft hem zijn leven lang bezongen in zijn gedichten. Goethe was een grote bewonderaar van Hafiz. Net zoals zo veel mensen blijkbaar. Nooit zo veel mensen gezien bij het graf van een dichter (uit de 14e eeuw).

Dan volgt een opeenvolging van moskeeën die elkaar de loef afsteken in kleurenpracht. Nog een mooie tuin, de Naranjestan en een badhuis. Hier valt mij op dat er in de hamams naast een kapper ook een tandarts aanwezig was.

Op het einde van de dag ga ik naar shah Cheragh. Het derde belangrijkste heiligdom in de sjiitische Islam. Hier rust de broer van Imam Reza. Geleerd vraag ik een gids. En deze is onder de indruk van mijn vragen en neemt mij wel mee naar het heilige der heilige. Hij staat mij zelfs toe om foto`s te maken van het graf van Seyed Mir Ahmad Ibn Musa, wat eigenlijk verboden is.

In dit schrijn hangen, net zoals in alle belangrijke graven, tienduizenden spiegels. Aanvankelijk had ik steeds een discotheekgevoel. Maar vandaag legt Hussein mij uit dat God licht is en dat weerkaatsing van licht het goddelijk aanvoelen versterkt.

De gids, Hussein, vindt, onterecht, dat mijn vragen dieper gaan dan hij mij kan helpen. Dus vindt hij het nodig om mij mee te nemen naar hun kantoor en daar de hulp in te roepen van Daniel. Deze student geneeskunde helpt mij ook goed, Mijn vragen gingen deze keer over de opeenvolgingen van de imams, want ik dacht dat ze allemaal uit de zelfde tijd dateren maar dit is fout. Ze volgen elkaar op. De profeet Mohammed heeft alleen de eerste aangeduid : Ali. Deze heeft op zijn beurt de volgende aangeduid enz...

Na een lang gesprek krijg ik van, nog een andere collega, een voorgedrukte brief van Ayatollah Ali Khamenei. Dat is de "opperste rechtsgeleerde". Het is een functie voor het leven en hij heeft onbeperkte macht in dit land. Zijn voorganger was Ayatollah Khomeini. Deze in de jaren `80 overleden revolutieleider heeft deze vreemde functie geschapen om Iran op het rechte pad te houden tot wanneer de 12e imam zichtbaar wordt (want ze geloven dat hij er al is). De huidige president Rohani is gekozen door het volk maar heeft beperkte speelruimte en een beperkte tijd.

Wel deze opperste rechtsgeleerde schrijft een brief aan de Europeanen naar aanleiding van de aanslagen van Charlie Hebdo. Ik krijg deze brief. He, nu ben ik ambassadeur van de Iraanse zaak. Ik zeg aan Daniel dat ik hem grondig zal lezen maar mijn eigen mening zal vormen waarop hij stilzwijgend knikt.

Na dit gesprek ga ik traag terug om iets te eten. Ik vind garnalenkebab met veel rijst. Maar het lijkt meer dan het is want de garnalen hebben te lang in de frituurolie gelegen. Op de zeer drukke late markt koop ik nog een kleine badhanddoek want die van mij uit `Sheki` heeft zijn beste tijd gehad. Dan observeer ik nog een van de vele optocht van zich zelf pijnigende jonge mannen, die naar het hoger vernoemde schrijn trekken. Ze doen dat om de martelarendood van de derde imam Hussein te herdenken (in het jaar 820 na Christus).

Vermeldenswaardig is dat vandaag de eerste dag is van de Arabische kalender. Het is dus eigenlijk nieuwjaar en we zijn in het jaar 1437. De eerste maand is Moharam en het vangt aan met 10 dagen treurfeest. In de perzische kalender is het nu het jaar 1394. Ook die wordt nog gebruikt.

In mijn bed lees ik voor de tweede maal de geschiedenis van dit land vanaf 150.000 jaren geleden tot aan de Arabische verovering. Ik begin het door te hebben. Toch handig, deze grondige duitstalige reisgids die ik vond in het hostel te Teheran. Ik zal hem bij het verlaten van het land ook achterlaten. Dit is een handige gewoonte onder reizigers.

Zaterdag 17 oktober 2015

Shiraz ligt mij nauw aan het hart. Ik voel mij er goed, beter dan in Isphahan. Het is kleiner, er zijn minder toeristen, er is een grote variatie aan te bezoeken plaatsen die allen getuigen van een grote verfijning. Maar dat is het allemaal niet helemaal. Het is het licht. Hier zijn we op minder dan 200 kilometer van de Perzische Golf. Het licht is al anders dan in de woestijn. Het heeft iets mediterraans. Ik heb er over getwijfeld als ik niet tot deze zee zou gaan. Dat lijkt mij exotisch, woestijnachtig, anders ! Maar ik doe het niet. De dagen beginnen te korten want ik moet het Turkmeens visum in Teheran afhalen, voor hun 4 verlofdagen. En de afstanden in dit land zijn groot. Morgenochtend ga ik Persepolis bezoeken met een georganiseerde tocht. Dat ligt op 45 kilometer van hier in het noorden van Shiraz. In de late namiddag neem ik de bus naar Yadz naar het noordoosten, op omgeveer 500 km. Een stad in het midden van twee woestijnen, de Dasht e Kevir in het noorden en de Dasht e Lut in het zuiden. 

Vandaag heb ik een nieuwe stap gezet in mijn leven. Ik heb mijn eerste dichtbundel gekocht. Na twijfelen heb ik de Divan van Hafiz gekocht. Een mooie dichtbundel in het Perzisch uit de 14e eeuw met vertaling in het Engels en het Frans. Er zijn vele mooie pentekeningen bij. Dat alles ingebundeld in leer. Ik zal mij wagen aan poëzie. Maar niet nu ! Nu ga ik de roman lezen die ik gekregen heb van Annemie en Katrien.  De dichtbundel zal ik naar huis sturen met de post bij mijn volgende zending. Het is niet groot, ongeveer 14 cm op 10.

Ik vond het niet kunnen om naar het graf van een dichter te komen en zijn werk niet aan te raken.

Het is wel een loopdag geworden want ik wandel in de hele stad heen en weer tussen oost en west. Vermoeiend maar niet onaangenaam.

Ah ja, ik koop nog een onbekend groen parfum dat overgetapt wordt in een kleine plastieken flacon op basis van bessen. Ik draag het graag aan. In het Engels vertaald luistert het naar de naam `Barberry britt`. Barberry is zuurbes en britt krijg ik niet vertaald. Ik vermoed dat het bloesem betekent.

Zondag 18 oktober 2015

Eindelijk : Persepolis. Met een klein busje er naaroe met een jong Deens-Litouws koppel (waarvan de jongen wel een en al is voor zijn liefje) en 2 Spanjaarden. De jonge maar zeer goede gids maakt ons attent op een leuk weetje. Hafiz bezingt vooral de liefde en de wijn uit Shiraz. Maar zij, en alle andere landgenoten, hebben deze wijn nooit kunnen proeven !

Persepolis of Pars (=Perzië) zoals het hier werd genoemd is de meest bekende van de 4 hoofdsteden van het Achamaenidisch rijk. De taal die zij spraken was Elamitisch. Ik vind het interessant om te vermelden dat deze taal stamt uit Susa. De oudste van de 4 hoofdsteden. Dat ligt in zuidwest-Iran tegen de Iraakse grens. De heersers van Perzië waren precies wel verstandige heersers want ze moesten de gevoeligheden van 28 volkeren in evenwicht houden. Na de overwinning op de Meden verplaatsten zij de oude hoofdstad van Pasargadae naar Persepolis precies om geen zout in de wonde van de Meden te strooien. In Persepolis wordt veel aandacht besteed aan de verbondenheid van deze 2 volkeren uit Westelijk Iran. Perzen en Meden staan er zo vaak hand in hand afgebeeld. Het moet prachtig geweest zijn en een indrukwekkend bouwerk voor de 6e eeuw voor Christus. Ik krijg steeds meer de indruk dat Alexander De Grote toch maar een lompe veroveraar moet zijn geweest. Hij heeft Persepolis kunnen veroveren omdat de Perzen en de Meden hem elders verwachtten. De schatkamer heeft hij - met 3000 kamelen - leeg geroofd en dan de stad, op dit enorme stenen platform, plat gelegd.

Vermeldenswaardig vind ik het feit dat alle gebeeldhouwde etsen geschilderd waren in rood, wit en goud en dat dit waarschijnlijk gebeurde door vrouwen omdat die fijner werken. Een aanwijzing hiervoor is de kinderopvang die in dit complex aanwezig was terwijl de vrouwen aan het werk waren. Ze hebben hun werk ook telkens gehandtekend (om zo betaald te kunnen worden). De paleizen van Xerxes en Darius werden door Alexander vakkundig vernietigd. En dat allemaal omdat de Perzen en de Meden het zelfde hebben gedaan op het parthenon in Athene (wat op zijn beurt een wraak was voor de vernietiging van Sardes door de Grieken (als ik mij goed herinner).

In de praalstad, die werd gebruikt rond Nowruz (het perzisch nieuwjaar dat nog steeds gevierd wordt op 21 maart), werden grote feesten gehouden waarop vertegenwoordigers van de 28 landen van het rijk uitgenodigd waren.

Na deze praalstad bezoeken we nog de 5 kilometer verderop liggende necropolis waar de koningen werden begraven waarschijnlijk volgens de Zoroastrische rite.

Hier leer ik mijn naam in cuneitische schifttekens te schrijven. Ik krijg ook een kleine vergelijkende tabel met hun en ons alfabet dat ik mag houden.

Omdat ik er zo van geniet beslis ik nog een halve dag mee te gaan met de organisatie maar dat is iets minder. In Pasargadae is er alleen nog een tombe te zien van Cirius de Grote. Hij was de eerste koning van de Perzen was en versloeg hier de Meden. Waar ik wel van geniet is van het landschap in deze streek van Iran. Het blijft mij verbazen hoe groen dit is en toch zo veel palmbomen. Met water kan je precies veel doen, want er is zeer veel landbouw.

Wel interessant was de traditionele Iraanse maaltijd die we aangeboden kregen in de binnentuin van een huis in de buurt. Rijst met safraan en coulis van granaatappel en kip. Een soep van kikkererwten en curry. Yoghurt met komkommers en kruiden. rijstkoek, aardappelkoek, compote van aubergines en ui,..Afsluiten doen we met kruidenthee zoals in Armenië.

In de late namiddag ben ik terug in Shiraz. Nu wordt het lang wachten op bus naar Yazd. Maar ook dat gaat voorbij.

Maandag 19 oktober 2015

De bus uit Shiraz is vanmorgen vroeg aangekomen. Wederom voor de stad tot leven komt. Dat betekent dat het een vermoeiende dag zal worden. Toch zal ik proberen er het meeste van te maken want nu tel ik mijn dagen. Voor vrijdag wil ik een Turkmeens visum want dan starten verlofdagen in Iran en vervolgens in Turkmenistan. Kantoren en grenzen sluiten dan.

Maandag staat in het teken van Zoroastrisme. Yazd heeft 300 jaar lang de islamitische veroveringen vanaf de 7e eeuw tegen gehouden en zijn eigen gewoontes bewaard. Dat merk je. Ook vandaag nog zijn er hier 3500 Zoroastriërs. Zij hebben hun eigen tempel waar hun eeuwig vuur brandt. Dat moet je letterlijk nemen want het vuur dat zij aanbidden brandt al sinds 470 na Christus zonder ooit te doven. Elke dag wordt het door een himrod (priester) gevoed met abrikozenhout en amandelhout. De asse is hier nutteloos. Een aandachtwekkende anekdote vind ik het feit dat de drie wijzen, die uit het oosten kwamen, om het kerstekind te eren eigenlijk uit Iran kwamen en Zoroastriërs waren. Ik, en andere toeristen, vinden trouwens dat Zarathustra -op de afbeeldingen- verdacht veel weg heeft van de volwassen Christus. Hij leefde wel in de 18e eeuw voor Christus. De Iraniërs delen wel niet de mening van de Azeri`s dat hij uit het zuiden van het toenmalige Azerbaijan kwam. Volgens de mensen hier kwam hij uit de grensstreek met Afganistan. In de christelijke leer vind ik zeer veel sporen terug van de zoroastrische leer.

Er is hier een Zoroastrische school waar ik na lang aanbellen maar zelf binnen stap en foto`s maak. Er zijn niet veel leerlingen maar er is wel les. De turnzaal ziet er uit als die van elke basischool. Hiermee wil ik zeggen : een groter zaaltje in de school dat niet met dit doel gemaakt is. De PC`s die de leerlingen gebruiken zijn wel van veel oudere makelij als die van ons en er zijn er minder. Maar het gebouw zelf ligt in een mooi park.

En dan is er nog een zoroastrische sportclub voor volwassenen.

Dat merk je telkens aan het symbool boven elke gebouw. Het stelt de god Ahura Mazda voor met 2 vleugels en 2 ringen. In een driehoek staan onder de vleugels en onder de poten drie begrippen in het Perzisch (goed denken, goed spreken en goed doen). De vleugels wijzen er op dat dit in 2 richtingen werkt. opwaarts en neerwaarts (het omgekeerde dus). De grote ring wijst er op dat je dat de hele dag lang moet doen. De kleine ring wordt beschermt door deze god. Hij beschermt de dag en alle dagen als je het hoger vernoemde doet.

In de hitte van de namiddag wil ik toch naar de 2 torens van de stilte. Iets te vroeg maar ik ben te nieuwsgierig. Dus met de taxi er naartoe. Op twee bergjes op de rand van de stad zijn 2 lage torens gebouwd met een grote diameter. In de torens zijn er naar het midden aflopende platformen aangelegd met in het midden een put. Op de aflopende platformen werden de lijken van de overleden Zoroastriërs neergelegd. De gieren en het klimaat zorgden er voor dat na verloop van tijd alleen de botten overbleven die dan in de put sukkelden. Deze beenderen werden verzameld en begraven. Tot in 1960 was dit een eeuwenoude ganbare praktijk. Zij werd verboden om hygiënische redenen. Zoroastriërs deden dit omdat ze wilden dat er verbondenheid was tussen water, aarde, vuur en lucht. Zo ging het kwade ook weg. Twee echt vreemde plekken met een mooi uitzicht op de grote stad, de woestijn en de bergen.

Vannacht heb ik mij een goed hotel uitgezocht. Ten minste dat was het plan. In `De Standaard` las ik 2 jaar geleden een artikel van 2 Vlaamse vrouwen die een autoreis door Iran hadden gemaakt en zo gelukkig waren over kohan hotel in Yazd. Ik er dus naartoe maar het bleek volzet (met Koreanen). Dat krijg je als iemand in de krant reclame maakt. Lezen Koreanen ook `De Standaard` ?

Ik vind er wel een ander. Hotels zijn hier oude huizen die gerenoveerd worden en dat is mooi in deze lemen stad. Ze plaatsen mij op de kamer op het dak van een hotel (waarvan ik de naam telkens vergeet want ik kan het niet uitspreken). Perfect. Wifi en internet werken wel niet goed in deze stad en het aanbod is zeer klein.

Dinsdag 20 oktober 2015

Mijn tweede dag in Yazd. Ik blijf in het stadscentrum. Het watermuseum staat op mijn verlanglijstje.

In deze woestijnen komt water uit de omringende bergen. Zij wordt via, 20 meter diepe, onderaardse kanalen naar de stad gevoerd. Een kanaal noemt met een qanat. Je kan ze herkennen in het landschap. Het zijn precies grote molshopen op een lange rij in de woestijn. Hun onderhoud vergt hard labeur want ze geraken verstopt of de grond zakt in. Qanats zijn eeuwenoud. Telkens monden zij uit in de koepelvormige bekkens die omringd zijn met windtorens. Deze bekens verdelen het water naar de diepste kelders van de huizen. Het water is verbazingwekkend koel. 

Windtorens zijn een ander merkteken van deze stad. Dat zijn middeleeuwse ventilatoren. Hogerop is er wind (zoals ik zelf kon merken). De torens vangen de wind in driehoekige schachten en leiden die af naar het centrum van de huizen. Je voelt de tocht duidelijk. Het koelt de huizen efficiënt. De koeling wordt nog versterkt door het stromende water van de qanat.

Ik heb al vaker gemerkt dat mensen in de zomer vooral in de dieper gelegen plekken van de huizen verblijven omwille van de koelte.

Allemaal vormen van aanpassing aan het woestijnklimaat. In een tuin `Dowlatabat` is het belang van koeling ook weer duidelijk. In de namiddag nog 2 vreemd gebouwde moskeeën en de bazaar en ik heb het gezien.

S`avonds verlaat ik de stad met de nachtbus naar de hoofdstad. Ik vind dit een grote opoffering want zo zie ik niets van de intrigerende zoutwoestijn. Maar nu heb ik weinig keuze. Dit visum moet afgewerkt worden en dat heeft nu prioriteit.

Woensdag 21 oktober 2015

Om 5 uur s`morgens kom ik aan in het centrale bustation Arjantin te Teheran. Het is koud en het is nog donker. Te voet zoek ik het metrostation dat op minstens 2 kilometer ligt. Onderweg merk ik op dat er nu sneeuw ligt op de bergen boven de hoofdstad. Op straat is er nog niemand. Eenmaal aangekomen aan de Turkmeense ambassade moet ik wachten want het opent pas om 9 uur. Iets later komen Jerome en Sabina aan. Twee Bretoenen van mijn leeftijd die de zijderoute te voet af wandelen. Zij zijn al onderweg sinds juni 2014. Onderweg geven zij lezingen in scholen en zelfs op de Iraanse TV. Telkens wisselen zij een kluitje aarde uit als teken van vriendschap tussen de volkeren. Dat bewaren zij in schattige lederen beursjes.

Om 9 uur gaat het - mij bekende en schattige - loket open. Spannend ! Na controle krijg ik wel degelijk een turkmeens transitvisum voor 5 dagen voor de inkom- en uitgangplaatsen die ik gevraagd heb. Ik ben er trots op.

In het voorjaar keek ik naar de 3 (minder goede) afleveringen over de Zijderoute die 2 journalisten van de VRT aflegden. Zij kregen geen visum voor Turkmenistan (en ook niet voor Oezbekistan). Uit trots en blijdschap heb ik een foto van beide visa toegevoegd.

Als ik een visum voor Turkenistan kan krijgen moet het niet zo moeilijk zijn er een te krijgen voor Pluto (nu blijkt dat er daar een soort nevelachtige atmosfeer is).

De rest van de dag ben ik "vrij". Vandaag blijf ik hier want ik wil wel eens de Kooh-i-noor zien. De tweede grooste diamant ter wereld die hier in het juwelenmuseum ten toon gesteld wordt. Het juwelenmuseum bleek echter al dicht te zijn.

Donderdag 22 oktober 2015

Vandaag rust ik en doe ik zo goed als niets actiefs . Ik koop alleen een ticket voor de trein in het station. Dat is op zich al veel want de rit met de metro er naartoe is complex.

Ik had nog een leuk gesprek met Jamal. Uiteindelijk krijgt hij mij toch zo ver dat ik `Kale Paca` uitprobeer. Herrinner je het offerfeest in Gaziantep in Turkije. Dus krijg ik een bord met hersenen, tong, ogen en knieën van een schaap. Alles gaat maar met de ogen krijg ik toch maagoprispingen. Inderdaad vetrijk voedsel. Dat zullen de mensen van hier s`morgens opeten. Nu zijn ze allemaal buiten op straat en in de moskeeën aan het bidden onder leiding van de imam die vooraan bidt en een muezzin die voor zingt.

Foto’s

10 Reacties

  1. Steven de bel:
    4 oktober 2015
    Leuk om jouw reis mee te volgen. Blijkbaar is Iran achter de schermen nog iets anders dan de facade die de media en de ayatolla's ons voorhouden. Benieuwd wat het in Teheran zal zijn.
  2. Jean Eyckmans:
    4 oktober 2015
    Boeiend verhaal. Zijn echtgenoot met haar familie... Even onduidelijk.
  3. Jeske Boel:
    4 oktober 2015
    Dag Axel. Wij genieten van een nazomerse week op Kos en uiteraard ook hier van jouw reisverhalen. Dikke zoen
  4. Suzy:
    4 oktober 2015
    Leuk je eindelijk nog een te 'horen' ... begon je al te missen ...
    Enkele weken geleden in Macedonië geweest: een aanrader!
  5. Smet peter:
    5 oktober 2015
    Ik denk dat het een ongelofelijke en fantastische ervaring moet zijn. Een verrijking van je leven. Werken is een ding, maar dromen verwezenlijken een ander. Geniet ervan en ik kijk uit naar je volgend reisverhaal.
  6. Nicola:
    8 oktober 2015
    Hi
    This is the mail you gave me. axel.lynen@telenet I think you miss a part because not work.
    work
  7. Galloy danielle:
    9 oktober 2015
    Salut Axel c'est super de te suivre au fil des jours dans cette belle aventure :-) bonne continuation ;-) amitié
  8. JEAN:
    12 oktober 2015
    Bonjour Axel. Que d'expériences et connaissances pour toujours.
  9. Nico:
    17 oktober 2015
    Axel, ik volg je reis met grote belangstelling, ben blij te vernemen, dat je zo geniet en ZO veel ziet en ervaart van positieve mensen. Wordt het geen tijd om lokale dracht te gaan kopen? Beschutting in dat klimaat als je geen tent meer hebt....
  10. Chantal:
    25 oktober 2015
    Salam Axeltje, Hale schoma schetor ast? Zo te zien kom je wel aan je trekken in Iran. Opvallend is wel dat de mensen er heel gastvriendelijk zijn, dat is heel fijn! En op de motto gezeten, wauw... ik denk dat je je vingers kan aflikken aan de archeologische sites en de mooië groenblauwe paleizen en het eten, heb je die zoete citroenen ook geprobeerd, prachtige foto's...en indrukwekkende reisverhalen. Ik kijk er altijd naar uit naar je verhalen. Hou je goed en nog veel reisgenot. Ghodaves (dat God je mag beschermen) Lieve groeten van Chantal