In rechte lijn door de Karakumwoestijn langs de karavaanroute

3 november 2015 - Farab-Pristan, Turkmenistan

Vrijdag 30 oktober 2015

We vertrekken in het gehuurde appartement om 10u00. We, dat wil zeggen de receptionist en ikzelf. Hij zet mij wel af aan het verkeerde busstation. Een door de stad geacrediteerde gids brengt mij naar het juiste busstation. Ik moet aandringen om hem te betalen. Dat noemen ze in Iran `tarov`. Het is een iraanse vorm van beleefdheid. Je moet aandringen om te betalen. Ik denk dat er hier en daar wel een zal zijn die zich niet goed moet voelen want ik had dat pas op het einde goed door.

Daar de eigenaar van de busmaatschappij zo lang en heftig ruzie maakt met een chauffeur en ons dus niet ziet staan heb ik maar net de tijd om een ticket te kopen en op de bus te stappen. De rit duurt 3 uren en gaat door een mooi lanschap dat bergachtig wordt maar vooral kurkdroog. Na de bergketen `Kopet Dagi` volgt opnieuw een vlakte waar de grensstad Sarrakhs ligt. Hier valt inderdaad niets te beleven. Goed dat ik op advies van Ali in Mashhad ben gebleven. Na een zeer korte taxirit ben ik aan de grenspost.

Aan de Iraanse kant van de grens verlaat ik het land zonder problemen maar ze controleren wel de foto`s op mijn toestel. Dan mijn bagage en uiteindelijk gaat mijn paspoort door 3 verschillende handen. Het is allemaal goed.

Dan met een busje naar de Turkmeense kant over een uitgedroogde rivier in de zandvlakte met hier en daar lage begroeiing. Net na de brug herken ik de grenspost die Bernard Olivier beschreef in zijn reisverhalen. Maar mijn grenswachters slapen niet en komen niet op hun sloffen buiten. Alle Turkmeense grensbewakers en soldaten dragen een groene Baden Powell hoed en een veldfles, Maar geen wapens. Charmant ! Ik wordt door hen zelfs verwelkomd.

Na de busrit volgen allerhande controles met als meest opvallende de medische controle vooraleer ik alle andere over mij heen krijg. Ze meten mijn temperatuur. Blijkbaar is 36,8 graden Celsius okay. Dan de inklaring van je goederen. Je moet al je bezittingen aangeven en het dubbel van dit gestempelde document bij houden voor de uitgaande grenspost. Hier moet je nog 12 dollar betalen aan soort kassa. Dat gerucht deed al de ronde bij reizigers. Bij de volgende balie moet je exact uitleggen waar je gaat en waar je zal slapen. De bagage controleren ze niet echt.  Ze willen alleen maar weten als ik een revolver bij heb !!! En na een aantal paspoortcontroles ben ik eindelijk over mijn 16e grens.

Eenmaal de grens over opnieuw met een busje naar de omheining van de grote grenspost (hier komt het niet op een metertje aan). Nu begint het. Er is geen bus. Ik zit in de woestijn naast een aantal enorm lange goederentreinen. Maar geen enkele trein voor passagiers. Hier zijn alleen taxi`s. Het wordt hard onderhandelen want het gaat niet over 5 kilometer maar over bijna 300 kilometer. Ik denk dat ik hier door gebrek aan ervaring te veel betaald heb (bijna 30 dollar) Pas als de taxi vol is rijden we naar Mary. Daardoor wordt het stilaan donker.

Intussen heb ik begrepen dat ik telkens beter een dag uittrek om een grens over te steken in deze landen.

Op de wegen zijn geen wegmarkeringen waardoor de chauffeur vaker links rijdt en op de koop toe bidt hij nog een keer en belt hij ook nog al rijdend. Gelukkig is hier zeer weinig verkeer.

De schaarse armzalige kleine woningen werden allemaal dicht bij de weg gebouwd. Zij zien er opvallend Russisch uit. Op de wegen rijden alleen maar iets oudere Toyota`s en alle bouwmachines en vrachtwagens zijn van chinese makelij of Russisch. De chauffeur neemt nog een kortere weg langs een geasfalteerde zandweg in zeer slechte staat die eindigt op het smaltse ijzeren brugje dat ik ooit zag. Zo geraken we op de enige belangrijke weg in dit land.

Onderweg geeft hij nog een fooi aan de verkeerspolitie. In Iran en hier zijn voor en na elke stad een soort tolpoorten gebouwd waar je je moet registreren. Maar in Iran was er geen sprake van omkoping.

Na enkele uren geraak ik in het pompeuze hotel dat ik opgegeven had aan de autoriteiten. Het is goed en niet te duur (40 dollar maar ze ontvangen niet graag hun eigen munteenheid, de Manat).  Ik krijg er zelfs een steak met frieten en mayonaise. Dat is lang geleden.

Zaterdag 31 oktober 2015

Ik sta veel te vroeg op omdat ik mij vergist heb van uur. Het uurverschil met Brussel bedraagt nu 4 uren meer. (ik meende dat het 5u30 was). Goed, ik ben op tijd voor het ontbijt met koffie, een soort lekkere kunstmatige bessengelei, varkensworst en vooral hardere kaas. Dat smaakt ook, na zo lang.

Het hotel `Margush` ligt vlak naast het regionaal museum van de provincie Mary. Een Russisch lijkend gebouw zoals alle officiële gebouwen in deze stad. Maar wat mooi is is dat er velen het silhouet van een yurt hebben. Zo krijg je toch een eigen karakter te zien.

In het museum moet je wel een astronomisch prijs betalen als je foto`s wil maken. Niet dus ! Er is natuurlijk ook een afdeling gewijd aan de cultus van de huidige president. Het lijkt er wel op dat dit hele land leeft door en voor die ene man. Letterlijk overal hangen foto`s van hem.

In het kleine museum hebben ze mooie archelogische vondsten uit Merv en Mariana. Twee steden die 4000 jaar oud zijn. Vooral de beeldjes van vrouwelijke figuren met spitse gezichten vallen op. Ook de modellen van de steden geven een goed beeld weer van een - voor mij - onbekende cultuur met ongewone vormen.

Merv was een stad die bloeide tijdens de Achaemenidische tijd (6e eeuw v.C. tot 4e eeuw v.C.). Maar het orgelpunt was de tijd van de Seldjukken. Dat is de 9e tot de 12e eeuw. Merv was hun hoofdstad. Ik heb veel achting voor de bouwwerken en het leiderschap van deze dynastie. Stuk voor stuk, en in elke streek waar ik kwam, zien zij er fijner uit dan ervoor en erna. Wetenschap werd toen sterk bevorderd. Merv was ook zeer groot. Het was ooit de grootste stad ter wereld. Maar ze kende een bruusk einde tijdens haar late Khorezmische tijd. De mongoolse heersers hebben haar letterlijk met de grond gelijk gemaakt in 1221 tijdens een wraakoefening. Door hun succes in Khorezm (hier dus) kreeg Gengis Khan de smaak te pakken en heeft hij heel Perzië onderworpen (de buren dus).

Vandaag zie je een handvol gebouwen in een enorme vlakte vol met lage begroeiing. De hoge duinen, die haar omringen, wijzen op de stadswallen. Er zijn eigenlijk 3 aaneensluitende volledige omwallingen. En eigenlijk zijn het 5 aaneensluitende steden.

Het meest opvallende gebouw dat nog volledig rechtsstaat is het fraaie hoge mausoleum van de laatste seldjukse heerser (sultan Sanjar). De 2 forten zien er ook totaal anders uit dan ik ooit heb gezien. Er is ook een boeddhistische stupa (mijn eerste tijdens deze reis). Nu zijn de struiken er rond vol stoffen lintjes. Dat zijn vrouwen die vragen om een kind. Als het lukt moeten ze jaarlijks hierheen komen en een - dierlijk - offer brengen. Zo zie je dat de huidige islamitische godsdienst ten noorden van Iran steeds vermengd wordt met oudere rituelen. Merv was een zoroastrische stad in de achaemenidische tijd. Er zijn ook vuurtempels maar nu heb ik er geen gezien. Die liggen in Mariana. Dat ligt op 100 kilometer ten noordwesten van Mary.

En dan nog de ijshuizen. De eerste die ik zie maar ze zijn eigenlijk talrijk (in Iran en hier). Hierdoor kon je in de vernoemde tijden ijs tot lang in de bloedhete zomer bewaren.

Merv is volledige beschermd door de Unesco omdat het een van de zeldzame steden die volledig is gebleven zoals men ze verlaten heeft in 1221. Het is inderdaad een `must` op de zijderoute. Het is niet moeilijk om al wandelend op de duinen stokoude potscherven en mozaiekfragmenten te vinden. Ik durf ze niet mee te nemen. Maar ik heb er wel foto`s van genomen. Omdat het nu volop herfst is - en het regent - hangt er een soort schemer bij valavond. Inderdaad indrukwekkend met het zicht op het mausoleum op zeker 4 kilometer van hier. Deze archeologische site is veruit de grootste die ik mocht zien. Ik zag ook 2 witte kamelen die over de stadwallen weg slenterden. Volgens mij `grazen` ze in de oudste stad, waar het groener is.

Interessant vond ik ook het feit dat de alomtegenwoordige leem bij deze (hevige) regenval erg plakt aan de schoenzoelen. Nu begrijp ik waarom leemzand, vermengd met water en stro, een sterk bouwmateriaal is. Het trotseert de eeuwen maar het vraagt wel onderhoud. Ik ben blij met deze taxirit want de jonge chauffeur van het hotel is meegaand en geïnteresseerd.

S`avonds vind ik een sjaslik in een lokaal restaurant. De Turkse invloed is hier overal duidelijk zichtbaar. De eetgewoonten zijn grotendeels de zelfde. Men schrijft in Romeinse alfabet maar met Turkse klanken. De taal is wel Turkmeens. Op televisie kijk je naar een Turkse zender. Er is ook een Turkmeense staatszender die gewijd is aan de glorie van het land en haar leider.

De huwelijksgewoonten zijn ook Turks (mijn zoveelste - maar nog maar 2 begrafenissen gezien). De mannen dansten wel op straat op het ritme van `Tomba la bomba` (een beat over de knappe Italiaanse skikampioen Alberto Tomba die deze bijnaam kreeg). Vreemd tussen deze Russisch ogende gebouwen.

Hier is de invloed van Rusland ook duidelijk merkbaar in een tweede alfabet (het kyrillisch) op TV en vooral in de administratieve gewoonten. Ook de woningen en gebouwen geven een duidelijke noordelijke invloed.  Mijn eerste glas Turkmeense wijn. Het is meer dan een maand geleden dat ik nog een druppel alcohol heb gedronken. Ik heb het niet gemist en blijkbaar is dat goed voor de lever. Deze wijn lijkt wel eerder porto dan wijn. Druiventeelt in de woestijn kan niet anders dan een zeer zoete wijn te verwekken maar het alcoholpercentage ligt toch te hoog, naar mijn smaak.

Tijdens de voormiddag bezocht ik nog de aangename fruitmarkt, de kleine bazaar waar ik een soort vlees in deeg at met paprikasaus op een aangenaam zonnig terras, want het wordt frisser. Ik zocht ook vruchteloos het station. Dus wandelde ik maar rondom een school en in de woonwijken.

In de namiddag vond ik een internetcafé maar wat voor een ? Het is een deel van het ministerie voor telecommunicatie waar je eerst je paspoort moet afgeven. Het gaat snel en het is goedkoop maar ik kan geen afbeeldingen zien. Ik begin pas goed te begrijpen waarom de strijd voor een vrij Internet in vele landen belangrijk is en waarom bloggen niet altijd zonder gevaar is.

Het is mij al wel duidelijk dat niemand hier lacht. In totaal zag ik drie jonge meisjes lachen. Verder niemand. Wat een verschil met Iran.

Zondag 1 november 2015

Het regent. Ik ben hier in een grote - onaangeraakte- woestijn en het regent ! Het ziet er daardoor opvallend groen uit. Er is veel lage begroeiing. Nu dragen zij hun herfstkleuren. De woestijngrond is inderdaad grijs, zoals ik gelezen heb. Het is fijn zand : leem.

Straks om 17u22 neem ik de trein naar Turkmenabat. Spotgoedkoop en mooi. Spijtig dat het weer s`avonds is. Daar er maar drie treinen per dag zijn, waarvan de andere s`nachts (0u22 en 0u48) heb ik niet veel keus. In veel van deze landen bedient de spoorweg in de eerste plaats het goederentransport.

Intussen spendeer ik de tijd in de aangename bazaar van de stad en werk ik aan de blog wanneer het hard regent.

De trein vertrekt met 45 minuten vertraging en luistert naar de naam `Ypek Yolu` wat zijderoute betekent in het Tuks en het Turkmeens. Blijkbaar is dit de ware levensader van dit land. Vandaag zet hij veel soldaten met permissie af in Mary (en met hun fraaie hoed). Op het perron wachten hun familieleden in trosjes.

In de moderne wagon van chinese makelij vind ik onmiddellijk warm water dat gratis wordt aangeboden om thee te zetten. Dat komt van pas want het is koud. De sandalen werden al sinds de Iraanse grens opgeborgen en ik draag nu dagelijks een T-shirt, trui en jas. 

Er is veel volk en de wagonverantwoordelijke zet mij in het eerste compartiment, naast 2 oudere dames. We proberen een praatje op te zetten wat min of meer lukt. Naast de mooie hoeden hebben ze allemaal zo veel gouden tanden. Nog een kenmerk van deze streek. Een volledig gouden gebit vinden ze mooi.

Deze trein is een echte boemel. Maar de haltes stellen niet veel voor : een station met een aantal huizen er rond. En telkens dragen ze een nummer eerder dan naam : `59 NJY Razyezo` bijvoorbeeld. Buiten deze stations en deze huizen is er geen licht te zien in de pikdonkere nacht. Op een zeker ogenblik stopt de trein in de woestijn. Als we buiten kijken zien we links en rechts 3 overleden volwassen dromedarissen liggen met ernstige verwondingen. Later zal ik begrijpen dat het niet onze trein is die er tegen is gereden maar een vorige. Onze machinisten gaan wel grondig kijken. Gelukkig niet alledaags dus.

S`avonds laat komen we aan in Turkmenabad. In het hotel recht tegenover het station willen ze dollars en geen lokale munt. Ik ben hier principieel niet mee akkoord en bovendien wil ik op het einde niet blijven zitten met deze munteenheid, de Manat.

Dus ga ik naar het politiekantoor iets verderop om te vragen hoe dit nu zit. Daar ben ik getuige van een vreemd schouwspel. Er zijn een tiental agenten en een 15-tal jongen mannen in 2 cellen met een ferm traliehek. Het ziet er uit als een scène bij de sherrif uit een westernfilm. Wanneer ik in deze enige ruimte mijn uitleg probeer te doen bij een commissaris (denk ik) roept een gevangen jongen dat hij kan vertalen. Ze gaan hier op in ???? en laten de jongen komen die dan vertaalt. Eenmaal ze begrepen hebben wat ik wil gaat hij vrijwillig terug naar de cel. Ik ga naar buiten want ik voel mij hier niet zo okay. Een agent zegt mij dat hij mij zal brengen naar een hotel maar dat ik even moet wachten. Opnieuw verbieden hij en de buiten wachtende familieleden mij om te roken op de betonnen vloer buiten het kantoor aan de straatkant. Ik krijg de indruk dat roken verboden is in het openbaar en dat iedereen mij dit zegt om er niets mee te maken te hebben. Maar anderzijds zie ik regelmatig inbreuken in parken en tussen wagens.

De wachtende families zien er niet treurig uit. Ik vermoed dat de jongeren het uitgangsverbod na 22u00 hebben genegeerd en nu moeten ze brommen. Dat zou verklaren waarom je hier niemand s`avonds op straat ziet en waarom zo veel mensen mij wijzen op hun klok als ik s`avonds buiten wil gaan.

Een krakemikkige politiejeep brengt mij met drie agenten ??? naar een ander hotel. Onderweg vraagt de agent die mij verbood om te roken mij een sigaret. Wanneer hij merkt dat het een lokaal merk is is hij ontgoocheld. Hij zou graag een `camel` hebben. Onderweg stoppen we nog een aantal keren maar ik begrijp niet als ze dan spreken met andere agenten in burger of met gewone burgers. Allemaal vreemd en dan zetten ze mij af in het hotel.

Daar loop ik tegen de lamp want dit hotel vraagt het dubbele van het vorige. Als hij mijn gezicht ziet verbleken wijst hij mij op een ander hotel net om de hoek dat goedkoper is. Ja, het is veel goedoper en ik mag in lokale munt betalen maar zo een verweerde badkamer heb ik nog nooit gezien. En de bedplanken van deze familiekamer zijn allemaal scheef en zeer hard. Maar ik heb lakens, een kussen een klene matras en het is warm. Alles om in slaap te vallen.

Maandag 2 november 2015

Na een lange deugdoende nacht wandel ik door deze nieuwe stad met nog een nieuwe bazaar. Deze is niet goed gestoffeerd (zoals alle bazaars verbleken na de Iraanse) maar ik vind bruine zeep in blokjes en geurige soorten gerookte vissen. Etenswaren roken is een meer russische manier om te bewaren. Een wandeling van enkele kilometers brengt mij naar de rivier want dit is de reden waarom ik voor deze stad heb gekozen. Nu heb ik de kans om de Amu Darya te bekijken. Dat is de eerste grote stroom die afkomstig is uit het dak van de wereld. Deze komt uit de Hindukush in Afganistan/Tadjikistan. Alexander de Grote doopte hem Oxus. Een wonder dat deze brede stroom door de droge woestijn vloeit. Een schipper vertelde mij dat hij al tot in Afganistan voer en ook tot de Aralsky More (Aralmeer).

Hier ligt de oorzaak van de ecologische ramp dit dit grote meer treft. De Turkmenen leiden te veel water af via kanalen naar hun talrijke katoenplanatages. Bovendien verdampt het grootste deel bij 45 graden Celsius in de zomer. Het gevolg is dat het Aralmeer geen toevoer meer krijgt uit het zuiden. De dramatische situatie lijkt wel aan de beterhand te zijn in het noorden want de Kazachen hebben dammen en dijken geopend. Maar de Turkmeense president in het zuiden vindt dit niet zijn probleem want het Aralmeer ligt tenslotte in Oezbekistan.

Eerst nog door een politiecontrole die de toegang tot de beroemde pontonbrug controleert. De officier noteert al mijn gegevens maar geeft mij wel toestemming om er over te gaan en te wandelen langs de oever. Er is zeer veel zwaar verkeer op de oude pontonbrug. Het staal plooit langs alle kanten. 200 meter verder bouwt een onderneming uit Taiwan 2 nieuwe, echte, bruggen maar die zijn nog lang niet af.

Vooral de oever bevalt mij omdat de stroom een zeer groot overstromingsgebied heeft dat bestaat uit struikgewas en ware rustgevende stranden. Het water van de stroom is opvallend koud en zijn kleur is zandgrijs.

Tot valavond blijf ik er. Op de terugweg mag ik zo door de controlepost en uiteindelijk eindig ik een warm cafeetje (annex winkel) waar ik mij tegoed aan koffie en platte kaas. De eerst sinds lang. De russische TV staat aan. Duidelijk een Rusische plek hier.

Enkele uren later ben ik in het krakemikkig hotel waar ik lees en turn. De receptionist van mijn hotel wil niet dat ik voor deze nacht betaal. Ik dring aan maar ze wil het niet. Nu heb ik te veel centen over ! Met mijn laatste geld probeer ik dan maar een Turkmeense wodka in het restaurant er naast waar net een feestje aan de gang is. Mij zetten ze in een apart salon. De drank is niet bijzonder. Als ik de plek verlaat zijn de feestgangers aan het dansen maar ik heb niet de indruk dat ze zich echt amuseren. Nieuwsgierig kijken ze mij aan maar ik word naar buiten begeleid door een ober.

Dinsdag 3 november 2015

Gisteren probeerde ik tijdens de voormiddag een biljet te kopen voor een treinrit naar Farab. Dat is de grensstad. Daar een ticket hier kopen een hele administratrieve onderneming is en er meestal veel volk is wilde ik er vroeg aan beginnen maar blijkbaar te vroeg voor deze lokale rit. Dus vanmorgen vroeg, op tijd, naar het station. Gelukkig ken ik nu de wandelweg langs het park - ter ere van een 14e eeuwse dichter die hier overal geëerd wordt, ook in Bandar-e-Torkoman in Iran. Ik slaag er nog in om zonder verlies lokale munt om te zetten in 20 dollar op de zwarte markt in een wagen (zoals in de film).

In het station heb ik nu een ticket tegen een prijs van 2 manat of 50 eurocent. Hm, er blijkt maar een wagon gekoppeld te zijn aan deze zware locomotief. Maar goed ! Zo kom ik aan in Farab dat net aan de overkant van de brede rivier ligt. Na een bezoek aan het vuilste toilet uit mijn leven wacht ik voor het station op een taxi. Ik geef nog een Manat aan een kleine meisje bij het kopen een brood waarop haar moeder mij gods zegen geeft.

Een andere, mooie, vrouw geeft mij nog een angstige waarschuwing dat ik hier niet mag roken en dan vind ik een taxi. Hij brengt mij naar de grens door de woestijn. Best ver langs nog een afleidingskanaal. Nu heb ik geen Manat meer over.

De uitklaring verloopt vrij goed, Mijn fototoestel, dat bekijken ze gelukkig niet. Maar de dichtbundel van Hafiz, dat is iets anders. Gelukkig was de plasticfolie verpakking niet geopend. De officier zegt mij dat dit soort boeken verboden zijn. Volgens mij denkt hij dat het islamitische politiek-religieuze lectuur is omdat het Perzisch alfabet gebruikt wordt . Hij begrijpt er in ieder geval niets van. Stom is dat het boek `het huis van de moskee` er zo door gaat terwijl dit eigelijk een veel kritischer werk is.

Ik heb ergens gelezen dat er in Turkmenistan maar één boek toegelaten is, dat de president en het land eert. Iets van ene `Ruhimi`, maar dat zal ik niet lezen.

Dit land zal nog problemen krijgen met Internet. Iedereen heeft of wil hier een smartphone en zo veel mensen verdringen zich op de markten om er een te kopen maar ik denk dat niemand er Internet op heeft staan. Wat doe je er dan mee ?

Enfin, ik geraak buiten zonder kleerscheuren en met mijn dichtbundel. Nu wachten op de bus naar de Oezbeekse grens. Deze busjes moet je betalen. Nu word het dus 1 dollar. Daar wordt ik welkom gegeten door zwaar bewapende soldaten met helmen maar de controle is wel veel gemakkelijker. Aan de Oezbeekse kant is er eerst een vluchtige medische controle die ook weer de lichaamstemperartuur meet. Daarna een korte visumcontrole en dan zijn ze vooral geïnteresseerd in de inklaring van goederen die diepgaander is dan alle vorige. En de douanierster wil al mijn pillen zien. Dus open ik ze voor de eerste keer (antibioticum tegen hondsdolheid, Dafalgan, iets tegen buikloop,... Ik had ze nog zo zorgvuldig en waterdicht ingepakt. Ze zijn op zoek naar verdovende of oppeppende middelen. Na deze controle sta ik voor ik het weet buiten, na mijn 17e grenspost.

Foto’s