Op naar het oosten

31 oktober 2015 - Mary, Turkmenistan

Vrijdag 23 oktober 2015

Een feestdag waarop alles dicht is. Dus heb ik mij  voorgenomen om te reizen met de trein want die werkt wel. Ik heb een mooie rit gevonden door het soms meer dan 5000 meter hoge Elburzgebergte. De rit gaat van Teheran naar Sari. Dat ligt bijna aan de Kaspische zee. En het wordt en prachtige dag. We beginnen in de stad op 1100 meter, dan gaan we door kleine landbouwgebieden, daarna door de kurkdroge woestijn. Zo gaan we na 2 uren de bergen in. Hier krijg ik voor het eerst de herfstkleuren te zien in de loofbomen. Mooi, zo op de kurkdroge rotsachtige achtergrond. We stijgen tot 2000 meter waarna we stoppen op het hoge plateau. Hier krijgen we een tweede zware diesellocomotief toegevoegd. Kort daarna gaan we vreemd genoeg bergaf. Ik begrijp snel waarom. De trein moet een hoogteverschil overwinnen van 600 meter over een korte afstand. Het probleem is dat de trein maar een lichte stijgingsgraad of dalingsgraad aan kan. En de berg is niet langer dan ze is. Dus moesten de bouwers een zeer hoog aantal haarspeldbochten aanleggen in de berg zelf en zo de trein zigzag laten afdalen. Het zorgt er voor dat je boven jou en onder jou verschillende sporen ziet liggen waar je net over bent geweest. Uiteindelijk gaan we over een brug die een leegte van 120 meter diep overspant. Gelukkig zie je pas achteraf in Veresk waar je net over bent geweest.

Tevreden want ik kende deze techniek van een modeltrein die je kan zien in het `Verkehrshaus der Schweiz` in Luzern. Het is het model van de echte Gottard-spoorweg. Vermits deze laatste alleen wordt gebruikt voor goederen kon ik het niet mee maken. De Gottard-spoorweg werd gebouwd in 1870 en deze hier in de jaren `30 van de vorige eeuw. Indrukwekkende rit !

In Veresk (1300 meter hoog) wordt een locomotoief afgekoppeld en zo rijden we verder naar Qaemshar. Hier is het landshap helemaal anders. Het is hier inderdaad een eerder tropisch gebied. Rijstvelden, overal groene loofbossen en vele chinese daken. Dat laatste zag ik nog niet voorheen. Ik bedoel hiermee paviljoentjes op de daken en de gebogen vorm van de daken. Maar de lelijke stalen daken zijn ook terug. Die zie je overal in de voormalige Sovjet-Unie en in Turkije.

Na Qaemshar wordt het Sari (0 meter hoog). Hier heb ik ik de zoveelste discussie met een taxichauffeur die mij uiteindelijk dichtbij in het centrum afzet. Het zullen toch niet mijn vrienden worden.

In deze stad merk ik dat bijna alles dicht is voor de 2 feestdagen.

Zaterdag 24 oktober 2015

Omwille van de rustdag voel ik mij enigzins geblokkeerd. Eerst een wandeling door het centrum waar ik lekkere gedroogde, en nog echt groene, druiven vind met dadels en koekjes en een hardgekookt ei.

Het lijkt mij een geschikt ogenblik om een wandeling te maken in een natuurgebied. De tweede keuze ging naar een natuurgebied op 7 kilometer van hier in het noorden. Ik kan er met de taxi naartoe. Ik geloofde niet dat ik op mijn eerste keuze zou geraken, Dasht-e-Naz op 25 kilometer van hier in het noordwesten. Een taxichauffeuffer zegt mij dat de 2e keuze ook dicht is. Ik zet mij dus ontmoedigd op een stoep en eet koekjes. Zo geraak ik aan de praat met Hussein, een ingenieur mechanica die werkt in een grote papierfabriek en die vandaag vrij is. Uiteindelijk neemt hij mij mee eerst naar een picnickpark tussen kleine meren met veel waterlelies dicht bij mijn eerste keuze. Dan willen we toch naar Semeskandeh, mijn tweede keuze. Maar er is zopas een ongeval gebeurd op de snelweg naar het oosten. Uiteindelijk biedt hij mij ongevraagd aan om naar de eerste keuze te gaan. Ik blij ! Daar aangekomen kent hij via via de conciërge van het natuurreservaat. Zo geraken we toch binnen in het natuurreservaat. De conciërge, Hussein en ikzelf gaan het damhertenpark bezoeken. Mij interesseren vooral de bomen. Ik heb gelezen dat deze wouden, samen met de bossen op de oostelijke kant van de Zwarte zee, er voor zorgden dat de Europese bossen zich herstelden na de laatste ijstijd. Dat wil zeggen dat deze bossen hier ouder zijn dan de ijstijd. Zij stammen uit het tertiair tijdperk. Dat lijkt mij interessant. Vorig jaar bezocht ik een van de oudste, oorspronkelijke, wouden in Europa (Bialowyca in oost-Polen). Dit zijn dus kinderen van deze bossen. In Europa zijn er vandaag bijna geen oorspronkelijk wouden meer over want de huidige werden door de mens aangepland of veroorzaakt.

Het deel van Dasht-e-Naz dat wij bezoeken bestaat alleen maar uit oude eiken, vlierbessen en vruchtenbomen die ik niet ken. We zien ook de vele inheemse damherten, maar wel van te ver om goede foto`s te maken. Voldaan wil ik niet meer vragen.

In een tankstation tanken we onderweg gas. Ze noemen het CNG. Je hebt ook LPG. De meeste autos rijden zowel op gas als op benzine. Benzine kost hier 10 eurocent per liter. Gas is nog goedkoper. De gasreserves van Iran behoren bij de grootste ter wereld. 

Hussein vraagt mij echter als ik zin heb om tot aan de zee te gaan. Natuurlijk wil ik dat ! Dus gaan we naar Farahabad. Dat is een half tropische badplaats. De zee en het zand zien er eender uit als in Azerbaijan. Interessant vind ik het feit dat de zeespiegel in deze zee tijdens het leven van Hussein hier met 20 meter is gestegen (hij zegt 50 maar ik heb iets anders gelezen). Je kunt het zien omdat er ruïnes van gebouwen in het water liggen. Ik vraag mij nog steeds af wat de oorzaak is.

In Iran zijn de badplaatsen gescheiden voor mannen en voor vrouwen (vooral in de zomer is men streng). Het lijkt een beetje zoals een Belgische badplaats in de 19e eeuw met al die mensen die met hun chadors in zee gaan en mannen met hun kleren.

Er is een kleine pier zoals in Scheveningen met een winkeltje er op. De muziek is er ook maar nu is het hier treurmuziek ter ere van Ashoura. Vreemde combinatie met de palmbomen en de zee.

Terug in Sari gaan we samen naar de optocht kijken ter ere van het hoger vernoemde feest. Het is echt een treurige carnavalsoptocht.

Daar leer ik nog Iman kennen, een scheikundig ingenieur die in de zelfde fabriek werkt en een onbekend koppel met 2 kinderen die graag Engels spreken omdat ze 5 jaren in Engeland hebben gewoond. En ook nog een vriendin van Hussein met haar kinderen waarvan het jongentje net een neusoperatie heeft gehad.

S`avonds zet Iman mij af aan het hotel. Ik heb hoofdpijn want ik denk dat ik een verkoudheid heb opgeloppen door de ploste klimaatverandering van het zuiden naar het noorden. Na een douche en een gebakken spaghetti met augurken en mayonaise en sla lees ik nog wat in het boek "Het huis van de moskee". Een echte `pageturner`. Bovendien herken ik er zo veel in over het Iraanse leven dat ik hier ook zie.

Zondag 25 oktober 2015

Alles is weer open na 2 dagen verlof. Deze namiddag neem ik de de trein naar Bandar-e-Torkaman. Een klene havenstad aan de Kaspische zee. Er is een steurkwekerij op een eiland die ik zal proberen te bezoeken.

Wat onmiddellijk opvalt is dat veel mensen er eerder oosters, Mongools uit zien. Ik schuif duidelijk op. Een gezin laat in een snack-bar haar zoon Engels spreken op aanzet van de vader. Hij moet blijkbaar oefenen. Zo leer ik ook de eigenaar, Kambiz, kennen.

 Maandag 26 oktober 2015

Het is niet helemaal verlopen zoals ik dacht. Het was anders maar zeker niet slechter. De dag begon met een wandeling van de stad naar het steigertje. Onderweg in een brede sloot met (licht vervuild water) leven tientallen grotere waterschildpadden. Ik heb ze nog nooit in het wild gezien. Bij deze wel ! Ze hebben wel een zeer goed gehoor hoor ! Ze warmen zich op in de zon, op de randen van de sloot. Als ze je van 10 meter horen duiken ze vliegensvlug in het water en zwemmen ze weg. En ik die dacht dat schildpaden traag waren ! Niettemin heb ik er een aantal kunnen fotograferen. Ali vindt dat het goede asbakken vormen ! De sloot loopt via de gemeente en mondt rechtstreeks uit in de grote lagune. Daar komen ze vandaan. Op het steigertje wachten we op Kambiz. Hij en Mahmadelhi hebben hun kebabzaak speciaal gesloten om mij te vergezellen naar het eiland. Maar eerst moest hij naar de vroegmarkt. Ik ben trouwens gisteravond nog op de vismarkt geweest. Bandar-e-Torkoman is ten slotte een vissersgemeente van 50.000 zielen. Allemaal Kaspische zeevissoorten die ik niet ken, behalve dan de zalm die hier te lande gekweekt wordt.

Als hij er aan komt met zijn vennoot varen we naar het schiereiland Ashuradeh. Omdat Ali de kapitein van de staatsboot een kus heeft beloofd in plaats van dollars kunnen we gratis mee varen. Het schiereiland is streng bewaakt hoor. Het is de plek van waaruit de Iraanse administratie de controle op de visserijbestanden nauwlettend in het oog houdt. Het strengst is men op de steurvisserij. Steuren zijn diepzeevissen waarvan men de eitjes kaviaar noemt. Hun aantallen lopen sterk terug omwille van de illegale visvangst, vooral door Turkmenistan, Azerbaijan en ook Rusland. Iran controleert streng en neemt blijkbaar veel scheepjes in beslag als je de opslaglaats mag geloven. Eigenlijk mag ik hier zelfs op sommige plaatsen geen foto`s maken. We wandelen rond in de kwaliteitscontrole en dan komen we op het onbewoonde scheireiland. Onbewoond omdat er hier 10 en 20 jaar geleden zware overstromingen zijn geweest waardoor iedereen naar de stad op het vasteland is moeten vertrekken. Het is een lage duinvegetatie met aan weerszijden zeewater.

Hier maak ik foto`s met mooie kleurverschillen. Vanop het oude Russisch fort zien we wilde paarden in de grasvlakte tussen de stranden. Er zijn ook ezels. Voortdurend bieden mijn 3 gastheren mij braambessen aan, water en granaatappels die hier in het wild groeien en zelfs een wilde aubergine waarvan ze een vogelhuisje maken want hij heeft de vreemde vorm die ik al vroeger gefotografeerd heb. Ik moet hem mee nemen naar Belgie. Maar dat beloof ik hen niet. Ali loopt een rondje tegen de klok op de wallen van het oude fort (hij is meer dan 60 maar de leuke gek van de bende). Dan krijgen we gratis kip met gekruide rijst en boter aangeboden in het restaurant van de oom van Kambiz. Dat restaurant bedient de werknemers van de administratie. Uzun Burun of steur is er niet en kaviaar ook niet. Ik moet het dus doen met de vele foto`s en betonnen standbeelden van kaviaar en de grote steurvissen. Tijdens de namiddag kijken we naar het Iraanse voetbal op TV want het weer overtrekt. Opnieuw komt het Belgisch voetbal goed van pas. Ik krijg nog een grondige controle van het hoofd van de grenswachters maar alles verloopt naar wens. S`avonds gaan we met een klein motorbootje terug naar het vasteland. Dan met drie op de motor van Kambiz naar de stad (weeral zonder helm).

Ik beslis op hun aandringen om hier nog een nacht te blijven. Ik wil dit ook. Morgen brengt Ali met met de wagen naar Gorgan.

Dinsdag 27 oktober 2015

Om 10 uur brengt Kambiz mij met de motorfiets naar het kleine busstation. Hij is triest dat ik ga maar hij beseft dat er weinig kans is dat ik nog langer blijf. Ik zou ook wel willen blijven. Ik voel mij goed in dit vissershoekje aan de Kaspische zee.

Kortom, we nemen hartelijk afscheid, net zoals ik er voor van Mahmadehli en de anderen afscheid heb genomen. Ali gaat met mij mee met de oude bus naar de grote stad. Hij betaalt ook voor mij. Gorgan is de provinciehoofdstad van het gebied Golestan. Daar koopt hij mij een goedkoop ticket naar Mashhad. Hij legt mijn bagage in de koffer van de bus. Dan vraag ik mijn ticket (dat ik deze keer wel betaald heb) maar hij houdt het bij. He, ik ben de controle kwijt. okay, maar voor een keer. Ik trakteer op falafel en we gaan even langs bij zijn neef die autozetels herstelt in de garage van een flatgebouw. Dan moeten we ons nog haasten ook om de bus te halen.

Deze rit wordt onaangenaam. Ik besefte niet hoe ver het was naar deze stad. Het neemt bijna 9 uren in beslag. De bus is volzet. Vooral met jonge recruten die na het verlof (ashoura) terug keren naar hun basis in de buurt van Mashhad. Deze jongens zien er wel zeer jong uit. En ze maken veel lawaai. Dan willen ze een Iraanse actiefilm zien. En ze kunnen niet stilzitten. Tijdens de korte pauzes willen ze wat babbelen maar daar heb ik nu geen zin in. Ik heb ook niet zo goed geslapen. Het is hier warm omdat het klapraam niet goed functioneert en er is zeer weinig plaats. Het enige geluk is dat deze bus blijkbaar door het natuurgebied 'Golestan national park' rijdt. Er is maar een weg en dat is mee genomen. Want dit park is bekend omdat het o.a. net zulke oude wouden heeft als enkele dagen geleden. Maar dit is groter en bergachtig waardoor het verschillende soorten vegetatie heeft. We rijden tussen loofbommen die over de weg hangen. En hun bladerdak tooit zich in 'Indian summer'.

Na een lang rit komen we om 11 uur s`avonds aan in het grote busstation van Mashhad. Daar word ik door de politie in burger direct, vriendelijker maar kordaat, met een taxi begeleid naar een goedkoop hotel van hun keuze. Het is de eerste keer dat de controle zo streng is in dit land. Maar dit is dan ook een gevoelige stad omwille van haar religieus belang. Ze ligt ook dicht bij Afganistan en Turkmenistan. De verhuurde flats zijn wel goed voorzien.

Woensdag 28 oktober 2015

Een ingelaste rustdag waarop ik slaap en het dagboek in orde breng. Verder slenteren langs de grote winkelstraten waar ik mij verdiep in de saffraan. Saffraan komt uit de streek hier 50 kilometer ten zuiden en zijn de gedroogde meeldraden van een kleine paarse bloem. Ik koop een gram om te proeven (85.000 rial). Zo geeft dat niet veel hoor (peperachtig en verbrand) maar ik merk wel snel dat het een krachtige gele kleurstof is. Gedroogd is het rood maar met vocht wordt het geel.

Ik ga ook eens naar de bazaar maar het is niet de mooiste die ik heb gezien. Mashhad heeft wel iets kosmopolitisch. Er is zelfs een winkel waar je bijna alleen maar modellen van de eiffeltoren kunt kopen. Wie koopt dat nu hier ?

Donderdag 29 oktober 2015

Nog een trage dag dag waarop ik eerst aan de babbel geraak met Ali. Hij is de groothandelaar in automobielonderdelen voor de merken Logan en Hyundai. Groothandelaar vind ik een groot woord voor een overvol winkeltje in het midden van de vele gararges in de buurt. Maar ik heb de indruk dat hij dat niet slecht boert. De automecaniciens komen vooral s`morgens inkopen. Bij een tas thee met kaneelpoeder hebben we het over rubber. Ali heeft namelijk 20 jaren lang in de rubberindustrie gewerkt in de Verenigde Staten. Hij leert mij het verschil in synthetisch rubber tussen acrylic en vitton. En ook dat mijn schoenzolen zijn gemaakt van rubber dat werd ingespoten met propaan. En dan over natuurlijk rubber - het woord caoutchouc van de Indianen - dat wit is en uit Maleisië en Thailand komt. Het zou hen jaarlijks even veel opbrengen als de gehele Iraanse olieproductie. Ik vroeg mij al lang af waarom natuurlijk rubber wit is en de autobanden en de meeste rubber zwart. Dat weet ik nu zie !

Na de middag verlaat ik hem en zijn medewerker (een gepensioneerde leerkracht elektriciteit die na 6 jaren deze handel goed kent) en ga ik naar Harram. Dat is de meeste sacrale plek van het land. Het is de graftombe van Imam Ali die hier vergiftigd werd in de 9e eeuw. Het is een zeer groot complex dat nu nog steeds wordt uitgebouwd. Het is eigendom van de religieuze stichting Astan Quds Razavi. Dat zegt je niets maar deze stichting bezit meer dan 50 bedrijven in dit land en nog eens zo veel culturele en sociale instellingen. Zij krijgt ook nog steeds zeer veel schenkingen en erfenissen - om zo dichter bij Imam Reza te zijn. Door deze rijkdom hielp zij meer dan eens de Iraanse staat. Astan Quds Razavi is een van de oudere nog functionerende organisaties in de wereld.

Na 2 introductiefilms krijg ik een gids die graag Frans spreekt maar daar veel moeite mee heeft en dus schakelen we steeds weer over op het Engels. Hij leidt mij rond. Ik krijg en de gouden koepel te zien en de ingang van de tombe aan de vrouwenkant en aan de mannenkant. Maar er in mag ik niet. Ongelovigen mogen dit niet (maar de allereerste gids had laten vallen dat hij mij dit wel zou tonen maar zijn vrijwillige shift zat er op). In ieder geval zijn er vandaag veel begrafenissen waar familieleden bidden voor de inkom en dan in looppas met de kist naar de tombe gaan om een glimp van de heiligheid van Imam op te vangen. Dan lopen ze terug naar buiten. En daar komt de volgende stoet er al aan. Hier heb ik geen foto`s van want dit is verboden in het hele complex. Smartphonebeelden mocht expliciet wel maar dat wist ik niet bij de inkom. Wij gaan naar het museum met schenkingen en langs de zeer goed gedocumenterde bibliotheek. Al babbelend over politiek en geloof gaan we uiteindelijk naar de uitgang. Dit is de eerste site waar ik 2 geïllustreerde boekjes als schenking ontvang. Als ik naar hen schrijf krijg ik zelf alle religieuze drukwerken gratis toegestuurd naar België. Dat is nu ook te veel van het goede. 

De inwoners van Mashhad drinken, in tegenstelling tot de andere landgenoten, koffie. Er zijn dus meerdere koffiehandelaren. Maar hij is wel zeer sterk hoor. 

S`avonds ga ik met Ali eerst mijn laatste Iraanse Rials wisselen in Dollars en dan gaan we met het metro naar het park (105.000 rial is 30 dollar waard). Omdat Iran sinds de 2e wereldoorlog verviervoudigd is in inwonersaantal bouwt men vooral appartementwoningen. Men plant ganse wijken en dan legt men ook een groot park aan met allerlei voorzieningen zoals een pretpark, sportvelden,... Er zijn veel bomen en banken. Ali komt hier dagelijks 5 kilometer joggen. We drinken nog een koffie met munt en dan scheiden onze wegen. Morgen vroeg vertrek ik naar Sakahs om de grens over te steken met Turkmenistan.

Vrijdag 30 oktober 2015

De bediende van het hotel had mij eerst aan het verkeerde busstation afgezet. Een officiële toeristische gids brengt mij naar het juiste station waar ik net de bus kan nemen. De rit naar de grens duurt meer dan 3 uren en is best mooi. Dan een korte taxirit en ik ben aan de grens. Ik ben hem in 2 uren overgestoken en ben sinds gisteravond in Mary in het midden van Turkmenistan. Daar ik eerst wil bezoeken vertel ik er later meer over want ik heb maar weinig tijd hier.

Foto’s

1 Reactie

  1. Ingrid:
    25 oktober 2015
    Het klinkt en ziet er allemaal erg exotisch uit...
    Het reizende leven doet je duidelijk goed : je ziet er stralend uit op de foto! Geniet van Iran en wat nog komen gaat.
    Ik kijk er alvast naar uit,
    Groetjes,
    Ingrid