Chitai, big wrong, Dounghang en lekker eten.

7 februari 2016 - Xiahe, China

Donderdag 14 januari 2016

Na een eerste controle door een chinese soldaat, met een muts waardoor je alleen de ogen en zijn neus ziet, mag ik door. Hij zegt mij dat ik moet wachten op Mohammed en zijn vrachtwagen. Zo kan ik weer meerijden tot aan de chinese inklaring der goederen. Daar word ik zeer grondig gecontroleerd door de rekruten van het van het leger van Chitai. Deze keer worden kaarten en boeken uitgepluisd. Goed dat ik alle moeilijke werken, stukken en producten al met de post verstuurd heb. Toch ontdekken ze nog iets in mijn Australische `Lonely planet`gids. Er staat een mooi ingekleurde natuurkundige kaart in van China in. En daarop wordt het grotere eiland voor de chinese kust niet ingekleurd als staatsgebied. Dat merkt een jonge rekruut op die onmiddellijk zijn overste waarschuwt. De soldaten lijken zenuwachtig, ik niet. Dat is een vreemde karaktertrek van mij. Als ik in een echt moeilijk parket zit ben ik doodkalm. Ik maak mij altijd druk om futiliteiten, maar niet om ernstige zaken. Dus zeg ik heel rustig : haal het blad er uit ! De zenuwachtige overste zegt mij luid : `big wrong` deze kaart. Ik doe het boek dicht en wil hem laten doen. Maar hij wil dat ik het blad met de ene kant van de kaart er uit haal. Dat doe ik en ik overhandig het hem. Hij verfrommelt de kaart onmiddellijk. Verdorie, ik had moeten kijken wat hij er erna mee deed. Maar goed, ik mag door, na mijn goederen weer te hebben ingepakt, want zo vriendelijk en verfijnd zijn ze nu ook weer niet.

Nu moet ik wachten op andere reizigers om samen een taxi te kunnen delen naar de plek waar de administratieve grensformaliteiten worden afgehandeld, 140 kilometer verder op. Toch blijf ik het vreemd vinden dat mensen de neergeschreven waarheid gewoon uitscheuren om zo te doen alsof het er niet is.

Uitendelijk hebben we een volle taxi. De zenuwachtige chauffeur is voor ons verantwoordelijk ten opzichte van de staat. Dus houdt hij tijdens de hele rit de paspoorten bij. Onderweg nog een paspoortcontrole door de politie en ik mag geen foto'0s meer nemen. Spijtig.

140 km. verdeop begint het al te schemeren. Maar mijn visum wordt goedgekeurd. Nog een `arrival card` invullen, nog eens de bagage door de röntgenstraler en dan verder met de taxi naar de eerste stad waar we geld kunnen wisselen. De chauffeur is vooral bezorgd dat ik kan betalen en dus vindt hij het nodig mijn kirgizische Sum te tellen. Hij weet niet dat ik al dagen chinese Yuan in bezit heb. Maar dat hoeft hij niet weten, de `curieuzeneus`. Hij belt dan een andere taxi op om ons te komen opkikken en te voeren naar Kashgar, nog eens 90 km. verderop. China blijkt veel moderner te zijn dan alle landen die ik tot nu toe zag. Er zijn vuilnisbakken met gescheiden ophaling, de eerste keer dat ik dat zie sinds Turkije. Er zijn brede, nieuwe autosnelwegen (die je wel moet betalen). In Kashgar rijden overal elektrische vespa`s, en veel auto`s en taxi`s met GPS-sturing met een aangename vrouwelijke stem. Er is veel LED-verlichting, neons en gewone straatverlichting. Maar het beste vind ik de echt vlakke voetpaden. Die doen mij plezier, na duizenden kilometers ware beenbrekende bermen, zanderige kanten en afgebrokkeld asfalt of afgebroken betonnen voetpaden met grote hoogteverschillen.

Dank zij medereiziger Russel eet ik een zeer lekkere `Vianze Ta` en vindt hij mij een hotel. We delen er de kamer want hij heeft geen douche in zijn studio. Russel is een Dounghang (=Quizo). Dat is een Chinese moslim. Zijn over-overgrootvader is gevlucht na een vervolging door de toenmalige chinese overheid. Zo zijn zij in Karakol terecht gekomen. Het skioord van waaruit zijn ouders naar Biskek zijn gaan wonen. Russel spreekt zeer goed Engels, wat mij goed helpt op zoek naar mijn weg in deze nieuwe stad en in dit nieuw land.

Hij is op en neer gegaan naar de kirgizische grens om zijn visum te laten verlengen. Hij werkt in Kashgar in een transportbedrijf voor Centraal-Azië en Rusland.

We slapen in de oude stad.

Ik moet nog vertellen dat de tijd met twee uren is opgeschoven. Ik leef voortaan met Beijing-tijd. Dat maakt 7 uren verschil met België. Maar de natuur leeft hier volgens "Biskek-tijd" (5 uren verschil). Dat leidt tot vreemde situaties waarbij alles open gaat om 10u00 en de middagpauze duurt van 13u30 tot 15u30.

Vrijdag 15 januari 2016

Eerst lang uitgeslapen en dan rondgewandeld in de bazaar van ijzerhandelaren. Dan de nieuwe stad bezocht met het grote meer en de Turan rivier. Een plek gevonden in een groot hotel waar ik dollars kon wisselen. Oef, dat lukt, dus kan ik rustig verder reizen. Want ik had gehoord dat het een hele papierwinkel kan zijn. De papieren waar het geld vandaan komt heb ik wel bewaard maar toch liever niet te veel administratie.

S`avonds naar de nachtmarkt waar je dag en nacht buiten kan eten aan de vele stalletjes. Ik ben geëindigd in een mooie en aangename chinese frituur. Daarna nog wat met mijn nieuwe 2 chinese kamergenoten gekeuveld. Hun namen volgen - maar ze zijn te moeilijk om te onthouden.

Zaterdag 16 januari 2016

Ik ben gisteren veranderd van hotel. Ik zit nu in een `youth hostel international` met de naam `Pamir Youth`. Ik ben natuurlijk de oudste hier. Het is wel goedkoop : 35 Yuan of een dikke 5 dollar.

Ik moet jullie vertellen dat Telenet webmail het hier in China niet doet. Veel websites worden hier van overheidswege geblokkeerd. Dat is het geval met Google, Facebook, You Tube en blijkbaar ook met Telenet. Het is een keer gelukt in `Super 8 hotel`. Maar ik vermoed dat dat via de omweg van VPN was. Dat is niet legaal. Dat betekent dat ik gedurende de maand januari en februari de mail die jullie mij sturen niet zal kunnen lezen. De reissite reislogger werkt wel overal en in al zijn facetten. Jullie kunnen mij dus mailen door te reageren op de reisverhalen maar ik kan niet antwoorden. Of ja, ik kan op mijn eigen reisverhaal reageren. Dat zal ik alleen in geval van nood doen. Het feit dat Google geblokkeerd is houdt in dat de smartphone ook grotendeels niet werkt. Hier moet ik de zoekmachine `Baidu` gebruiken. Maar die is - nog - niet geïnstalleerd op de smartphone en dan is er het bekende verhaal van de koppelverkoop tussen Google en de aanbieders van smartphones en PC`s waar al veel over te doen is geweest. Ik weet dus niet als ik Baidu kan installeren op de telefoon. We zullen zien.

Je moet hier ook telkens je paspoort afgeven vooraleer je op de PC mag. Ik moet zeggen dat de internetcafé`s er hier uitzien als echte grote lunaparken vol sjieke lichtjes en gadgets op en rond de PC. En ze zitten altijd vol gamende jongeren. Ik heb eens gelezen dat een chinese jongen aan zijn computer is overleden door dag en nacht te blijven spelen op de PC. Wel, dat geloof ik. Het is niet anders dan de oudere mensen die buiten dambord spelen of mahong. De spelgeest blijft er duidelijk in zitten.

Vanmorgen de oude stad rustig aan doorgewandeld en geobserveerd.

De oude stad heeft eigenlijk meer een uitzicht van Pakistan of noordwest Indië. Dat komt door het islamitische karakter hier. Daarom zeggen ze dat de stad kosmopolitisch was voor het woord zelf onstond. Rond de oude stad is er een volledig nieuwe stad.

Soms kreeg ik de indruk dat die er uit ziet als moderne Nederlandse steden.

Sommigen zullen dat inderdaad spijtig vinden dat de mensen de grote rand hier niet gerespecteerd hebben maar eigenlijk is het hier in Kashgar al altijd zo geweest. China verandert altijd maar blijft altijd anders dan elders.

Vanmorgen heb ik de medicijnenbazaar ontdekt met zijn gedroogde slangen en schildpadden en allerlei planten, bloemen, thee en gedroogde vruchten die ik nog niet ken. Ook wat `jujube` gekocht en 2 soorten lekkere gedroogde druiven gekocht.

Morgen ga ik naar de wereldbekende dierenmarkt van deze stad. Maandag neem ik de trein naar het zuidoosten tot in Yarkand en / of Hotan.

In de late namiddag ontmoet ik nog Mohammed. Hij is schoenmaker maar hij kan niet concurreren tegen de chinese schoenindustrie. Het herstellen lukt ook niet want je koopt hier schoenen voor 20 Yuan (dat is 20 dollarcent). Weinigen laten hier hun schoenen herstellen. Dus verdient hij wat door met zijn elektrische motorfiets als taxi te fungeren. Hij neemt mij mee naar zijn café op zijn elektrische vespa. Ik wilde mee. Maar het wordt een triestig gesprek over bittere armoede. Hij kreeg vandaag een aanbod om in een schoenfabriek in Hotan te gaan werken maar hij heeft geen centen om de rit te betalen. En zijn motorfiets verhuren dat vertrouwt hij niet. Hij heeft de vespa gekregen van een Duitser. Het valt mij weer op hoe bittere armoede overal de zelfde is. Het beperkt de geest en maakt de mens angstig. Vooral deze mentale beperking is net de hinderpaal. Je durft nog maar weinig. En dus blijf je zitten waar je bent en grijpt naar de fles. Mohammed is Uygur.

Ik heb achting voor hem. Hij is rechtvaardig en vooral hij heeft op eigen kracht goed Engels geleerd. Hij is nooit naar school geweest. Nu probeert hij Mandarijns (chinees) te leren. Want zo is hij een goede job verloren in het hotel waar ik de eerste avond sliep. Hij kende geen Mandarijns en de meeste gasten waren Han-Chinezen. Het zal hem wel lukken want hij werkt er - alleen - 10 uren per dag aan. Maar nu dat hij vandaag dit onbereikbare aanbod kreeg is hij triest geworden. Het café waar we zitten is wel heel goedkoop maar uiterst armzalig. Hier drink ik mijn eerste chinees bier en betaal de zijne. Meer kan ik hem niet geven want ik moet zelf voorzichtig zijn met baar geld.

Ik kan hier niets uit de muur trekken (VISA-probleem) en moet het doen met mijn reserves. Die zijn voldoende maar het is hier wel iets duurder dan in in Centraal-Azië. Dus toch maar opletten.

Teneer geslagen door het zwaarmoedig gesprek - en de grote bierfles - wandel ik naar het hostel. Ik zoek daarna het restaurant op waar ik de eerste avond lekker gegeten heb en het lukt.

De truuk die ik van Dries in Biskek heb geleerd is niet nuttig. Ik had laten opschrijven in het Chinees `wat is uw suggestie` maar communicatieproblemen zorgden er voor dat dit werd `what is your best dish`. Natuurlijk leidde dit ertoe dat ik de duurste schotel aangeboden krijg. Gelukkig gaf de eigenares dit op voorhand aan, waardoor ik uiteindelijk voor de goekope noedels met vlees en groentensaus koos.

In het hotel willen mijn kamergenoten mij weeral bier aanbieden maar daar heb ik geen zin in.

Er zijn nieuwe gasten gekomen, allemaal Chinezen uit het rijke zuid-oosten die hun immense land verkennen. Onder andere een ingenieur in zonnepanelen die hier kwam werken en dan maar enkele dagen is blijven bezoeken.

Zondag 17 januari 2016

Met mijn kamergenoten met de taxi naar de dierenmarkt van Kashgar. Ik blijf problemen hebben met het feit dat om 10u00 vertrekken eigenlijk betekent om 8 uur vertrekken in natuurtijd.

Maar de veemarkt is een ongeziene belevenis. Sommige dieren zien er gelukkig uit zoals de meeste ezels en paarden maar anderen zien er bang uit. Vooral het afdalen van de vrachtwagen en het opstijgen zien ze niet zitten. Ik zie maar één slachting van een schaap. Verder is het overal handel met cash betaling en weging. Kijken naar de tanden en naar het geslacht, onderhandelen.

En dat allemaal in een sfeer van blij weerzien van elkander. De kopers en verkopers kennen elkaar duidelijk en zijn blij mekaar te zien.

Er is ook een grote verkoop van dierenvoer en houten voederbakken en andere toebehoren. Allemaal in openlucht en op 10 km. van de stad. Er naartoe rijd je tussen de vele dierentransporten op elektrische driewielers, vrachtwagens, te voet, te paard,,..

Spijtig dat mijn metgezellen hier geen thee wilden drinken om het leven te zien voorbijgaan.

We eindigen terug in de drukke zondagse bazaar. Dan te voet terug naar het hostel wat lang duurt want we slenteren door het oudste deel van de oude stad, die wel erg in ruïne is. Dan scheiden onze wegen want ik wil koffie. Ik heb een goede koffiemachine gevonden waar ik kan lezen. In de late namiddag probeer ik nog een ticket voor de trein te kopen maar die blijkt volzet. Dus wordt het morgen de bus naar Shache.

Maandag 18 januari 2016

Uit de stad Kashgar geraken is ook geen sinecure want de buschauffeur en zijn bevallige assistente met rode armband zijn vergeten mij te zeggen wanneer ik moet uitstappen omdat de bus overvol is. Zo kom ik op de autokeuring terecht。

Te voet terug. In het grote, leeg, busstion koop ik mijn eerste chinees ticket。Dat lukt. Ik moet alleen naar de nummerplaat van de bus kijken。 Door de grote oase die Kasgar is gaat het de woestijn in en zo naar Shache (=Yarkant)。

Na een lekkere curry in een duidelijk arabisch doch sjiek restaurant vind ik na veel zoeken geen hotel waar ik mag slapen。 Zelfs de politie helpt mij maar het baat niet。 Een conflict tussen autoriteiten : PSB (=vreemdelingenpolitie) en de gewone politie !

Mutalib biedt aan de vriendelijke agent aan om mij te helpen。Hij neemt het over。 Hij vindt 2 hotels die ik te duur vind。 Er zijn ook kamers voor een uur。Die willen ze mij verhuren ondanks mijn gewone vraag uit nieuwsgierigheid。 Duidelijk niet preuts die Chinezen。

Zo nodigt Mutalib mij uit om bij hem te slapen. Hij woont met zijn vrouw op een kamer van 4 op 4. Er is een toilet en lavabo in een kamer ernaast en dan nog ergens een keuken. Die laatste 2 delen ze met andere inwoners van 4 kamers.

Mutalib drinkt veel Chinese whisky. En hij spuwt voortdurend op de grond en gooit zijn peuken op het beton binnen in zijn kamer. Zijn vrouw zal het opkuisen zegt hij. Ik kuis de mijne op en spuw niet. Ik vind het maar niets maar anders moet ik buiten slapen en het wordt kouder in de loop van de nacht. Dus slapen we met drie in het echtelijke bed. Mutalib in het midden. Het wordt duidelijk een lange nacht voor mij.

Dinsdag 19 januari 2016

Ik heb niet goed geslapen in de woonkazerne van Mutalib. Omdat hij dronken was bewoog hij onrustig. S`morgens wil hij geen centen aanvaarden. Bovendien wil hij mij begeleiden. Dus eerst naar het busstation. Daar blijkt dat er verschillende bussen per dag zijn naar Hotan. Dus ga ik naar het oude centrum van de stad. Mutalib gaat mee en toont mij een kortere weg door de mooie oude stad (zoals in de films over China in de 19e eeuw). Maar hij wil niet mee wanneer ik de mausolea van de Uyghurse koning van Yarkant wil bezoeken。 Ze zijn nochtans mooi。Vooral die van de koningin-muzikant uit de 16e eeuw。Een heldin van de orale traditie。Wanneer ik buiten kom is Mutalib verdwenen。 Dus maar koffie drinken in het sjieke etablissement ernaast (van gisteren) waar ik tot rust kom。

Dan naar het busstation waar een politieagente nog mijn aansteker afpakt die ik van Rasul gekregen heb (hij is hem vergeten)。 En hier zijn stekjes te verkrijgen. Ik probeer hem nog terug te schooien maar dat lukt niet。Omkoperij lukt inderdaad niet in China. Dan de bus op voor een rit door de oase gevolgd door de woestijn die langer duurt dan ik dacht. Het is donker wanneer we aankomen in Hotan. Na een lekkere spotgoekope Uyghurse maaltijd neem ik een hotel. Ik mag weeral niet in de andere hotels slapen. Nu zeggen ze het eerlijk. Van de vreemdelingenpolitie moeten alle vreemdelingen in één hotel slapen. Dat is zo in verschillende gevoelige steden in deze provincie. Maar hier is de prijs redelijk.

Woensdag 20 januari 2016

Vroeg opgestaan om de bus te nemen. Daarom had ik het "echte" hotel genomen naast het busstation. De bus vertrekt om 10u30. Vreemd dit is een slaapbus。 Hier zijn geen (戈恩)stoelen, alleen maar bedjes。Het wordt duidelijk een lange rit。 Er op lettend zijn alle bussen op deze route zo。Zoals de reisgids voorschrijft heb ik een grote voorraad voedsel ingeslagen (voor als er een panne is of een zandstorm opsteekt schrijven ze). Eerst rijden we langs de zuidelijke zijderoute aan de voet van de Kunlunbergen. Hun meer dan 7000 meter hoge toppen zijn goed besneeuwd. Het is hier je dat je het dichste rijdt naast de bergen。

Na deze Kunlun volgt de Karakorum die de grens vormt met Pakistan (het betwiste Kashmir)。 In Karakorum vind je de tweede hoogste berg ter werekd = K2)。Om hem van chinese zijde te zien of te beklimmen vertrek je best tussen Shache en Hotan。

Vreemd zo besneeuwde bergen gevolgd door 恩恩 de kurkdroge hete woestijn。Dan volgen nog enkele dorpen in lintbebouwing。 En ik die dacht dat Vlaanderen hierin kampioen was。Regelmatig stopt de bus om passagiers op te pikken, te tanken, voor een politiecontrole,... Pas tegen de avond rijden we links op mijn doel af, de fameuze Taklamakan Highway。

Volgens mij is dat net na Niya(Mingfen)waar we halt hebben gehouden om te eten. maar ja, ik kan het niet lezen op de chinese (Mandarijns) en arabische verkeersborden en google maps is niet zo precies. Ik heb nu wel Baidu maps maar ik kan de chinese karakters niet lezen dus kan ik er niets mee doen.

500 km. dwars door de zandwoestijn。Kort langs beide zijden van de weg hebben ze miljoenen struikjes gepland die het zand moeten tegenhouden. Anders verdwijnt hij voortdurend onder het zand. Om de planten water te geven lopen kleine zwarte leidingen langs de hele weg. Regelmatig komen we een pomphuis tegen : grondwater. Na een mooie zonsondergang op de zandduinen valt snel de nacht。

Donderdag 21 januari 2016

We worden gewekt om 6uur s`morgens voor de zoveelste politiecontrole. De Taklamakan wordt nog strenger bewaakt dan de steden in het zuiden. Met dag en nacht high tech camera`s, röntgenstralers, elektronische registratie van identiteitskaarten (behalve de mijne, waardoor de bus vaker moet wachten). Een ding valt wel op. De chinese autoriteiten zijn niet geïnteresseerd in westerse toeristen. Het gaat duidelijk over controle van de inwoners. Tot twee keer toe willen ze het nummer van mijn Azerbaijaans visum noteren in plaats van het nummer van chinees visum。De chauffeur van de bus dacht ook al dat ik uit Azerbaijan kom. Eens over nadenken。Deze agent is wel de eerste die mij welkom heet. Zo weet ik dat we in Korla zijn. En het is er ijskoud onder de uitgangspoort tot de Taklamakanwoestijn.

Vannacht zag ik duidelijk en lang de ondergesneeuwde woestijn. Dit had ik nog nooit gezien。 Ik dacht eerst dat het krijtrotsen waren maar nee. Het is duidelijk sneeuw op zandduinen。

De controle van de woestijn probeer ik te begrijpen。 Vannacht zag ik in de verte de gas- en oliewinningstorens ten zuiden van Korla. Dat is reden van de bouw van deze ongelooflijke weg dwars door zandwoestijn。

Na de controle val ik direct weer in slaap。Ik word wakker in een lange file van vrachtwagens。Het duurt meer dan twee uur eer ik begrijp dat er geen ongeval is gebeurd maar dat de vrachtwagens bang zijn om de bergen af te dalen door de bevroren weg. Dit is mijn eerste file sinds Istanbul. Dan dalen we stilaan af in nog een andere woestijn maar in deze staan wel heel veel windmolens die elektriciteit produceren. Na lang rijden en nog twee controles komen we plots in Urumqi aan.

Wat een unieke en wondermooie rit. Ik dacht om 11u30 aan te komen maar het werd 18u00. Het werden 31 en een half uur op de bus。Mijn voedingsreserves zijn er door。Maar ik ben in Urumqi, na volgens mij - en de borden als ik ze begrepen heb - een busrit van ongeveer 2500 km。 We zijn 3 volle breedtegraden gestegen. En ik voel het。 Het is hier veel kouder。 Het vriest duidelijk. Urumchi was volgens mijn reisgids een stad van 1,5 miljoen inwoners maar volgens Liu - een architect - die mijn het hostel helpt zoeken zijn het er nu 3 miljoen. Een `boomtown` met ellenlange files als gevolg. Uiteindelijk vinden we het `Silver birch international youth hostel`. Het blijkt gesloten maar ze doen open voor mij. Alles werkt maar er is een warm waterprobleem als er te veel gasten zijn. Ik gebruik de warme douche van de beheerder. Verder ben ik hier alleen. Het verschil tussen Urumqi en de steden die ik voorheen bezocht in dit 懒得 (land)is duidelijk。Hier wonen veel Han-chinezen。Kashgar en Shache en Hotan zijn duidelijk Uyghurse steden. Het verschil zit hem in lichaamsbouw (Han zijn fijner van bouw en `geler`. Maar ook in de taal. Uyghurs schrijven een arabische taal en spreken een taal die familie is van het Turks. Han schrijven en spreken veelal Mandarijns. In het zuiden spreken en schrijven de Han Cantonees.

Ik eindig dus in een `Han-wijk` waar ik trouwens mijn eerste lopende bandrestaurant bezoek, zoals in de films over Hong Kong. Dat is gekruid Cantonees eten. Een ware belevenis zo een chinese fondue op basis van een bouillon waar je allerlei brochetten in steekt : zwammen, kip, brood, worstjes, tofu, gefrituurde deeg,... Wel veel pikanter dan het eten van de Uyghur。

Vrijdag 22 en zaterdag 23 januari 2016

Twee dagen heb ik nodig gehad om het museum van de autonome regio Xinjiang te bezoeken。 De mummieafdeling was gisteren dicht。Niettemin een interessant museum voor afficionados van de Zijderoute。

Dit is zo omdat de zuidelijke Taklimakanroute, en het westen van de regio, gepeperd zijn met vervallen steedjes uit het jaar 1000 v.C. tot 900 n.C。 Ze zijn echter moeilijk (voor mij) of gewoon onmogelijk te  bezoeken。 Het Lop Nor meer is de testzone voor Chinese kernbommen en net daar liggen interessante begraafplaatsen。 Ze hebben wel de mummies gered。En die bezoek ik nu。

Ze zijn uiterst goed bewaard door het uiterst droge klimaat (de was droogt hier inderdaad snel ondanks de koude) en de zoute ondergrond in de woestijn.

Ze tonen onder meer de vroege contacten en vermengingen tussen Chinezen, Mongolen en Europoïde mensen.

Gisteren was een algemene introductie tot de streek en Zijderoute met een slecht functionerende audioguide. Een chinees cliché ? Ik hoop van niet.

Toch heb ik de indruk dat de streek niet altijd zo bar is geweest. Het klimaat moet milder zijn geweest rond het jaar 1000 v.C.

Urumqi is een hel van beton。 Verschillende nieuwe bruggen voor snelwegen over elkaar,nieuwe hoge flatgebouwen voor alles en nog wat。Hier zijn veel meer wagens dan in Kashgar en weinig vespa`s. Gevolg : lange files en druk verkeer - waar ik moet opletten - en smog。

Maar ze hebben wel een overaanbod aan `state of the art` shoppingcentra die alles verkopen wat ik niet nodig heb。

Het meest stoort mij de camerabewaking die overal aanwezig is. Big brother is watching you is hier al realiteit. Ik denk niet dat ik deze toekomst wil.

Urumqi blijkt de plek ter wereld te zijn die het verst gelegen is van elke oceaan : 2250 km.

Oh ja, ik moet nog zeggen dat China geen munten heeft。 Dit land vond dan ook het papiergeld uit.

Ik heb ook gemerkt dat koffie drinken bij Burger King of in een Franse ontbijtketen wel lekker en aangenaam is maar veel duurder is dan de lokale eet- en drinkgelegenheden。Dat had ik al gehoord van Li Yuan (dat betekent diep water), de elektronica-ingenieur die ik ontmoet heb in Kashgar. Hem zie ik hopelijk terug in de provincie Guandong waar hij woont。

Ik vind dat mensen in China zo nederig zijn ten opzichte van westerlingen。Ze kijken op naar het Westen. Nochtans produceren zij zo veel dat wij elke dag gebruiken。 Een indrukwekkende gedragswijze vind ik dat。

Naar aanleiding van mijn ervaringen over wat deze reis doet met een mens in mijn verslag van 1 december merk ik ook nog het volgende op :als je het niet weet, vraag hulp aan de ene of de andere。Je vindt gegarandeerd het antwoord。 Hier kan ik niet anders want ik kan niet veel lezen of begrijpen。Alleen weet je minder dan met twee zegt de zegswijze die we vaak op school gebruiken。 Het blijkt nog eens waarheid te zijn.

In de islamitische wijk vind ik het oorspronkelijke Xinjiang terug。 Ik eet er maar koop er ook pure jasmijnolie en rozemarijnolie。 Islamitische landen en geuren。 Er is echt een verband. Hoe krijg ik deze flesjes weer in België ?

Morgenochtend hebben ze mij gevraagd aanwezig te zijn tijdens het spreekuur Engels (English Corner genaamd)hier in het hostel voor lokale mensen。 Ze zijn zo vriendelijk en behulpzaam dat ik niet wil weigeren. Daarna ga ik met bus naar Turpan. Dat is op 3 uur van hier naar het zuidoosten maar uit de stad geraken zal weer een opdracht zijn.

Zondag 24 januari 2016

De ochtend begint met een ontbijt aangeboden door de beheerder van hostel die voor iedereen eieren met spek en appels bereidt. De meisjes lachen met hem omdat hij geen eieren kan bakken. Maar hij doet zijn best en we eten dat met smaak. En met toast en thee met rozenbloemen en appels.

Na het onbijt begint de Kongfu theeceremonie. Intussen oefenen ze hun Engels. We zijn met 4.

Er zijn 6 stappen in deze theeceremonie :

  1. Spoel en verwarm de theekan (het is een keramieken potje met loszittend deksel met een gat er in).
  2. Strooi de thee er in en ruik de geuren.
  3. Giet er traag water op.
  4. Spoel en verwarm de minitassen.
  5. Giet er nu de thee in.
  6. Ruik, drink al gorgelend vooraan op de tong en slik in.

We beginnen met een thee uit de provincie Fuijian. Deze is zoet en zacht.

Daarna doen we de hele ceremonie over met een thee uit Yunnan. Deze is sterk zoals koffie en donker van kleur. Hij smaakt zoals gebakken tomaten.

Om te spoelen gebruiken ze de houten schaal met uitlekbak er onder.

Bij thee zijn 4 elementen van belang.

  • De kwaliteit van het water, oorspronkelijk dauwwater, maar in de stad gebruiken ze bronwater uit grote flessen.
  • De kwaliteit van de thee (dat kan hoog oplopen hoor, 1000 Yuan per kilogram is niet zo ongewoon (140 dollar).
  • De temperatuur van het heet water (net niet kokend).
  • De manier van water gieten over de thee (kongfu is traag gieten). Je kan ook snel gieten maar dat verandert de smaak.

Thee is voor China wat wijn is voor Frankrijk. Er is een terugkeer naar deze oude traditie onder de stedelijke jongeren. Vergelijk het met de slowfood-beweging in Europa.

We brengen samen aangename uren door. Dan zegt de beheerder dat ik moet gaan als ik tijdig in Turfan wil geraken. Hij heeft spijtig genoeg gelijk. Net als we ons hechten moet ik gaan. `Always on the road` is het lot van de reiziger. Deze spreuk heb ik al vaker op de muren van hostels gelezen. Een van de jonge vrouwen wilde mij wel de Altaj leren kennen. Dat is de bergketen in het noorden van Xinjiang die de grens vormt met Mongolië, Rusland en Kazachstan. Het ligt wel op 1000 km. van Urumqi. Een volgende keer zegt ze dan. Van de beheerder krijg ik nog een uyghurse houten lepel, thee en een postkaart.

Ik stap op de juiste bus en geraak snel in het station waar ik direct verder kan rijden naar Turfan. Deze rit is niet mooi en ik heb al een groot deel gezien op de heenweg tussen Korla en Urumqi.

Turfan lijkt niet op Urumqi en is veel rustiger en heeft een eigen karakter. Ik voel mij er goed. Omdat ik een slaapaanval krijg stap ik in het eerste beste hotel binnen en ga slapen. Sjiek en iets duurder maar ineens moe. Dan is het maar zo. Na enkele uren ga ik nog naar de avondmarkt waar ik suikerriet koop en noedels en koekjes. Samen met de befaamde druiven uit Turfan wordt dat mijn avondmaal. Ik geraak er wel mijn plastic lepel/vork kwijt. Ik zeul hem al mee sinds Antwerpen.

Maandag 25 januari 2016

Ik ben laat op gestaan. Veel te laat ! Hier in Turfan is veel te zien.

Zo mis ik de hoge minaret(maar goed hij is nieuw want de vorige is vernield door de culturele revolutie van `de grote roerganger`)。Zij wilden het feodale en burgerlijke China weg vegen en hebben zo veel vernietigd waar ze nu spijt van hebben。 Vaak bouwen ze het terug maar niet meer zo mooi als vroeger。

Maar ik mis de hoofdattractie niet。 Jaiohe is een volledige ruïne op een heuvel van een stad die de zijderoute moest bewaken tussen de tweede eeuw v.C. en de 14e eeuw。 Dan werd zij op mysterieuze wijze verlaten。Het is gissen waarom。De stad bloeide vooral tijdens de 7e en 8e eeuw。Dat is de Tang-dynastie die hier als de hoogdagen van China wordt gezien.

Hoewel het een ruïne is is alles duidelijk te herkennen. Dit was duidelijk een boeddhistische stad。 Mijn eerste! Op het einde van de 8e eeuw kreeg het boeddhisme een klap die het nooit meer echt te boven kwam。

Toen heerste Wu Zetian. Onder haar, hard, bewind kende China zijn grootste expansie (groter dan nu) maar haar geloofsijver dreef haar weg van de chinese elite die sterk in de leer van Confucius was ingebed. Ze werd dus na 15 jaren afgezet en het boeddhisme werd verboden. Later kwam het wel terug maar niet zoals weleer。Jiaohe was een garnizoenstad。De grootste ter wereld die is over gebleven。De hele stad werd ofwel uitggraven in leem of gebouwd door verhard en gestampte leem te gebruiken. Dat wordt nog gebruikt en is sterker dan beton.

Deze stad ligt op 10 km. van de huidige stad en ik ben er naartoe gegaan met de bus en dan met een lift op een elektrische driewieler. En dan te voet. Terug krijg ik een lift van Akbar en Jappar。 Akbar spreekt goed Engels en ik mag bij hem slapen wanneer ze hun werk gedaan hebben. Afgesproken, want het hotel was duur.

In de late namiddag ontmoet ik toevallig Emma。 Een gelukkig weerzien. Emma is namelijk de enige reiziger die bijna precies dezelfde reis doet als ik。 Ze is 3 weken vroeger vertrokken dan ik uit haar klein dorp, net boven Madrid。 Maar nu moet ze sneller reizen want ze heeft afgesproken met haar ouders in Hanoi. En dat is over land  zeer ver van hier. Want het is voor vreemdelingen zeer moeilijk om via Tibet te reizen. Dus moet iedereen een grote omweg maken. Ze zal wel langer reizen dan ik。Met haar kan ik zo veel vergelijken over alle landen. We eten samen en drinken een koffie. Indien het niet lukt om te slapen bij Akbar delen we haar kamer in haar hotel。

Daarna scheiden onze wegen omdat Akbar mij al opwacht voor mijn hotel. Ze nodigen mij uit voor een maaltijd in een restaurant, die Jappar absoluut wil betalen (dat weigeren is uiterst onbeleefd in China want dan lijdt hij gezichtsverlies). Dus heb ik vanavond twee keer gegeten.

Dan gaan we naar de flat in Turfan new city。

Hij betaalt 50 Yuan (8 dollar)per maand voor een sociale woning met een slaapkamer。Ik moet zeggen dat China echt wel moeite doet om haar 1,3 miljard inwoners te huisvesten in menselijke omstandigheden。Hij woont hier met 3 maar vanavond is de familie in Urumqi. Ik moet nog vertellen dat een gewone wedde hier 4000 Yuan per maand bedraagt(iets meer dan 650 dollar)。

We kijken naar Europees voetbal dat hier populair is (want ze spelen blijkbaar beter).

Ik krijg een geschenk dat ik nooit verwacht had. Akbar geeft mij een exemplaar van `De tovenaar van Lublin` van Isaac Bashevis Singer. Dat is de meest bekende roman in het Yiddisch uit Polen. Het is een nobelprijswinnaar. Vorig jaar heb ik - een beetje - naar dit boek gezocht naar aanleiding van een reis door oost-Polen en Litouwen samen met Frederic. Het gaat over het 19e eeuwse joodse leven in deze streek.

Turfan is de tweede diepste plek ter wereld na de Dode zee (-154 meter onder de zeespiegel) en net in deze warme put vind ik dit boek. Het ligt ook op het einde van de islamitische wereld. Akbar heeft het gevonden in het hotel waar hij 20 jaar geleden werkte. Maar hij kan geen Frans lezen。 Dus zo krijg ik het。

Akbar is vertaler Uyghur-Chinees / Russisch / Japans in een kopieercentrum. Daarnaast is hij veiligheidsverantwoordelijke op de werven van zijn broer。Het zijn werven voor waterputten op 50 meter diepte。 Daar is water in Turfan。Hier gebruiken ze trouwens het zelfde systeem van ondergrondse kanalen als in Yadz in Iran。 Duidelijk beïnvloeding door de Zijderoute.

Hij heeft nu ook een private talenschool opgericht. En de inschrijvingen lijken wel degelijk te lukken。 Duimen maar。 Nu richt hij het lokaal in en koopt hij lesmateriaal (bord, leerboeken, tafels, stoelen). De lessen beginnen na het chinees nieuwjaar (8 februari).

Dinsdag 26 januari 2016

De bus vertrok vanmorgen vroeg om 10u30 (Beijing tijd) dus 8u30. Akbar heeft zijn kameraad van gisteravond opgebeld om mij te voeren naar het busstation。 En hij kwam。 Akbar had mij gisteren moeten zeggen dat het de verjaardag van Jappar was。 Akbar is speciaal voor mij 铁灰 gebleven。 Dat had hij niet moeten doen. Blijkbaar speelt zijn vriend op de chinese beurs en heeft hij 200.000 euro gewonnen。 Ze blijken nog wel enige tijd geblokkeerd。Ze willen dus samen naar Europa komen op bezoek. Wel ze mogen bij mij komen verblijven (wanneer ik weer een dak heb). Zijn kameraad - Jappar - legt vloerverwarming。 Dat is hier overal aanwezig en ik waardeer het。

Ik geraak tijdig op de bus. Het wordt een rit van 7 uren naar Hami.

En dank zij deze lokale bus zie ik de beroemde `flaming mountains` van dichtbij。 Uitstappen hoeft niet want het is eerder een zomerattractie (meer licht en de hitte)。 Door de grillige vormen lijkt het alsof de bergen branden zoals stenen in een kachel kunnen gloeien. Maar ik kan het mij zo inbeelden want de vormen zijn wel zeer vreemd。Turfan is in de zomer de heetste plek van China : +45 graden Celsius is dan gewoon。Toch is het oase waar vooral druiven worden gekweekt (en gedroogd tot rozijnen in speciale drooglokalen- zo behouden ze hun mooi groene kleur die je niet bij ons kan vinden). Er is blijkbaar ook aardolie, te merken aan de vele ja-knikkers.

In Hami aangekomen in de late namiddag is het koud en ga ik op zoek naar een hotel. Het was niet mijn bedoeling om hier te blijven maar de volgende bus vertrekt pas morgen om 14u00.

Het eerste hotel dat ik zoek vind ik niet en dus moet ik naar het centrum van de stad. Daar vind ik er één maar de receptionist wil eerst mijn paspoort lezen. Hij belt direct naar de PSB (public security bureau).

De hotelreceptionist begrijpt duidelijk niets van mijn paspoort omdat hij niet weet wat België is. Uiteindelijk neemt hij mij mee naar politiepatrouille er naast. Hij zet mij af met een teken naar mij, duim omhoog. Ik toon hem duim omlaag. De politiepatrouille neemt mij mee naar hun post in hun wagen met 3 begeleiders met lans (een uitschuifbare stok met pin is hier normaal, net als een schild).

Aan de post aangekomen brengen ze mij naar binnen waar mijn paspoort weeral gecontroleerd wordt. En wederom weten ze niet België is。Ik vermoed dat ze denken dat de pas vals is.

In het begin vond ik deze onwetendheid stom. Maar daar ik zelf nog sukkel om elke chinese provincie op zijn juiste plaats te zetten ben ik intussen wat nederiger geworden.

Dus moet ik wachten op een overste die van elders moet komen. Over de controle heb ik mijn bedenkingen maar niet over de service en de vriendelijkheid van de politie. Ik krijg zowaar een maaltijd aangeboden (een specialiteit uit de noord-chinese keuken) en heet water (dat is hier gewoon en ik kan het meer en meer waarderen want proper en verwarmend). Dan komt de overste die mij mee neemt in een politiewagen in New-York stijl。

In het hoofdbureau bieden ze mij weer een maaltijd aan die ik deze keer weiger。 Er is zelfs een videofilm die ik bekijk vanop het bankje.

Dan komt een vriendelijke agent die Engels spreekt en die mij vraagt waar ik naartoe ga. Hij begrijpt eindelijk dat ik hier alleen maar wil slapen omdat het moet, niet omdat ik wil. Hij vraagt mij welk soort hotel ik zoek. Ik geef aan goedkoop. En hij vindt er waarlijk één voor 60 Yuan wat de goedkoopste tot nu toe is。 Hij wil blijkbaar oprecht dat ik veilig slaap。

Ik word er naartoe gebracht met een andere politiewagen. En zo geraak  in een hotel。 De ironie wil dat dit het hotel was dat ik eerst zocht. Maar ik zou het niet zo goedkoop gekregen hebben。Het is boven een garage。 Daarom vond ik de receptie niet.

In totaal hebben 20 politieagenten zich met mijn (leeg) geval bezig gehouden. Tja, zo begrijp ik dat het budget voor binnenlandse veiligheid hoger ligt dan dat voor defensie. Wederom blijkt dat China vooral in zichzelf geïnteresseerd is, eerder dan in een buitenlandse rol.

Het vervoer van het hotel naar het busstation is niet nodig want het ligt er recht tegenover。Proper is het wel niet en er is geen warm water. Maar ik slaap goed en warm. Als het zo zit zal ik in het vervolg mij direct gaan aangeven wanneer ik geen goede slaapplaats vind.

Woensdag 27 januari 2016

Een lange reisdag van Hami naar Dunghuang. Vanmorgen vond ik een van de beroemde meloenen van Hami. Volgens alle reisverhalen de zoetste van de wereld. Ze zijn geel en kleiner. Vanavond heb ik hem opgegeten en ik moet zeggen dat hij uitzonderlijk lekker is en dan te weten dat dit een `wintereditie` is die waarschijnlijk al lang in de rekken moet liggen。 Wel, ik vervoeg de meloenkenners bij deze. Ik zag ook een prachtige kleine moskee。 Hij had veel meer een tibetaans uitzicht. Maar de streek is nog altijd Islamitisch. Hoewel religie in China een privé-zaak is en nooit de staatszaak beïnvloedt. 

De zonnige busrit verliep langs Ganzhou。 Hiermee overschrijd ik de provinciegrens tussen het enorme Xinjiang en Gansu。Vanavond bereikte ik vrij laat Dunghuang waar ik enkele dagen wil blijven want hier is veel te zien。Ik ben nog steeds in de woestijn。 Ik probeer te begrijpen waar de Taklimakan overloopt in de Gobiwoestijn。 Dat is hier ergens maar ik weet nog niet waar het verschil zit. Ik leer het wel.

Donderdag 28 januari 2016

Na een langere rit dan ik dacht komen we aan in Dunhuang. Duidelijk een rijke stad. Aan de gebouwen en straten te zien bijna zo rijk en proper als de zuid-duitse steden. De bron van de rijkdom zijn we voorbij gereden: windenergie, die hier de meeste mensen te werk stelt.

Ah, dus de toekomst bestaat niet alleen maar uit bewakingscameras. Ze kan er ook mooi uitzien. Ik denk dat de toekomst niet beter of slechter zal zijn dan het verleden, gewoon anders. En de mensen zullen zich moeten aanpassen aan hun eigen nieuwe technische realiteit. In China gaat de materiële verandering razend snel, maar ik heb al enkele keren gemerkt - en intussen gehoord - dat de mentale vooruitgang nog niet zo ver is. Is dat de reden van de uiterst vuile toiletten en het te pas en te onpas spuwen ?

In Dunhuang vind ik een hostel maar, zoals zo vaak, niet datgene wat ik zocht. Maar het is meer dan goed hoor. Ik heb een charmante eigen kamer, warm water, een charmant gebouw en een zeer charmante eigenares.

De dag gebruik ik om mijn visum verlengen, wat niet lukt omdat ze niet de juiste papieren hebben en het is blijkbaar te vroeg。 Iets voor de volgende stad. Ik probeer ook de post uit want ik heb gehoord dat dit hier een complexe zaak is. Pakketten verzenden is hier duur maar kaartjes blijken goedkoop te verzenden。

Vrijdag 29 januari 2016

Een zeer leerrijke dag vandaag. Samen met Joseph (een Britse leerkracht Engels in Shanghai) vertrokken we zeer vroeg met de bus naar de Mogao grotten. Eerst een introductiefilm. De 735 grotten werden gebouwd door handelaren die voor een veilige tocht beden door de bedrieglijke, gevaarlijke en vooral onbekende westelijke streken. Of om Boeddha te danken voor een veilige thuiskomst in het moederland.

Dan een 360 graden film over de grotten en hun versieringen. En dan met de bus naar de grotten zelf.

Het Boeddhisme is omstreeks het begin van onze tijdsrekening via de Zijderoute van India naar China gekomen. In India is het ontstaan in de 6e eeuw v.C. In Mogao hakten monikken uit de zachte zandsteen grot na grot uit als meditatieplek in de woestijn. Later kwamen de handelaren, die dat lieten doen voor veel geld. Zo verzorgden ze hun karma.

Je kan het niet zien op de huidige foto's maar de groten zijn prachtig versierd. We mochten geen foto`s maken binnenin. Ik zal morgen postkaarten fotograferen. Ik heb geleerd dat er een huidige Boeddha is, een toekomstige -binnen 84000 jaren- en één uit het verleden. Ik weet nu dat engelen hier apsaras zijn -zonder vleugels- (hopelijk heb ik dus nu een beschermende apsara). Dat boeddha en de bothavista (zijn leerlingen) geen geslacht hebben en dus beiden kunnen zijn. De naam van de huidige boedha heb ik proberen te onthouden maar ik ben hem weer vergeten. Er zijn liggende boeddha's (zij lijken dan vreedzaam en dood maar zijn eigenlijk in trance in een ideale wereld. Deze ideale wereld werd in een van de grotten geschilderd. Hij ligt in het westen maar ziet er uit als het chinees koninklijk hof en drijft op water. Overal zijn er versieringen van lotusbloemen en duizenden kleine fresco's van boeddha's op de plafonds. Er zijn ook staande boeddha's en zittende. Ik heb eindelijk begrepen waarom een boeddha zo vaak zo uiterst dik is. Men vond dit in het China van de Tang dynastie gewoon mooi. De beelden van voor deze tijd zijn gewoon fitter. Je kan zelfs zien hoe de verdikking aangroeide met de tijd. Het begon met kleine buikjes enz.

De fresco's dienden ook om de ongeletterde grote meerderheid der mensen de boeddhistische leer voor te stellen. Dat lijkt wel in de hele wereld een constante te zijn geweest in alle godsdiensten.

De kleuren die werden gebruikt zijn de luxepigmenten uit de tijd tussen 300 n.c. en de 13e eeuw. Lapislazuli (blauw) was toen duurder dan goud en kwam uit Afganistan. En zo ook met Malachiet (groen) en vermiljoen (rood).

Ik heb een en ander geleerd over reïncarnatie. Als je goed leeft reïncarneer je in een mens. Als je slecht leeft reïncarneer je in een varken of in een rat. Dieren kunnen ook vooruitgang boeken in de reïnacarnatie. Ik heb ook van Joseph geleerd dat boeddhisme vandaag vooral leeft in Tibet. En dat ook daar de gieren de lijken opeten op een soort torens in open lucht (net zoals in het Zoroastrisme (vreemd)).

De grotten werden herontdekt in de 19e en de 20 eeuw door europese archeologen zoals Aurel Stein en Paul Pelliot. De eerste heeft de teksten van onschatbare waarde uit de verstopte bibliotheek over gekocht van de lokale vinder voor 220 Pond Sterling. Zo komt het dat het oudtste gedrukte boek zich nu in de British Library bevindt in Londen. Het is de `Diamond Sutra` en is gedrukt op houten blokken in 868 n.C. Het is dus niet de Gutenberg bijbel, die in 1453 gedrukt is in Mainz, dat het oudste drukwerk is. Ik weet niet als de Bijbel van Johannes Gutenberg op papier of op perkament is gedrukt. Zeker niet op hout.

Het zelfde geldt voor veel fresco's uit grotten in Turpan die in Berlijn te zien zijn. Maar de fresco's van Mogao zijn hier en de beelden ook. Ik heb al gemerkt in Biskek dat de Chinezen bitter zijn over wat zij roof noemen. Het Britisch Museum heeft al eens stukken terug gegeven aan China maar ik denk zoals velen in het Westen. Waren deze stukken niet in europese of amerikaanse musea bewaard dan zouden ze vernietigd zijn geweest zijn tijdens de burgeroorlog van de jaren `30 of tijdens de culturele revolutie van eind de jaren `60. Maar dat is niet bespreekbaar met onze gids (die voor de staat werkt). Dus zwijgen we maar.

In deze verborgen bibliotheek zijn 54000 teksten gevonden uit vele religies uit die tijd. Een goudmijn voor boeddhisten en christelijke geschiedschrijving (manicheïsme en nestorianisme).

Na de 13e eeuw verloor dit pelgimsoord succes door het chinees verlies van de streek. Na de dood van Gengis Khan werd zijn rijk verdeeld in 4. Deze streek kwam in het grote Chagatai. Later werd Chagatai nog opgedeeld. Ik heb in Centraal-Azië geleerd dat Chagatai zelfs de naam van een taal werd, die de bestuurstaal werd in centraal-Azië. China kwam onder het bewind van de blijkbaar bekwame kleinzoon van Gengis Khan : Kublai Khan. Hij stichtte de Yuan dynastie. Het is deze Kublai Khan die Marco Polo zo wist te waarderen dat hij hem vasthield.

Door de opsplitising daagde ook het geleidelijk verval van de Zijderoute op. De tijd van de zeevaartroutes kwam er stilaan aan. Zodoende sliepen Mogao en Dunghuan in.

Omdat het vanmorgen zo koud was ben ik in de namiddag in het hostel gebleven en in de stad. Morgen bezoek ik `Cresent moon lake`. Dat ligt in de buurt van de grotten.

Zaterdag 30 januari 2016

Een bezoek aan de woestijn is een dagje `De haan` geworden in het groot. 400 meter gestegen in de plantloze duinen tot 1460 meter hoog. Het zand is mul maar door het vriesweer wordt het eenvoudiger. Ik kan niet echt genieten van de zingende zanduinen. Dat wordt veroorzaakt door het feit dat er kleine, geërodeerde, gaatjes zitten in de elke zandkorrel. Door wrijving en vooral door de wind werkt dit als een klankkast in een muziekinstrument. In de warmere maanden hoor je eigenlijk goed want nu zit het oppervlaktezand aan elkaar vast gevroren. Tijdens het afdalen heb ik eindelijk een mooi zicht op het boeddhistisch bedevaartsoord `crescent moon lake`. Hierbinnen staat een gouden beeld van een godin met enorm veel handen. Aan de rand van de tempel ligt een meertje dat onstaan is door opborrelend grondwater. Er rond alleen maar zandduinen. Vreemd en mooi. Het is vandaag wel een beetje mistig geworden en de wind is koud.

Toch beslis ik een rit van 3 km. per kameel te doen. Verder zal het er niet meer van komen ! Het is gemakkelijker dan te paard en je zit vooral comfortabeler. De voorste bult zie ik als een verwarmde handleuning en tegen de achterste kan je af en toe achteruit leunen. Hij loopt niet snel, de mijne. Maar ergens in de zuidelijke Taklimakan heb ik een kameel een kar zien trekken met jockey en die ging best snel. Ze kunnen het dus wel.

Mijn kameel is koppig. Dat is al niet meer de eerste keer dat ik een koppig rijdier krijg. Toch kan ik er niet ten volle van genieten door de diepe vrieskou aan de handen en in het gezicht. Maar goed, zo heb ik eens gereden op het symbool van de Zijderoute. Ik was voor (hem?) maar een kleine last.

Daarna met de bus terug maar het is zo koud dat ik de baan opwandel tot wanneer ik hem zie aankomen.

In de stad eet ik eindelijk waar ik al dagen zit op te wachten. Een "chonqing hotpot" (chongqing Huoguo)·. Een gerecht uit de westelijke keuken (Sichuan). De fondue van Urumqi is niets vergeleken met deze. Een fondue op basis van een pikante bouillon (wat ik had gevraagd en er zit veel rode peper in) waarin je alles laat koken. Lever, inktvis, vis, algen, waterplanten, gember, peterselie, allerlei soorten sla, allerlei soorten paddestoelen, lekkere bevroren en fijn gesneden ham, lotuswortels, allerlei geparfumeerde en gekleurde pasta's, zetmeelblokjes, gemarineerd brood, salami en andere worstjes, kip, vispastei, tofu, garnalen,。。。 

De dipsaus heb ik laten bereiden door de chef want dat is een mix van sausjes en kruiden en groeten. Dat is nog eens zo pikant.

Een uiterst lekker gerecht dat je doorspoelt met verschillende soorten thee.

Neen, ik ga geen westers eten meer eten. Vanmiddag een minipizza geprobeerd maar hij was volgens mij niet eens gebakken en de patisserie, die is hier ook niet goed (want dit is niet van hier en ook te duur). Na 50 landen te hebben bezocht stel ik dat de beste desserts en patisserie te vinden zijn in... Oostenrijk. Het zal dan maar koffie worden zonder lekkernijen.

Morgen ik naar Jiayuguan。

Zondag 31 januari 2016

Een boemel van jewelste. Maar hij rijdt wel uren door een waar, bijna vlak, maanlandschap, ongezien ! Toch rijdt hij nog diep de avond in. In Jiayuguan aangekomen helpt een jong chinees koppel mij aan een hotel. Het is te zeggen : dat  dachten ze want ik wordt bijna overal geweigerd. Niet weeral he ! Maar het is wel zo. Enfin, nu weten deze 2 optimistische en begoede jonge Chinezen ook eens hoe vreemdelingen worden behandeld.  Ze zitten er duidelijk mee verveeld. Vreemdelingen mogen maar op enkele plekken slapen, die veel duurder zijn. Ik krijg steeds meer de indruk dat deze regel nooit geldt voor hostels maar je moet ze wel weten te vinden. De reisgids van 2013 is al te vaak achterhaald gebleken omdat alles hier zo snel verandert. Ja, ik heb mijn reisgids omgewisseld in Urumqi tegen een recenter exemplaar. Duidelijk nuttig in dit land !

De regel is ook werkelijk afhankelijk van stad tot stad. Duidelijk lokale politiek.

Ik slaap dus in een knap hotel voor 200 yuan (35 dollar) ver van het centrum omdat ook deze stad groeit. Ze hebben hier wel mooie straatverlichting die ik niet meer kon fotograferen.

Maandag 1 februari 2016

Jiayuguan wordt geen aangename ervaring en vooral, ik mis de bezienswaardigheden. Het PSB wil mijn visum ook niet verlengen en stuurt mij door. Bovendien spreekt hier werkelijk niemand Engels.  Ik heb geen tijd om ook maar iets te bezoeken. Mijn weg zoeken met de stadbussen is telkens een opdracht.

Drie lichtpunten :

De prachtige echt chinese markt in een volkswijk vol groenten, fruit en etenswaren die ik nog nooit heb gezien. Oh, werkelijk : in China ontdek ik nog eens zo veel als in alle landen tot nu toe samen. En deze buurt baadt in een prachtig zonnig licht door de reflectie van de mooi geel geschilderde gebouwen. Een mevrouw van een soort beenhouwerij grapt en opent haar raam om mij de geuren te laten opsnuiven. Ze wist duidelijk wat ze deed want het stinkt verschrikkelijk. Wat is dat dat ze hier bewerken en verkopen ? Ik dacht dat je ook met je neus kocht.

En ik heb ook eens een chinees ontbijt geprobeerd. Dat is ook een ervaring. Je krijgt een gemarineerde soort sla of spinazie, gemarineerde paddestoelen met ui, gekookte rijst in zijn nat, gestoomde broodjes, een gebakken ei en warme melk. Niets meer en niets minder. Het vult wel, zoals ik al had gehoord.

En de mail werkt op een plek (een telefoonwinkel met koffiebar). Dit is blijkbaar vanaf nu meer het geval. Een technisch probleem dus. Maar ik zal maar niet te optimistisch zijn.

Dinsdag 2 februari 2016

Ik heb de helste nacht van mijn leven door gebracht in een trein. Ik begin stilaan te begrijpen wat ze bedoelen met het "statement" dat het chinees nieuwjaar elke jaar opnieuw aanleiding geeft tot de grootste volksverhuizing ter wereld. De trein van van Jiayuguan was al goed gevuld bij zijn vertrek met mensen met cadeautjes (5 kg. walnoten, 5 kg. pistachenoten, broodbakmachines (of eerder rijstkokers), waterkokers, sierdozen met alchol, en allerlei andere geschenken). En in elk station kwamen er alleen maar reizigers bij. Want het was een "K trein", die stopt overal (in het midden van de nacht ?). Het gevolg van dit alles was dat de zitplaats die ik had uiterst klein werd en elke beweging met veel zorg diende te gebeuren om de buren niet te wekken. En dan moest ik zittend nog proberen te slapen boven de blazende verwarming en naast het bevroren raam. De slaapcoupé`s waren al volzet toen ik een ticket kocht en dat was 5 uren voor het vertrek.

Maar veel keus had ik niet. In het Public Security Bureau van Jiayuguan hebben ze mij de boodschap gegeven dat ik mijn visum moest verlengen in de hoofdstad van de provincie, Langzhou. Ook weer omdat ze de juiste papieren niet hebben ontvangen, maar deze keer begint het te dringen want vanaf zaterdag is alles dicht.

Er zit telkens maar een rit van 12 uren tussen ! Vingers kruisen voor het hoofdbureau. Dus ben ik er in Langzhou van het station om 7 uur met de taxi naartoe gegaan. Dan kwam ik zeker op tijd aan in in deze moderne stad van 2,2 miljoen inwoners, waar anders maar zeer weinig te zien is (en mijn keel prikkelt van de smog).

Maar het is gelukt. Ze kunnen mijn visum verlengen tot 6 maart 2016. Ik wilde nog langer maar dit zal het nog moeilijker maken en mij op de nagels doen bijten want dan moest ik naar Xian. Nog eens zo ver. Goed, ze hebben mij een tip gegeven. Ik kan hem nog eens verlengen voor 6 dagen in het zuiden van het land zodat ik, zoals gepland op 13 maart in Hong Kong geraak. Maar weeral papieren en een beetje betalen.

Voldaan vind ik een koffiebar waar ik de mail kan lezen. Nu beslissen wat ik doe. Het lijkt snel logisch en het mag met vervangingspapieren. Dus ga ik naar Xiahe. Een volledige actieve boeddhistische stad die helemaal de flair van Tibet heeft en prachtig gelegen is. Er aan gekomen met de vervangbus (panne onderweg) blijkt het inderdaad zeer mooi maar vooral er hangt een zeer aangename, serene, sfeer. We zijn op 2900 meter hoogte, bijna op het Tibetaans plateau, maar er is niet veel sneeuw en het is warm en zeer droog. Ik kijk al uit naar het bezoek van het klooster en de omgeving. Ik merk al veel geuren die ik niet ken.&²

Het hostel is het charmantste tot nu toe in China en omstreken. Dat heb ik gevonden in samenspraak met Dorje Tseten. Hij is een tibetaanse man die naar huis komt voor de feestdagen. Hij werkt in Beijing als netwerkmarketeer. Het is dus waar. Tibetanen zijn klein maar fors gespierd. Het is mijn eerste Tibetaanse ontmoeting. Hij betaalt zelfs de taxi voor mij en de twee engelse toeristen. Weer lang geleden dat ik toeristen heb gezien.

Ik zit hier goed in deze gemeente op mensenmaat.

En ik heb sinds Dunhuang ook gevonden hoe ik op de chinese Google, Baidu, naar zeer veel westerse muziek kan luisteren.

Woensdag 3 februari 2016

Een dag van openbaring, die begon met de gesloten deur van het ticketbureau voor bezoekers. Met nieuwjaar zijn er veel gelovigen en dus geen bezoeken van de tempels. Maar je kan wel overal wandelen in de stad. En daar bleken dat veel tempels gewoon open zijn. De lama`s laten mij veel zien. Ze zijn allemaal vriendelijk en sereen. Een keer werd ik geweigerd, wanneer ik hun woonkwartier binnen wandelde, maar dat wist ik toen nog niet.

Je hebt echt meerdere dagen nodig om dit oord te bezoeken. Je moet het laten inzinken. Voor mij is boeddhisme helemaal nieuw en dus weet ik zo goed als niets. Want van de hippies heb ik niet veel geleerd over deze zaak. Het lijkt mij meer inspiratie te zijn geweest voor deze generatie.

Ik eindig de dag met de wandeling langs de Kora zoals alle pelgrims doen. De tibetaanse pelgrims leggen de tocht af van hun dorpen over honderden kilometer al biddend (staan, buigen, liggen, buigen, staan, enkele stappen en opnieuw). Ik merkte op dat wanneer ze liggend bidden hun sokken wel heel erg versleten zijn. Ze hebben dus al lang gewandeld.

Ik ging ook in de tibetaanse wijk waar je veel goedkoper eet en leeft. In de tempels hier lopen de jonge monikken spelend heen en weer zoals ik `Kuifje in Tibet`. Allemaal jongens. Er zijn ook nonnen maar die heb ik nog niet op straat zien lopen. Wel veel vrouwelijke pelgrims die wel zeer gelovig lijken. En van alle leeftijden.

Ik had ook een gesprek met een tibetaanse lama die, alleen, Engels heeft geleerd. Zijn naam doet er niet toe. Het werd een openhartig gesprek, dat niet iedereen graag zal horen.

Het zijn allemaal Gelugpa monikken : de `sekte` van de gele hoed van het tibetaanse boeddhisme. Dat is deze die je meestal in het westen op foto's ziet.

S`avonds in een restaurant kijk ik voor de eerste keer naar de chinese TV. Een lange reportage want de president van dit land is blijkbaar op bezoek in onze provincie (je vindt zijn naam op het Internet). Na maanden Centraal-Azië, waar dergelijke staatsbezoeken altijd zo gemaakt lijken, heb ik deze keer deze indruk helemaal niet. De partijsecretaris lijkt echt van enige populariteit te genieten, vooral op het platteland. Ik vermoed : als je een gesprek kan hebben met de leider van een land van 1,4 miljard inwoners (meer dan 4 keer de bevolking van de V.S.), tja, dat zal je wel vertellen aan je kleinkinderen. En dus zie je mensen die wenen van blijdschap. Het leek mij echt.

Er was ook chinese reclame op TV. Dat vond ik indrukwekkend. Een kartonnen pillendoos. Aan de ene kant gaat er zeer veel eten in. Aan de andere kant komt er pil uit. Duidelijk voor wanneer je te veel gegeten hebt tijdens de feestdagen. En dan nog wat beelden ervoor en erna met mensen die pijn in de buik hebben. Duidelijker kan niet.

S`avonds nog een gesprek met mijn roommate, Max, een Duitser die in Hong-Kong studeert. Maar ik kijk er al naar uit om verder te lezen in `de tovenaar van Lublin`. En dan nog de turnoefeningen. Zo wordt het elke keer laat.

Donderdag 4 februari  2016

Ik heb beslist hier de hele dag te blijven. Morgen vroeg is er een bus naar Langzhou om 6u30. De rit duurt 3 uren. Het zal weer spannen. Eerst hopen dat het visum al verlengd is in de voormiddag en dan geld wisselen in de` Bank of China`ernaast. En hopen dat die nog open is voor het nieuwjaar. Ik krijg er stillaan genoeg van. Als het zo verder gaat zal ik in 2016 drie keer nieuwjaar vieren. Na het chinees nieuwjaar van 7 op 8 februari is er op 21 maart nog Nowruz. Dat veel weider verspreid is dan ik dacht. Niet alleen in Iran maar ook in heel Centraal-Azië. allemaal leuk maar het is telkens een rustperiode voor de mensen en dus is er veel dicht en dat moet ik telkens voorzien.

Maar goed, ik heb toch nog veel tempels kunnen zien dank zij de welwillendheid van veel lama`s. Het was vandaag een zonnige doch winderige dag. Dus wandelen in de omgeving leek voor de hand.

Vanavond ontmoette ik nog een amerikaanse die hier met haar man een school voor plastische kunsten heeft geopend. Zij maken ook veel `Tanghka`s`. Dat zijn schilderijen gebaseerd op boedhistische motieven die je in het westen vaak in films ziet. Ze hebben mij uitgenodigd om met hen nieuwjaar te vieren hier in Xiahe. Als alles lukt zoals gepland denk ik dat ik dat zal doen. Dus hoop ik hier morgenavond terug te zijn maar het kan helemaal anders lopen. Ik ontmoette vandaag ook kort Dorje Tseten.

Vrijdag 5 februari 2016

Alles is gelukt. Ik heb een verlengd visum gekregen en geld kunnen wisselen, al was de koers deze keer niet gunstig.

En dan nog een bus terug naar Xiahe gevonden. Intussen heb ik een belangrijke beslissing genomen. Van Langzhou naar het eindpunt van de Zijderoute is het nog maximaal 500 km. Maar Xian zal ik later bezoeken. Het landschap is niet zo bijzonder op dit stuk van de route en tussen de twee steden zijn er geen belangrijke bezienswaardigheden. Bovendien begint het verlof. Veel zal dus dicht zijn. Wat ik ook wil zien ligt verder naar het oosten. Maar daarna moet ik wel helemaal terug naar deze streek. Dat maakt een omweg van 42 busuren met gesloten bezienswaardigheden. Ik verlies dus ongeveer 5 dagen.

Als bezienswaardigheden dicht zijn is het beter de reis te maken door mooie landschappen. Die kunnen ze niet sluiten. Ik heb van Chinezen en Belgen unaniem gehoord, en gelezen, dat de twee mooiste provincies in China Sichuan en vooral Yunnan zijn. Die liggen hier pal ten zuiden. Maximaal 10 uren rijden en ik ben op een aanrader in de eerste provincie. Ik heb dus beslist om nu af te wijken van de zijderoute en de eindklapper te bezoeken binnen twee maanden.

Dan wordt dat ook een omweg maar veel gemakkelijker qua vervoer en iets logischer. 

Nu moet ik wel zien naar het zuiden te geraken, dat veel minder bewoond is en dus is er ook minder openbaar vervoer. Ik heb wel al iets gevonden om er te geraken. We zullen zien.

Het heeft nog een voordeel. Naar het zuiden gaan betekent naar het subtropisch gebied gaan. Daar kan ik dan eindelijk eens mijn muts en mijn handschoenen wassen. Die heb ik sinds november nog niet afgedaan. Vanavond is het in Xiahe weeral -15 graden Celsius. Overdag is het warm maar wanneer de zon weg is koelt het snel af. Ten slotte kan ik zo, waarschijnlijk, alles bezoeken wat ik wil en toch tijdig in Hong Kong zijn voor de afloop van dit nieuwe viusum. De afstanden zijn hier altijd groot en daar moet je rekening mee houden. Vervoer kost ook centen.

Morgen doe ik waarschijnlijk een uitstap naar Langmusi.

Ik heb gisteren ook tibetaanse medicinale wierrook gekocht. Het werkt eerder zoals `Vicks blue`. Ik vond ook wierrookstokjes die een aardbeiengeur verspreiden. Ongezien, al komt dit laatste uit India.

En dan heb ik in de afgelopen dagen nog enkele bedenkingen genoteerd ter aanvulling van mijn dagboek van 1 december 2015.

Het gaat over wat ik ervaar als veranderingen of wat ik als anders ervaar naar aanleiding van deze lange reis.

Vooral in China moet ik veel bewuster de dag doorbrengen omdat ik zo goed als niets op automatische piloot kan doen. Twee stadsbussen nemen na elkaar is een opdracht : waar stoppen ?, busnummer observeren en bekijken, zien dat ik op het juiste moment op de juiste plaats sta. Kortom, elke handeling is een opdracht die je vervult in kleine stukjes met de nodige aandacht, en vooral logisch zijn, als niemand je kan helpen.

Het idee dat er op de wereld niets meer te ontdekken valt omdat alles al ontdekt is ervaar ik elke dag als zijnde niet waar. Werkelijk elke dag van deze reis ontdek ik voor mij ongekende zaken. Boeiend genoeg om hiervoor op te staan.

En dan ook dat je hier, zoals steeds in het leven, moet volhouden wanneer het tegenzit. Alleen reizen is, zoals het dagelijks leven, niet altijd gemakkelijk.

Zaterdag 6 februari 2016

Ik probeerde vandaag naar Langmusi te gaan maar ik ben gestrand in Hezuo. Er was geen bus verder. Allemaal het gevolg van van de 3 volgende feestdagen. Ik ben al blij dat ik terug naar Xiahe kon.

Maar goed Hezuo is meer dan de moeite waard gebleken. Daar vind je Milarepa tempel. Dat is een 9 verdiepingen tellende Boeddhistische tempel. Op elke verdieping gaan tibetaanse boeddhisten hun boeddha aanbidden. Elke verdieping voor een verschillende orde. Dat gebouw werd opgericht in 1777 met deze bedoeling. Dat noem ik pas modern. Het is gewoon een flagebouw gewijd aan verschillende geloofsovertuiging van de zelfde familie. Ongezien !

Ook de offers van de gelovigen aan de boeddha`s, de bothisava`s en de lama`s vond ik opmerkelijk : onder andere Red Bull.

Daarna nog een bezoek aan het grote tempelcomplex ernaast. Hier merk ik weer de vele belletjes op (aangenaam) en ik hoor voor de tweede keer de tibetaanse hoorn oproepen tot het gebed (eerder zoals een alpenhoorn). Nu begin ik ook op de vele, fel, gekleurde wimpels te letten. Je vindt ze aan elke deur en je moet ze kussen. Maar ze hangen ook in overvloed in lange rijen op zeer veel heuvels (dan meestal wit). Hun betekenis ken ik nog niet.

Met de bus terug geraakt in Xiahe ben ik al blij dat mijn hostel open blijkt. Het is intussen een haven geworden voor gestrande reizigers. De reisweg was wel mooi vandaag. Door en door chinees op het platteland met zijn ommuurde bakstenen boerderijtjes (met afgeronde daken) en vele kleine veldjes.

Zondag 7 februari 2016

Een wasdag, een naaidag. Ik heb zwarte garen gekregen van de eigenares van het hostel. Mijn volledige kleine garencollectie is al opgenaaid tijdens de reis.

Tijdens de namiddag wandelde ik de hoge kora af. Ook hier weer heel wat ongekende rituelen. Onder andere een grote ceremonie waarbij de dood werd verbrand om zo plaats te maken voor het nieuwe jaar. In de bergen nog meer ongekende rituelen die gepaard gaan met bidden in gezinsverband tussen veel rook die veroorzaakt wordt door de verbranding van kleine witte hoopjes.

Na het naaien is het bijna middernacht, dus tijd voor het vuurwerk. Ook eens gaan kijken in de tibetaanse wijk waar de mooie traditie van het aansteken van de rode lantaarn voor het huis gebeurt. De eigenaars wijden ook hun huis met water. In alle eenzaamheid en koude doch zeer charmant.

In het hostel krijg ik nog de gelegeneid om te genieten van het nieuwjaarsmaal van de familie waardoor het laat wordt. In alle huizen zijn de tafels rijkelijk gedekt.

Foto’s

7 Reacties

  1. Katrien Huber:
    17 januari 2016
    Dag Axel,

    Boeiend om je verhalen te lezen. Het verlangen wordt groter en groter om ook iets in die zin te ondernemen. Ik vraag me af wat het doet met een mens . Allicht groei en verandering.
    groetjes
    Katrien
  2. Els Coekaerts:
    18 januari 2016
    Dag Axel,
    Eerst en vooral de beste wensen voor het nieuwe jaar. Je bent 2016 alvast avontuurlijk ingestapt!
    Ik vind je verhalen nog steeds even boeiend als toen je net vertrokken was, een moment om even weg te dromen naar een wereld hier ver vandaan, een realiteit voor jou... Ik wens je nog vele mooie uitzichten, aangename ontmoetingen, nieuwe geuren en smaken, kortom, nog veel reisgenot!
    Groeten Els
  3. Chantal:
    21 januari 2016
    Dag Axel, hoe spannend allemaal, je reis lijkt wel zoals uit een film!
    Wat dacht je aan de grens, met alle chinezen maar niet met den dezen?
    Geniet ervan! Bedankt voor jouw reactie via telenet. Ik begrijp jouw situatie ivm het appartement etc. Ik begin mij voor te bereiden op Mexico, ik vertrek op 1 feb en zal in Mexico jouw reisverhalen verder lezen! Hartelijke groetjes van Chantal xxx
  4. Steven de bel:
    25 januari 2016
    Spannend verslag. Zelden zoveel bijgeleerd over China in zo'n kleine tekst. Dat sommigen al moeilijk kunnen doen over een kaart in een reisgids...Hopelijk ontmoet je niet te veel van die bureaucratische scherpslijpers onderweg.

    Blijkbaar is het klimaat er nogal mensvijandig gezien je de mogelijkheid oppert dat het vroeger beter moet geweest zijn. Interessante piste als je ziet hoezeer veel van die steden langs de zijderoute vergane gloriën zijn.

    Ik kijk al uit naar jouw verdere avonturen in China.

    Veel geluk op jouw reispad,

    Steven
  5. Nico:
    29 januari 2016
    hallo Axel,
    'k blijf bewonderend 'aanschouwen' wat jij ons presenteert...de mens die je ontmoet boeit me bijzonder, al is ook het eten en het landschap de moeite waard...Ik hoop dat je denken door de autoriteiten niet te zeer wordt beperkt...geniet voort.
  6. Smet peter:
    4 februari 2016
    Wat een belevenissen. Ik lees ze nog altijd met veel enthousiasme. Dit kunnen ze je in ieder geval niet meer ontnemen. Wat een verrijking. Axel, je vroeg me het adres van mijn dochter in Portugal : Casa Pedra Nobre, Silver Coasters, rua do Nobre 5a, 2500-593 Nadadouro (caldas da Rainha). Nog veel reisgenot en tot je volgende reisverhalen.
  7. Suzy:
    8 februari 2016
    Dag Axel,
    Voel me bevoorrecht dat ik jouw reisverhalen mag lezen ... meer episodes uit een boek eigenlijk. Fantastisch!